VOETBAL-
GODEN
IN
FRANKRIJK
Johnny
DE GROTE TREK
In de sobere na-oorlogse jaren, toen alles in Nederland nog
op de bon was en er nog uitsluitend om de eer werd gevoet
bald, lonkte menige talentvolle Hollandse jongen met gezon
de afgunst naar Frankrijk. Daar was het profvoetbal al jaren
een feit en er werd flink met de geldbuidel gerammeld.
Al vóór de grote wereldbrand was een Nederlandse speler
voor die verlokkingen gezwicht: Bep Bakhuys, de Zwolse in
ternational die in de jaren dertig hèt idool van de Neder
landse jeugd was. In 1937 maakte Bep de overstap naar FC
Metz, nadat een transfer met Reims afketste. De KNVB
reageerde furieus en excommuniceerde de verrader: Bak
huys mocht niet meer voor Oranje uitkomen en werd voor
taan met de nek aangekeken. Nederlandse clubs mochten
zelfs niet tegen Metz spelen als Bakhuys meedeed!
BIJNA RINUS MICHELS
Na de oorlog bleef de KNVB hardnekkig vasthouden aan
het amateurisme en stimuleerde daarmee de trek naar het
buitenland. Zwaargewicht internationals als Joop van Nel
len, Frans de Munck, Bram Appel, Kees Rijvers, Bertus de
Harder en niet te vergeten Faas Wilkes tekenden 'vette'
profcontracten bij clubs in Duitsland, Italië en vooral Frank
rijk. Ook Ajax bleef de lokroep van de franc niet bespaard;
in de zomer van 1950 zwichtte de eerste steunpilaar: Cor
van der Hart. Hij kreeg een contract bij Olympique Lille. De
geblokte spil leek al snel een jeugdige clubgenoot over te
zullen halen zich bij hem te voegen. Rinus Michels reisde in-
KICK OFF
NR. 19 - 23
-
derdaad af naar Lille, kreeg een contract aangeboden,
maar moest weigeren omdat hij zijn dienstplicht nog moest
vervullen. Zijn flirt met het professionalisme kwam hem te
staan op een half jaar schorsing alvorens hij weer voor Ajax
mocht uitkomen.
Joop Stoffelen verhuisde wel naar Frankrijk, naar Red Star
de Paris. Na een vriend
schappelijke wedstrijd tegen
Ajax knoopte het bestuur
van die club onderhandelin
gen aan met de bebrilde
Ajax-aanvoerder, met een
contract als resultaat. Het
werd niet wat men ervan
verwacht had, en aan het
eind van het seizoen werd
Stoffelen getransfereerd
naar Toulouse. Twee jaar la
ter keerde hij terug naar
Nederland, waar hij een jaar
schorsing kreeg alvorens zijn actieve carrière af te sluiten bij
Blauw Wit.
WATERSNOODWEDSTRIJD
In 1953 speelde Van der Hart toch weer voor het Neder
lands elftal, zij het officieus: hij draafde op voor de roem
ruchte Watersnoodwedstrijd, waarbij een elftal van Neder
landse 'ballingen' in Parijs het Franse elftal met 2-1 ver
sloeg. Het was de nekslag voor het amateurisme, want nu
Nederland geconfronteerd was met een nationaal team zo
als het zou kunnen zijn, werd de publieke druk te groot en
was de invoering van betaald voetbal niet meer tegen te
houden. Er was nog een wilde profcompetitie nodig om de
KNVB definitief te overtuigen, maar in 1954 was professio
nalisme een feit en konden de topspelers in eigen land
weer aan de bak.
RUUD SUURENDONK
Het duurde tot 1970 voor Frankrijk weer aan Ajacieden be
gon te trekken. Omdat de Europese opgang van Ajax sa
menviel met de neergang van de Franse clubs, waren de
Franse clubs vooral interessant voor de spelers die bij Ajax
niet (meer) op een vaste plek in het eerste elftal konden re
kenen. Zo vertrok de Deense Ajacied Tommy Sondergaard
in het najaar van 1970 naar FC Metz. Hij werd een jaar later
gevolgd door Ruud Suurendonk, die het na zes jaar bankzit-
ten bij Ajax wel gezien had en een zonnige toekomst tege
moet leek te gaan bij Monaco. Uitspraken in een plaatselij
ke krant echter schoten het bestuur in het verkeerde keel
gat en Suurendonk kon weer vertrekken.
De derde Ajacied in het rijtje Frankrijkgangers was Dick van
Dijk, de ondergewaardeerde schutter die zich bij OGC Nice
ongemeen populair maakte en zich blijvend in de Zuidfran-
"Feu Vert", groen licht, is de
titel van het boek met het
levensverhaal van Johnny
Rep die enige jaren furore
maakte bij Saint Etienne, bij
genaamd "Les Verts".