Zo rond deze tijd kijk ik altijd met zekere weemoed terug
naar mijn schooltijd. Het grootste toernooi ter wereld
staat namelijk weer voor de deur: het Amsterdamse
schoolvoetbaltoernooi. Op de lagere school deed ik niet
aan schoolvoetbal mee. Het hoofd van de school waar ik
op zat had niets op met voetbal. Toen ik eenmaal op de
HAVO Zocherstraat was aanbeland, maakte ik voor het
eerst de echte schoolvoetbalkoorts mee. De directeur, de
heer Oornick, kwam enige uren voor de wedstrijd
hoogstpersoonlijk de klassen langs om de spelers te over
tuigen van hun verplichtingen. Werd er daarna gewon
nen, dan kon je als speler wel een potje bij hem breken.
Nuttig in geval van "uit de klas gestuurd"!
Ik weet nog goed hoe we de finale bereikten, tegen de
Bouman Academie. Ik had alle wedstrijden van de eerste
tot de laatste minuut meegedaan. Eén van die wedstrij
den was historisch. We wonnen met 30-1 van één of an
dere technische school. De monsterscore sprak zo aan,
dat De Telegraaf er zelfs een vetgedrukt kopje aan waag
de.
Wat voor mij een hoogtepunt moest worden, werd een
persoonlijk drama. Op het laatste moment moest ik het
veld ruimen voor een jongen die alle andere wedstrijden
geen tijd had maar voor de finale opeens wel present
was. Hij speelde in de A 1 van DWS en ik mocht aan de
kant blijven. De vlag bewaken, wat ook een eer was, zo
werd mij verzekerd. Zak met vlag en al in de stront, dacht
ik. Het spelverloop stelde mij in het gelijk. Never change
a winning team! Met 6-1 werden ze in de pan gehakt,
stelde ik grijnzend vast. Eeri'%egelrechte afgang met tot
overmaat van ramp nog een uitsluiting op de koop toe.
De schoolvedette Dave Endt reageerde zijn frustratie af
en mocht de kleedkamer opzoeken.
Een paar jaar later, toen ik zelf student was op de Bou
man Academie, kreeg ik door hoe het samenstellen van
zo'n schoolteam werkelijk in elkaar stak. Inmiddels geze
gend met een vrij grote mond, had ik mij verzekerd van
de aanvoerdersband. Zo was je altijd van een plaats ver
zekerd. Daarna formeerde ik een aantal gelijkgezinde
brallers om mij heen, aangevuld met echt goede voetbal
lers. Succes verzekerd.
E. Vanzet
Weken, nee, maanden, waren we bezig geweest om
kaartjes voor de competitiekraker PSV-Ajax te bemachti
gen. Lobbyen tot je er bij neerviel. Een kraamvisite werd
er zelfs voor in scène gezet. Alles hadden we ervoor over,
desnoods zouden wij ons op de zwarte markt begeven.
Na een lange onzekere periode kwam dan eindelijk het
verlossende bericht, dat er twee combikaarten lagen te
wachten. Omdat we reizen met eigen vervoer prettiger
vonden dan met de trein, besloten wij van de NS-dienst
geen gebruik te maken en nadat we de combikaart op
het stadion omgewisseld hadden, snelden we het perron
af, de auto in. Vol goede moed reden wij richting Philips-
stad, waar de PSV-supporters volgens ons reeds bibbe
rend van angst in een hoekje dicht bij elkaar gedromd za
ten. Het begin was veelbelovend. Alle kanten van het
veld werden ze opgejaagd, maar zoals zo vaak werd het
genadeschot niet gegeven. Onze mannen van vijftig mil
joen waren, op een bijna routinematig mooie goal van
Bergkamp na, haast onzichtbaar.
Op zich was het niet zo vreemd dat Jonk en Bergkamp
geen denderende prestatie neerlegden. De vrijdag ervoor
was men tot in de kleine uurtjes bezig geweest om het
contract af te sluiten met Inter uit Milaan. Ik zag het he
lemaal voor me: twee van olijfolieglimlach voorziene
gladjanussen uit de laars van Europa, bezig onze twee
beste spelers weg te kapen. Ga nou niet gelijk denken
dat we het onze jongens niet gunnen. Niets is minder
waar. Wij van Vak O hebben ook een hart.
Dennis is één van de sympathiekste Ajacieden van de
laatste jaren en ook Jonk heeft zich loyaal getoond. Het
viel ons echter tegen dat ze in Eindhoven niet echt aan
wezig waren. Als de heren voetballers zich eens gingen
realiseren hoeveel moeite de supporters zich getroosten
om hun favorieten te zien spelen. Natuurlijk gaat het te
ver om die twee de schuld van de nederlaag in de schoe
nen te schuiven. Daarvoor lieten de andere negen zich
ook teveel aftroeven. Het schort ergens aan bij Ajax.
Auxerre bewees dat andermaal. Er staan elf saletjonkers
zonder kloten, excusez Ie mot. Voetbal hoeft niemand ze
meer te leren, maar voetbal is meer dan een optelsom
metje van kwaliteiten. Wij van Vak O vinden dat er twee
krachtpatsers moeten worden aangetrokken zodat er
met gelijke munt kan worden terugbetaald wanneer er
gestreden moet worden.
Dat juist in een land van krachtpatsers onze rood-witten
zich in een steeds grotere populariteit mogen verheugen,
blijkt uit een brief die ik uit Engeland toegestuurd kreeg.
Een brief van de AFC AJAX AMSTERDAM
West London Supporters Club England
Simon Barnes en Allan Alcroft zijn de oprichters van deze
club die veel leden trekt.
Ze zijn bezig om hun Ajax-fanclub een meer officieel ka
rakter te geven. De plannen liggen klaar om zo vaak als
mogelijk is de thuiswedstrijden van Ajax te bezoeken.
Voor supporters zijn die deze enthousiaste Engelsen in
formatie willen geven, volgt hier het adres:
AFC AJAX Amsterdam
West London Supporters Club England
31, Anderson Drive, Ashford, Middlesex TW 15 1 BG
Help ze een handje, de Ajax-supporters uit Engeland.
Aanbevolen door Wij van Vak O.
E. Vanzet