Erwin Vandenbergh met René Vandereyken
in de rog
alledrie onze taken, dus ik zou niet van een
vrije rol durven spreken. Die taken die de trainer
ons oplegt, verschillen van wedstrijd tot
wedstrijd, zelfs tijdens de match worden er ver
anderingen doorgegeven. Het is geen vaste
taktiek".
Dat is een wezenlijk verschil met jul
lie Amsterdamse tegenstander?
Erwin: "Ik denk dat Nederlandse clubs in
het algemeen meer met vaste posities wer
ken. Ajax heeft één bepaalde speelstijl en
daar wordt altijd aan vastgehouden. Valt
er een speler uit, gaat men niet schuiven,
maar neemt een spelers van de bank die in
die positie uitkomt. Dat gebeurt in België
veel minder. Hier heeft men de neiging het
uitvallen van één speler op te vangen door in
de ploeg te gaan schuiven. Omdat dat bij
Ajax niet gebeurt, staat er soms een speler
uit de eigen jeugdopleiding in de eerste
ploeg, waar je nog nooit van gehoord hebt.
Die jongen heeft in de jeugd of in de reser-
ven altijd in die positie gespeeld in functie
van het eerste elftal. In Nederland wordt er
vanaf de jongste jeugd meestal in dezelfde
veldbezetting gespeeld, zoiets is ondenkbaar
in België. Daarom is het altijd een botsen van
systemen tussen Nederland en België.
Belgische clubs kunnen zich gemakkelijker
aanpassen aan de tegenstrever. Als je tegen
een erg sterke ploeg moet spelen, kan je
door taktische ingrepen en verschuivin-
gingen de tegenstander opvangen. Het Ne
derlandse systeem kan dat moeilijker, maar
heeft als voordeel dat zij in de opbouw, in de
aanval sterker zijn door hun automatismen.
Het is altijd een botsen tussen een vast pa
troon en improvisatie met het verrassings
element".
Hun spelstijl zal hen ook verbieden
hier te komen verdedigen?
Erwin: "Waarschijnlijk. Ze kunnen dat niet
denk ik, het systeem waar ze al jaren in spelen
valt dan uit elkaar. Je kan een extra mannetje
achterin laten uitkomen, wat meer zekerheid
inbouwen, maar de ware aard kan je niet ver
doezelen. Ze zullen zeker vrij offensief spe
len".
Geeft dat meer ruimte voor de Gentse
spitsen?
Erwin: "Ja natuurlijk. Vooral tegen Ajax. Het
zijn twee ploegen die absoluut willen voetbal
len, normaal gesproken zou het een mooie
wedstrijd kunnen worden. Juist omdat beide
ploegen met die instelling op het veld komen,
kan het echt alle kanten uitgaan. Je kan geen
zinnige prognose maken. Daarom zijn we ook
niet kansloos. We moeten onszelf blijven,
niets willen forceren, proberen in ons spelletje
te komen. Maar nogmaals, die eerste wed
strijd is m.i. niet beslissend; 0-0 is voor mij
een goede uitslag. Maar zit er meer in, dan
moet je ook proberen dat doelpunt te pak
ken".
Ajax-trainer Van Gaal had liever
Liverpool geloot?
Erwin: "Op het moment dat Dynamo Mos
kou onze tegenstrever werd, ging onze voor
keur ook uit naar Real Madrid of Ajax. Wan
neer je tegen zulke tegenstrevers eruit vliegt is
er niets aan de hand, de wet van de sterkste.
Als Ajax nu door het (lacht) 'kleine'
K.A.A.Gent uit de UEFA-Beker wordt gewipt,
dat zijn de poppen aan het dansen. Als trainer
is een verlies tegen Real Madrid veel beter te
verkopen".
Misschien had hij zijn club meer kans
gegeven tegen de Engelsen?
Erwin lachend: "Da's mogelijk, dat zullen
we wel zien op achttien maart!
In de Nederlandse competitie zijn er
clubs die in Amsterdam de boel net
jes afsluiten en op de 0-0 mikken.
Erwin: "Anderlecht-Genk 0-1, dat is in Bel
gië ook waar. Daar worden wij hier ook mee
geconfronteerd. Na ons schitterende seizoen
werden wij door de anderen ook bekeken als
een topclub, waar ze graag één puntje van
wilden snoepen. Die clubs weten dat Ajax of
Anderlecht toch aanvalt en niet tevreden zijn
met een gelijkspel. Nee, dat is niet exclusief
Nederlands".
Volg je nu meer de Nederlandse tele
visie om je directe tegenstander beter
te leren kennen?
Erwin: "Nee, dat houdt me echt niet bezig.
Ik kijk wel regelmatig naar de Nederlandse
sportprogramma's, maar om nu te weten
wie tegen mij gaat spelen, daar lig ik niet
wakker van, volstrekt niet. Voor een keeper
is het misschien gemakkelijk je tegenstanders
te analyseren, maar voor een voorspeler
heeft dat geen nut. Een verdediger kan een
spits proberen uit te schakelen, door te
zien welke beweging hij maakt, maar als
aanvaller speel je toch intuïtief. De trainer
kan uitvoerig een prachtige taktiek op het
bord schrijven, maar na vijf minuten kan
het in de wedstrijd al helemaal anders verlo
pen".
We zullen de cirkel rond maken: Hoe
lang gaat Erwin Vandenbergh nog
door?
Erwin: "Ik heb nog een kontrakt voor twee
seizoenen, dan ben ik vijfendertig en ik hoop
die twee jaar uit te dienen in Gent. Dan bekijk
ik het of het nog mogelijk is om op topniveau
door te gaan. Voel ik dat ik het niet meer op
kan brengen, stop ik. Anders misschien nog
een jaartje erbij. Wie weet in een andere posi
tie, maar zolang ik kan, in de huidige positie.
(Lachend) Achteruitschuiven kan je altijd,
vooruit is moeilijker. Als je Willy Wellens ziet
spelen, chapeau!
Als je als achttien-, negentienjarige in de
top terecht komt en je kan tot je dertigste
meedraaien, is alles wat daarboven komt
meegenomen als profvoetballer. Dan heb je
een mooie carrière gehad. Natuurlijk zijn er
uitzonderingen die verder gaan. Wilfried Van
Moer, Willy Wellens, Morten Olsen, Lazlo
Fazekas, ieder lichaam is anders".
Verzorging?
Erwin: "Ik denk dat de belasting heel belang
rijk is als speler. Als je nooit een blessure hebt
gehad, die je maanden uit de strijd werpt, dat
dan je carrière iets minder lang duurt. Bezie
het als een soort rustperiode, zodat je lichaam
de tijd krijgt te recupereren. Kijk naar Van
Moer, die enkele serieuze kwetsuren heeft ge
kend en tot op latere leeftijd aan de top in de
nationale ploeg mee heeft gespeeld. Nee, ik
wil zeker nog twee jaar volmaken, dan zien
we verder"
Er zijn spelers die aangepast of min
der trainen. Hof kens bij K.V.Kortrijk,
Clijsters bij K.V.Mechelen?
Erwin: "Sommige spelers hebben zware
training nodig, anderen veel minder. Vroeger
werd daar nauwelijks naar gekeken, momen
teel is er een grote aanpassing geweest. Er
wordt regelmatig meer individueel getraind en
dat is belangrijk voor een speler boven de der
tig. Je moet blijven trainen, natuurlijk, maar
die druk om telkens heel intens, heel diep te
gaan is niet meer nodig. Daar is begrip voor.
Minder trainen is o.k.als je maar presteert op
zondag, daar gaat het toch om".
Trainer Erwin Vandenbergh?
Erwin: "Vroeger wilde ik nooit trainer wor
den, maar naarmate je ouder wordt, verander
je. Zeker als je de voorbeelden in de praktijk
ziet. Steeds meer clubs zoeken oudere spelers
als trainer. De (dure) buitenlandse toppers,
wat kunnen die meer? Als je die trend ziet en
je hebt zo'n carrière meegemaakt, dan denk
je; "Waarom ik ook niet"? Het is nog ver weg,
twee jaar".
Heizelschool?
Erwin: "Ach, we zitten nog niet met een ver
plichting in tegenstelling tot andere landen.
Maar als je ziet dat de facteur van achter de
hoek het in zijn hoofd krijgt mee in te schrij
ven in Brussel, netjes studeert en eerst uit
komt dat hij dan een goede trainer is? Laat
hem één keer met de bal jongleren, dat kan hij
niet. Daarnaast de speler die vijftien jaar lang
het métier van dichtbij heeft meegemaakt, op
niveau heeft gespeeld en uit de boot valt. Ge
lukkig is er nog geen verplichting in België,
maar dat gaat met de Europese eenwording
komen. Spijtig, je wordt dan verplicht die
school te volgen".
De nieuwe aanpak van de Limburgse
trainerschool die er duidelijk op ge
richt is oud-voetballers de kans te ge
ven de opleiding te volgen in perfecte
combinatie met topvoetbal?
Erwin: "Ideaal! Ik heb de indruk dat de
Heizelschool op bepaalde situaties veel te ver
gaat. De Limburgse aanpak is meer praktijk
gericht en ik denk dat weinig spelers daar
moeite mee hebben die opleiding te volgen.
Want je hebt die opleiding nodig. Daarbij zijn
het uren waarin een profvoetballer zich vrij
kan maken. Da's de toekomst in mijn ogen.
Voetbaltrainer is toch een vak voor oud-voet
ballers".
P.P.
13