AJAX EM DE
DE FRANSE
AVONTUREN VAN AJAX
FRENCH
CONNECTION
KICK OFF
NR. 19-21
DRIE PRECEDENTEN
Driemaal was Ajax de schuld van dat ontbreken van een Eu
ropees succes voor de Fransen.
De eerste maal dat de spelers hun Frans mochten ophalen
was in het seizoen 1971-1972, toen Ajax als Europa Cup
houder in de tweede ronde Olympique Marseille lootte. Dat
beschikte over enkele klinkende namen als Roger Magnus-
son, Josip Skoblaren Gilbert Gress. Laatstgenoemde joeg in
de beginfase de bal achter Heinz Stuy. Maar Ajax herpakte
zich en via Keizer en Cruijff werd in Marseille zelfs gewon
nen. De return in Amsterdam had een soortgelijke opening
toen Couecou een verdedigingsfout afstrafte. Opnieuw
greep Ajax het initiatief, en Cruijff, Swart, nogmaals Cruijff
en tenslotte Arie Haan lieten er geen misverstand over be
staan wie aanspraak maakte op een nieuwe Europese
triomf.
Pas acht en een half jaar later reisde Ajax opnieuw naar
Frankrijk. Ditmaal hoefde men minder ver, naar Straats
burg. Racing Club de Strasbourg had een elftal dat niet zo
tot de verbeelding sprak als het Reims of Marseille van wel
eer, maar toch bekend
stond om een sluwe partij
voetbal. Het werd een saaie
partij, waarin Ajax moeite
loos stand hield: 0-0. In Am
sterdam brak Schoenaker de
ban, en een paar minuten
later zorgde Frank Arnesen
voor de nekslag. In de tweede helft bouwden Lerby en Ling
de voorsprong uit naar 4-0. In de halve finale ging Ajax ten
onder tegen Nottingham Forest, de latere bekerwinnaar.
In 1988 was het andermaal Olympique Marseille dat Ajax de
weg wilde versperren. Het ging om een finaleplaats bij de
Bekerwinnaars. Net als 17 jaar tevoren, werd ook dit keer
begonnen en gewonnen in marseille. Ajax vlamde onver
wacht fel. Het werd die zesde april de avond van Robbie
Witschge. Voor de rust was aangebroken had hij tweemaal
het veld over kunnen rennen, nog meer stralend van levens
lust dan hij van nature al doet: Ajax leidde met 0-2, en vlak
voor tijd scoorde een piepjonge invaller zijn eerste Euro
pacup-goal: Dennis Bergkamp.
Nu de finaleplaats praktisch zeker was, nam Ajax in de
thuiswedstrijd wat gas terug. Teveel gas, zo bleek al snel,
want nadat Peter Larsson Ajax op 1-0 had gezet, gingen de
Amsterdammers plotseling pijnlijk voor schut toen Papin
gelijk maakte en in de slotseconden Allofs zelfs voor een 1-
2 eindstand zorgde. Een onprettige verrassing voor de
40.000 bij voorbaat feestende supporters in de Olympische
arena. Een maand later werd het nog erger, toen Ajax de fi
nale verloor van KV Meche-
len. In Straatsburg...
Evert Vermeer
itrrtet
Het elftal van Olympique
Marseille uit 1972, dat Ajax'
tegenstander in het Europa
Cup-toernooi was.
Staand van links naar rechts:
Zvunka, Kula, Carnus, Novi,
Lopez, Bosquier.
Gehurkt: Magnusson, Bon
nel, Skoblar, Gress, Couecou.
De gloriedagen van het Fran
se Europa Cup-voetbal vallen
uiteen in een aantal relatief
korte periodes. De eerste
viel in de jaren vijftig, toen
Stade de Reims Raymond
Kopa, Michel Hidalgo en Just
Fontaine onder contract had
en in die jaren tweemaal de
Europacup-finale haalde.
Daarin werd het beide malen
verslagen door het grote
Real Madrid.
Eind jaren zeventig was het
Saint Etienne dat triomfen
vierde met Michel Platini en
in 1976 eveneens pas in de
finale werd gestuit (door
Bayern München), en in het
kielzog het Corsicaanse Bas-
tia dat, met Johnny Rep in
de ploeg, de UEFA-Cup-fina-
le in 1978 verloor van PSV.
Tenslotte stuitte het ambiti
euze Olympique Marseille
ondanks de financiële injecties van Tapie in 1991 bij de
Landskampioenen in de finale op Rode Ster, dat in de straf-
schoppenserie zegevierde. In dat zelfde seizoen acteerde
Monaco zonder succes in de finale Europa Cup voor beker
winnaars. Werder Breman bleek te sterk.