JOHNNY VAN T
CAPTAIN ZONDER BAND
"WE MOGEN GEEN MOMENT VERSLAPPEN"
mi
Soms voelt een mens dat iets niet fout
kan gaan. Dat een doel bereikt gaat
worden. Johnny van 't Schip had dat ge
voel op 1 april, om zes minuten voor zes
in het Marassi-stadion. In de spelerstun
nel keek hij nog eventjes om zich heen.
Naar Kreekie, Dennis, Stanley, Stefan,
Danny, Frank, Aran, Bryan, Willem en
Robbie. En John wist dat het goed zat;
één elftal, één doel. Na 78 officiële se
conden raakte Genoa voor het eerst de
bal. Om af te trappen. En dat zouden ze
nóg drie keer doen, één keer meer dan
Ajax. Schippies voorgevoel klopte.
Golflengte
Voordat er een bal geraakt was wist
Johnny van 't Schip dus al dat het goed
zou gaan in Genua. "De hele groep zat
op één lijn, had een gezamenlijk doel en
hoefde ook niet gemotiveerd te wor
den," vertelt Van 't Schip, "ledereen
leefde een aantal dagen op dezelfde
golflengte en wist waarmee hij bezig
was. Wanneer dat gevoel in een elftal zit
kan het bijna niet meer verkeerd gaan.
En dat is wel gebleken."
"Zo'n wedstrijd als Genoa-Ajax mag pas
gaan leven na de competitiewedstrijd op
zondag. In dit geval dus Sparta-Ajax",
gaat John verder. Hij kan een fijne glim
lach niet onderdrukken. Hij weet ook wel
dat het anders was in Rotterdam. De
mannen van Louis van Gaal moesten op
Spangen eerst met 1 -0 achter komen
om (weer) te beseffen dat er in de com
petitie ook nog een prijs weg te slepen
valt. "Zoiets mag eigenlijk niet gebeuren
wanneer je professioneel bezig bent",
legt Ajax' meest ervaren Europa Cup
man uit, "Maar je zag het: ergens in ons
achterhoofd waren wij toch al met het
Europa Cup-duel bezig en soms gaat
dat zelfs teveel meespelen en dut je in.".
Categorie Zaragoza Marseille
"Voor mij gaat een Europa Cup-duel pas
echt leven wanneer ik het vliegtuig in
stap. Vanaf dat moment is het alleen
nog maar die wedstrijd die telt. En dan
Een uitgelaten Johnny van 't Schip pre
senteert zich in uitgaanstenue. Van
avond draaft Johnny in volle concentra
tie op in een andere rood-witte
combinatie die even goed bij "De Tulp"
past. Het doel van de missie in het
Olympisch Stadion is het bereiken van
de finale die, zo weet Van 't Schip, alleen
met volle scherpte en de onvoorwaarde
lijke steun van het publiek te bereiken is.
Foto: Louis van de Vuurs
ga ik genieten van die sfeer. Wat mij be
treft was de wedstrijd tegen Genoa er
één in de categorie Zaragoza en Olympi-
que Marseille", zegt John, "Voor het hele
Nederlandse voetbal zijn onze wedstrij
den (en ook die van Feyenoord) de kren
ten in de pap. Het is zoveel meer dan
een competitiewedstrijd, je moet het
vergelijken met kwalificatiewedstrijden
van het Nederlands Elftal, en meedoen
aan een eindtoernooi. Een kwalificatie
wedstrijd is na één dag eigenlijk alweer
oude koek maar een wedstrijd op een
eindtoernooi houdt de mensen dagen
daarna nog bezig."
Onwerkelijk
Wat betreft de slag om Genua zorgde
vooral het eerste doelpunt voor veel ge
sprekstof; ook binnen de Ajax-gelede-
ren. Van 't Schip: "Die eerste minuut
was echt een beetje onwerkelijk. Alles
wat we van te voren hadden afgespro
ken kwam onmiddellijk uit. Door de vleu
gelspitsen steeds direct aan te spelen
en een individuele aktie wilden wij Ge
noa verrassen. Nou, bij de eerste de
beste bal was het raak. Branco, van wie
wij weten dat hij niet van verdedigen
houdt, gaf mij een paar meter ruimte,
waardoor ik die individuele aktie kon in
zetten. Ik kon de voorzet geven op Ste
fan die perfect vrijliep en mooi inkopte.
Daarna kregen wij nog wat kansen om
dat zij echt een half uur nodig hadden
om aan ons aanvallende spel te wennen.
Toen Genoa maatregelen had genomen
durfden wij niet meer te voetballen en
moest Stanley Menzo steeds uittrappen.
In de rust hebben wij gezegd dat wij die
durf van het eerste half uur weer moes
ten oppakken, dat gebeurde en het pak
te goed uit. De 2-0 gaf de verhoudingen
heel goed weer. We waren zelfs zó goed
dat we nog meer wilden."
Geen aanvoerder, wél
verantwoordelijk
Daar kwam het echter niet van. Twee
goals van Carlos Aguilera bestraften de
Amsterdamse hoogmoed.
"Je zag het gewoon misgaan", weet Van
't Schip zich te herinneren, "Ik heb er
ook een beetje de pest over in dat ik
daar geen verandering in kon brengen.
Ik ben dan wel geen aanvoerder meer,
maar ik voel mij door mijn ervaring wél
verantwoordelijk. Ik riep nog in het veld