AJAX
REAL MADRID
Met het bereiken van de halve finale had Ajax een belangrij
ke stap gedaan in de richting van een unieke mijlpaal: het
winnen van drie Europa Cups op rij. Iets dat alleen nog door
Real Madrid verwezenlijkt was. Het was dan ook ironisch
dat juist Real Madrid de laaste hinderpaal was op weg naar
de finale in Belgrado.
In zekere zin kwam het ook mooi uit, want Ajax had nog
een rekening uit 1967 te vereffenen. Toen werd Ajax op het
nippertje uitgeschakeld in een gedenkwaardige verlenging.
Van dat Real-elftal waren nog vier jongens over: Zocco, Pir-
ri, Velazquez en Amancio. Bepaald geen kleine jongens en
dat gold ook voor de vervangers van de oude garde zoals
Benito, Santillana en keeper Garcia Remon.
PSYCHOLOGISCH SURPLUS
De naam die -als altijd- volop de ronde deed voordat hij in
het Olympisch Stadion aantrad, was die van Johan Cruijff.
Hij was geblesseerd aan een knie en beide enkels. Zijn spe
len was daardoor allerminst zeker. Vervelend was dat de
man die hem had kunnen vervangen, de voorgaande zomer
aangekochte Jan Mulder, ook met een zware blessure
kampte. Cruijff werd enigszins provisorisch opgelapt in de
wetenschap dat alleen zijn aanwezigheid al een psycholo
gisch surplus zou opleveren. Ajax had meer personele pro
blemen. Haan was niet fit en Gerrie Mühren ontbrak hele
maal.
KICK OFF
NR. 16 - 14
Vanaf de "Anpfiff" van scheidsrechter Rudi Glöckner begon
Ajax voortvarend. Het voerde een waar bombardement uit
op het doel van Garcia Remon. Maar het enige moment dat
succes leek op te leveren was toen Hulshoff snoeihard de lat
trof.
Datzelfde lot was, na rust, een knal van Arnold Mühren (in
valler voor Schilcher) beschoren.In de 67e minuut brak Ajax
eindelijk de score open. Piet Keizer plaatste een vrije trap in
het strafschopgebied waar Arie Haan de bal terugkopte in
de voeten van Barry Hulshoff. Diens schuiver betekende 1-0.
het was veelbetekenend dat de treffer van een verdediger
kwam want de aanval liet het die avond afweten. Piet Kei
zer raakte zelfs zo geïrriteerd door het gebrek aan mazzel
dat hij zich verbaal op de arbiter afreageerde. Een gele
kaart was zijn loon en dat betekende dat hij er in de return
niet bij zou zijn.
Een andere Ajax-verdediger leek voor de beslissing te zor
gen. Ruud Krol scoorde uit -andermaal- een vrije trap van
Keizer. De 2-0 leek een mooi uitgangspunt voor de tweede
wedstrijd maar het liep anders. Vlak voor tijd moest Krol
aan de noodrem trekken door Santillana neer te leggen. De
vrije trap werd benut door Pirri die met eens schuiver Ajax'
uitblinker Stuy versloeg.
DE GERRIE MUHREN-SHOW
In het Bernabeu-stadion bleek al snel dat het Spaanse opti
misme slechts op hoop was gestoeld. Ajax "bevroor" de
wedstrijd met een koelbloedigheid die de ware Europa
Cup-houder verried. Ajax' uitblinker heette deze keer Ger
rie Mühren, die zijn stempel op het duel drukte. In de aan
val had coach Kovacs gekozen voor het jonge duo Rep en
Arnold Mühren in plaats van Sjaak Swart en de geschorste
Keizer. Voor rust beperkte Ajax zich tot het rondtikken van
de bal. Na de pauze sloegen de rood-witten toe. Ruud Krol
trok over links mee naar voren, zette voor en zag toe hoe
Gerrie Mühren de bal tegen de touwen pegelde: 0-1.
Real verhoogde mede met twee wissels de druk op het
Ajax-doel maar bleef achter de feiten aanlopen. Ajax be
heerste de wedstrijd volkomen en dat magistraal vertoon
van macht werd geïllustreerd door Gerrie Mühren. Met zijn
befaamde technisch vermogen ving hij een pass met de ma
gische linkervoet op en hield het leer een paar keer achte
loos hoog om het als slotaccoord even te laten rusten op de
wreef. Het Madrileense publiek werd er stil van. De Real-
spelers ook en de overwinnaar was bekend.
Op 30 mei zou Ajax in het stadion van Rode Ster in Belgra
do de eindstrijd aanbinden met Juventus.
Evert Vermeer
Ajax zet in het Olympisch
Stadion Real Madrid onder
druk. Keeper Garcia Remon
stompt de bal weg boven
het hoofd van Johnny Rep,
terwijl Pirri toekijkt.