EEN GESLAAGDE CREATIE
DOMSTEDELINCEN VLAK
ACHTER DE TOP
FC UTRECHT,
''lijd
De rood-witte Utrechters
hebben zich van begin af
aan weten te handhaven op
het hoogste niveau en op
enkele jaren na zeer ver
dienstelijk vlak achter de
grote drie genesteld. Kort
om, FC Utrecht is volledig
geaccepteerd in de meest
centrale stad van ons land.
En toch, waar FC Utrecht
verscheen, verdween een
brok geschiedenis uit het Eredivisievoetbal waar we lang
plezier van hebben gehad. We hebben het natuurlijk over
DOS, één van die fraaie afkortingen die Nederland zolang
eigen was: Door Oefening Sterk. Een naam die het voetbal
herleidt tot een verfrissende simpelheid: wie maar genoeg
zijn best doet wint vanzelf. Dat het zo simpel niet ligt bleek
in de laatste betaalde jaren
van DOS. De club dankte
haar bijnaam 'de Kanaries'
aan het knalgele shirt bo
ven de zwarte broek.
Het elftal van DOS (voorlo
per van FC Utrecht) dat in
1958 na een bijzonder ener
verende strijd landskam
pioen werd. Staand van links
naar rechts: Nagtegaal, De
Munck, Temming, Van de
Bogert, Kraay en Westphaal.
Gehurkt: Visser, Krommert,
Lammers, Van der Linden
en Luiten.
BRETELS
Eind jaren zestig was dat
shirt getooid met twee verticale zwarte strepen, die op het
eerste gezicht de indruk wekten dat de Utrechters met bre
tels speelden. En het spel versterkte die indruk, want in die
periode vocht DOS elk jaar met de moed der wanhoop te
gen degradatie. Altijd met succes, dat wel, maar die eeuwi
ge doodsstrijd was DOS en de stad Utrecht toch onwaardig.
Tegen Ajax werd in de Galgenwaard zelfs afscheid geno
men met een recordnederlaag van 7-1.
Dertien jaar eerder prijkten dezelfde cijfers op het bord
toen DOS het beste seizoen van haar bestaan draaide en
het roemruchte Sparta op het eigen Kasteel diep verneder
de. Het vestigde definitief de reputatie van wondermidvoor
Tonnie van der Linden en brak die van Rinus Terlouw, die
na jarenlang 'de Rots' in de Sparta-verdediging te zijn ge
weest, de tijd van gaan rijp achtte.
Het was het seizoen waarin DOS voor de eerste en enige
keer de landstitel zou opeisen. Dat gebeurde na een onge
meen spannend seizoen, waarin ruim de helft van de clubs
halverwege nog uitzicht had op de bovenste plaats. Ten
slotte vielen ze stuk voor stuk af: ADO, VVV, NAC, MVV,
Fortuna en tenslotte, na een 5-1 afgang in de Galgenwaard,
Ajax. Tenslotte bleef DOS over, samen met Sportclub En
schede van Abe Lenstra, Joop Odenthal en Joop Janssen.
De kansen wisselden met de week: met nog vier wedstrij
den op de kalender leidde Enschede met drie punten. Maar
DOS' zege op Ajax en een nederlaag van Enschede bij
Blauw Wit bracht de Dom-
stedelingen terug in de
race. Nadat beide clubs hun
32e wedstrijd wonnen, was
het Enschede dat uitgleed
bij MVV en met een punt
achterstand de laatste
speeldag inging. Daarin
won het met 4-0 van Rapid JC en vernam vervolgens ver
heugd dat NOAD in de slotfase DOS een 3-3 gelijkspel had
afgedwongen. Dat bracht de twee clubs op gelijke hoogte
en derhalve moest een beslissingswedstrijd de kampioen
aanwijzen.
TOT DE DOOD...
Op 15 juni 1958 werd het een lange lijdensweg voor twee
nerveuze teams in de Nijmeegse Goffert. DOS, met befaam
de namen als Louis van de Bogert, Hans Kraay, Gerrit Krom
mert en Cor Luiten, wist niet te scoren en datzelfde gold
voor de Sportclub. Aldus floot scheidsrechter Leo Horn voor
de aftrap van een verlenging die zou duren 'tot de dood er
op volgde'. De eerste zeven en een halve minuut leverde
opnieuw geen treffer op, en ook de tweede periode niet.
Toen, eindelijk, in de honderdzevende minuut, viel de be
slissing toen Tonnie van der Linden met een koele bewe
ging doelman Van der Wint klopte en het feest kon losbar
sten.
De gedachte aan een landskampioenschap weigert de selec
tie van het huidige FC Utrecht vooralsnog serieus te nemen,
maar feit is dat ze er sinds die gedenkwaardige goal van
Van der Linden nooit meer zo goed hebben voorgestaan op
de ranglijst als nu.
Evert Vermeer
Tweeëntwintig jaar na de
oprichting uit de zieltogende
restanten van drie clubs kan
worden gesteld dat FC
Utrecht een geslaagde cre
atie is. Dat kan lang niet van
alle fusieclubs gezegd wor
den.