In zijn eerste seizoen kwam Fons Groenendijk aanvanke lijk regelamtig in actie. Na een uitstekende start verloor hij echter zijn positie in het elftal. Dit seizoen begon Groenendijk met frisse moed, maar een zware en kelblessure, opgelopen in de uitwedstrijd tegen Sparta, wierp hem terug. Foto: Louis van de Vuurst KICK OFF NR. 14-11 Fons Groenendijk vertelt: Bij Ajax kom je alleen in aanmerking voor een basis plaats wanneer je honderd procent fit bent". Foto: Louis van de Vuurst een vaste basisplaats aan zat te komen, waren teloor ge gaan sinds de tik op Spangen. "Het is heel beroerd om zo zwaar geblesseerd te raken wanneer je het voornemen hebt om er een heel mooi jaar van te maken. Je weet dat je bij Ajax echt honderd procent moet zijn om mee te kunnen doen. Bij andere clubs hoefde ik dat niet altijd, dan was het geen probleem wanneer je een keertje niet alles gaf. Als ik honderd procent ben durf ik het gevecht om een basis plaats aan. Maar ben je dat niet, dan haak je af bij Ajax. Dat geldt bijna voor iedereen binnen onze selectie." FRISHEID TEKORT Om die honderd procent te halen is de voormalige speler van FC Den Haag en Roda JC sinds het begin van december weer hard gaan trainen. "Eerst alleen. En dat is verschrikke lijk. Dat gevoel om alleen bezig te zijn, hoe vervelend dat is, is moeilijk te omschrijven. Het moet tijdens die trainin gen echt vanuit je binnenste komen. Je moet jezelf voor ogen houden dat je nog een paar jaar lekker wilt voetbal len en die trainingen gewoon nodig zijn om terug te ko men aan de top." "Van huis uit heb ik een goede basisconditie. Het duurwerk heb ik daardoor zo weer te pakken. Maar op de training met de groep, waar het tempo heel hoog is, merk je ge woon dat je frisheid tekort komt. Mijn balgevoel was na die operatie nog steeds aanwezig. Daar was ik heel blij om. Maar dat laatste beetje conditie onbrak tot een week of twee geleden nog. Dat moet nu weer honderd procent zijn." WACHTEN OP DE TRAINER Na de revalidatie in december en een week trainen met A- selectie, maakte Fons op 9 januari in het tweede elftal van Ajax zijn rentree in een wedstrijd. In de acht dagen na die zaterdag speelde hij nog eens drie partijen met de reserves. Dit alles met het doel binnen nu en veertien dagen weer helemaal klaar te zijn voor de Amsterdamse hoofdmacht. "En wanneer dat moment aangebroken is, moet ik wachten tot de dag dat de trainer mij nodig heeft. Zo simpel is het. Dan moet ik zorgen dat ik er sta en hij niet meer om me heen kan. Tot die kans moet ik gewoon hard werken, op de trainingen tijdens de wedstrijden met het tweede. Natuur lijk is dat niet altijd even makkelijk. Spelen in het eerste is toch wat je wilt. Maar wanneer dat niet één, twee, drie ge beurt mag en zal ik daar niet onder lijden. Vrolijk blijf ik al tijd wel. Je weet gewoon datje in je voetbal-carrière een aantal malen moet incasseren. Dat hoort erbij. Je krijgt niets cadeau, helemaal niet bij Ajax." Ruud Pompert

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 1993 | | pagina 11