ALLEEN DE UEFA-CUP ONTBREEKT
A KTöIS TTO
In hetzelfde jaar dat de Europa Cup voor
Landskampioenen, voorde puristen nog
steeds DE Europa Cup, het levenslicht
aanschouwde werd ook een begin ge
maakt met het toernooi dat we nu ken
nen als het UEFA Cup-toernooi. In 1955
werd echter gestart als een een toernooi
tussen steden die een jaarbeurs beza
ten, vandaar dat het de naam "Jaar-
beursstedenbeker" kreeg.
De meeste steden vaardigden een club
elftal af maar sommige steden brachten
een combinatie van de beste spelers
van verschillende clubs uit hun stad bij
elkaar.
Dat gebeurde bij voorbeeld in het eerste
toernooi, toen Londen met een samen
gesteld eftal de finale bereikte. Die finale
werd overigens pas in 1958 gespeeld.
Barcelona was de eerste winnaar want
na een 2-2 gelijkspel in en tegen Londen
werd het in eigen omgeving 6-0 voor
Barcelona.
In de vroege jaren leefde het toernooi
sterk in de schaduw van het toernooi
der landskampioenen en, vanaf 1960,
ook in de schaduw van het Bekerwin-
naarstoernooi. Maar naarmate de finan
ciële belangen een grotere rol gingen
spelen, groeide ook het Jaarbeursbe
kertoernooi.
Tussen 1958 en 1966 kende het toer
nooi een Latijnse overheersing, Tussen
door wist alleen het Flongaarse Ferenc-
varos de bokaal te bemachtigen. Na
1966 kregen de Engelse clubs vat op
het toernooi. Achtereenvolgens Leeds
United, Newcastle United, Arsenal, weer
Leeds, Tottenham Hotspur en Liverpool
pakten de titel. In 1970 veroverde Ar
senal de beker, nadat het in de halve fi
nale Ajax had uitgeschakeld.
Een jaar later beleefde het Jaarbeursste-
dentoernooi haar laatste editie. Leeds
United werd winnaar door Juventus in
de finale van zich af te houden (2-2 in
Turijn, 1 -1 in Leeds).
De UEFA nam de organisatie van het
toernooi op zich en noemde het "nieu
we" toernooi naar zichzelf: UEFA Cup
toernooi. Maar voordat het zover was
vond er tussen de eerste (Barcelona) en
laatste (Leeds United) winnaar van de
Jaarbeursstedenbeker nog een duel
plaats. De winnende club mocht de tro
fee definitief in de prijzenkast bewaren.
Dat werd Barcelona, in het Nou Camp-
stadion de winnaar over Leeds (2-1).
Het UEFA Cup-toernooi groeide in sta
tus. In 1973 was Feyenoord de eerste
Nederlandse club die de beker verover
de (finalewinst op Tottenham Hotspur),
in 1978 gevolgd door PSV (winst op
Bastia). In 1981 was AZ '67 dicht bij de
zege maar de in een kampioensroes ver
kerende Alkmaarders gaven in de finale
de winstkansen uit handen (verlies tegen
Ipswich Town).
De laatste jaren is het loodzware toer
nooi (er wordt één ronde meer gespeeld
en de finale wordt beslist in twee wed
strijden) weer een zuidelijke aangelegen
heid. De laatste drie edities werden door
achtereenvolgens Napoli, Juventus en
de huidige titelverdediger Internazionale
gewonnen.
Ajax heeft een rijke Europa Cup-traditie.
Voordat de club het vorig seizoen uit Eu
ropa verbannen werd vanwege het inci
dent tijdens Ajax-Austria in 1989, speel
de de club vele, vele jaren onafgebroken
in één van de drie Europa Cup-toernooien.
De oogst mocht er ook zijn. Zes finales
speelde Ajax en vier daarvan werden ge
wonnen.
Foto 1 herinnert aan het moment na de
eerste Europa cup-winst, net terugge
komen uit Londen, waar Panathinaikos
met 2-0 werd verslagen, toont de Ajax-
ploeg op het bordes van de schouwburg
op het Amsterdamse Leidseplein de
Cup.
De tweede Europa Cup die Ajax vero
verde kwam mede tot stand via dit doel
punt van Johan Cruijff, gemaakt in de fi
nale te Rotterdam, waarin Internazionale
met 2-0 werd verslagen. Cruijff, hier
raak koppend tussen Facchetti, Swart
en Burgnich, maakte in die wedstrijd
beide doelpunten. (Foto 2)
Op foto 3 schittert tussen de fotografen
de Wereldbeker. Die werd in 1972 ge
wonnen na winst op het Argentijnse In-
dependiente uit Avvelaneda. De speler
in badjas, links, is Ajax' Duitse libero
Horst Blankenburg.
Nadat in 1973 de derde Europa Cup
voor landskampioenen in de wacht is
gesleept, pakt Ajax veertien jaar later de
Europa Cup voor Bekerwinnaars. Aan
voerder Marco van Basten, maker van
het enige doelpunt tegen Lokomotive
Leipzig, toont trots de Cup. Foto 4.
"Mister Ajax" Sjaak Swart showt op foto
5 een handjevol trofeeën. De toernooi-
beker links is de minst belangrijke. De
echte pronkstukken zijn natuurlijk de
drie Europa Cups en de Wereldbeker.
Swart hielp ze allemaal mee veroveren.
21