VANAVOND ZIJN
PUBLIEK EN ELFTAL ÉÉN!
AUXERRE: GEEN UNDERDOG
AJAX A.J. AUXERRE
Ajax in het Olympisch Stadion, dat is synoniem aan een gro
te wedstrijd. En op het affiche van de wedstrijd zien we
staan: "Ajax - Auxerre, kwartfinale UEFA-Cup". Het bloed
gaat sneller stromen, een lichte nervositeit maakt zich van
de mensen meester... kwartfinale Europa Cup, dat is iets
heel bijzonders. Per seizoen zijn er maar een paar clubs die
zich op dat niveau kunnen meten en Ajax is er voor de twee
de achtereenvolgende keer bij. Amsterdam is trots op de
rood-witte voetbalzonen die echter voor een zware opgave
staan en juist daarom de steun van hun mede-Mokummers
heel hard nodig hebben.
Twee weken geleden leed Ajax zijn eerste Europese neder
laag in twee seizoenen. Achttien wedstrijden waren de Am
sterdammers ongeslagen gebleven maar in het land van de
zachte wijnen dronk Ajax een kleine gifbeker leeg.
We weten allemaal hoe mooi het begon. Bijna volgens goe
de gewoonte nam Ajax snel de leiding en geen Ajacied ont
snapte op dat moment aan het gevoel: we gaan deze klus
weer klaren. Dat bleek te voorbarig. De Franse furie verras
te Ajax twee keer. De 2-1 achterstand kon vóór rust nog
worden goedgemaakt maar in de slotfase van het duel
kreeg Ajax nog eens twee goals om de oren. De 4-2 neder
laag brandde als een Sahara-zon op de ontblote rug. Een
dag later waren de wonden gelikt. En wist men dat het kar
wei te klaren is. Met zelfbewustzijn, de klasse en de inzet
moeten we er vanavond voor zorgen dat de halve finale
wordt bereikt.
Wie de heenwedstrijd zag, weet dat Auxerre een tomeloze
inzet als belangrijk extra wapen in de strijd gooide. Het was
een les voor Ajax dat het diezelfde instelling in de eigen
omgeving als fundament moet gebruiken. Op de brede
Olympische grasmat moet Auxerre het vuur na aan de sche
nen worden gelegd. Onafgebroken moet de tegenstander
worden afgetroefd, opgejaagd.
Voorafgaande aan de Nederlands-Franse dubbelslag deed
Auxerre-trainer Guy Roux zijn uiterste best om zijn ploeg in
de underdog-positie te manoeuvreren. Dat is nu niet meer
mogelijk. Achter de internationaal nog niet zo aanspreken
de naam schuilt een uitstekend elftal. Een team waarin ook
de Grote Namen zich onvoorwaardelijk opofferen voor het
eindresultaat.
In het doel treffen we Bruno Martini die onlangs zijn plaats
in de Franse nationale ploeg moest afstaan (voor even?)
aan de Parijzenaar Bernard Lama. De mannen die vóór Mar
tini staan opgesteld zijn van het onverzettelijke soort. Ze
weten dat verdedigen hun belangrijkste taak is en dat doen
ze met overgave. In Auxerre was Alain Goma de rechtsach
ter maar zijn plaats kan ook worden ingenomen door Thier
ry Bonalair. Aan de linkerkant van de verdediging staat
Stéphane Mazzolini en het centrum wordt bewaakt door
het robuuste tweetal Frank Verlaat/William Prunier. Enige
hardheid kan beide heren niet worden ontzegd en Prunier
heeft op dat gebied zelfs een reputatie in het vaderland...
STRIJDENDE KLASSE
KICK OFF
NR. 19-3
Wim Jonk viel in de heen
wedstrijd tegen Auxerre uit
met een blessure na een har
de ingreep van Verlaat. Hier
is Jonk op weg naar het doel
van Auxerre en wordt ach
tervolgd door Cocard en ge-
tackled door Mazzolini.
Foto: Louis van de Vuurst
In het middenveld en de aanval zit meer pure klasse dan in
de defensie. Maar ook daar strijdt men voor wat men
waard is. Rafael Guerreiro is de meest behoudende midden
velder die de balvaste Daniël Dutuel en de begaafde Coren-
tin Martins in de rug dekt.
Voorin zorgt Christophe Cocard voor gevaar over rechts, is
Gérald Batide sterk aan de bal én in de spits en probeert in
ternational Pascal Vahirua de ballen vanaf links voor het
doel te zwiepen.
Vaste wisselspelers zijn de aanvallend ingestelde verdediger
Pascal Rabarivony, de jonge vleugelspeler (links) Didier Oto-
koré, spits Lilian Laslandes en keeper Fabien Cool.
Meer dan naar de Franse
gasten zal de aandacht van
de supporters uitgaan naar
de eigen ploeg. "Ons" Ajax,
dat voor een heet vuur staat
maar de brand kan blussen.
Het "wij-gevoel" speelt op
deze 16e maart een zeer be
palende rol. En met "wij"
rekenen de Ajacieden niet
alleen op de elf binnen de
lijnen maar ook op de
45.000 op de tribunes. Die
macht van de Twaalfde Man
is nodig om het Olympisch
Stadion een magische sfeer
te bezorgen die moet leiden
tot een rood-wit feest.
Spaar de kelen niet en
schreeuw: "A-jax!"
Ben Tornato