GESCHIEDENI
SLECHTS EEN PUNT VOOR UTRECHT
IN DE MEER
4
We zijn er nu wel aan gewend, maar in
1970 was het nog een iets te glad, post
modern verschijnsel in het voetbalwe
reldje: de zojuist opgerichte FC Utrecht
immers had maar liefst drie clubs weg
gevaagd uit het betaalde voetbal, en dat
waren clubs met een zekere reputatie:
Velox was de kleinste, in 1902 ontstaan
uit de fusie van DES en DSG. De ploeg,
gehuld in een geel-zwart gestreept shirt
a la Vitesse, had het nooit echt gemaakt;
de clubgeschiedenis is een aaneen
schakeling van verloren beslissings- en
promotiewedstrijden. Maar kort voor het
verscheiden van de betaalde afdeling
verwierf Velox zich toch nog een plaats
in de historie als eerste club die een
contract had aangeboden aan een jon
geman aan wie Nederland nog veel ple
zier zou beleven: Wim van Hanegem.
Elinkwijk was van origine eigenlijk geen
Utrechtse club, maar ressorteerde on
der het naburige Zuilen. In de jaren der
tig werd deze kleine gemeente met het
fraaie slot door Utrecht geannexeerd en
kwam ook Elinkwijk derhalve binnen de
grenzen van de Domstad terecht. De
club was opgericht in 1919, maar nam
de tijd voor de opmars: pas in 1951
speelde Elinkwijk in de eerste klasse en
handhaafde zich daar bij de invoering
van het betaalde voetbal. In 1956 was
Elinkwijk de eerste betaalde club die het
Nederlandse voetbal verrijkte met het
raffinement van het Surinaamse voetbal.
Enigszins aandoenlijk is de foto die werd
genomen op 25 november van dat jaar,
Het elftal van DOS dat in het seizoen
1958-1959 de landstitel verdedigde.
Staande van links naar rechts: Nagte-
gaal, De Munck, Temming, Van de Bo-
gert, Kraay en Westphaal. Zittend: Vis
ser, Krommert, Lammers, Van der
Linden en Luiten.
toen de vers gearriveerde Humphrey
Mijnals debuteerde tegen Sparta met
een warme ijsmuts op het kleumende
hoofd. Na die koude start zou Mijnals
zich in het volgende seizoen ontwikkelen
tot een zeer betrouwbare spil, hij haalde
in 1960 zelfs het Nederlands Elftal, het
eerste gekleurde bloed in Oranje sinds
de (overigens bescheiden) inbreng van
'ons Indië' aan het begin van de eeuw.
Elinkwijk was zo tevreden over de 'Suri
naamse connectie', dat al snel ook Mij
nals' broer Frank, Michel Kruin, Jozef
Siahaya en Erwin Sparendam het licht
blauw shirt droegen, waarbij de laatste
om de paar jaar pendelde tussen Elink
wijk en Blauw Wit. Met een ervaren
kracht als Piet Kraak tussen de palen en
de veelbelovende Beertje Kreijermaat op
het middenveld gold Elinkwijk als een
gereputeerd nekkebreker voor topclubs
in die tijd.
In 1961 begon de weg terug voor Elink
wijk, na spectaculaire promotie/degra
datie-wedstrijden tegen De Volewijc-
kers. Op het Mosveld, het gezelligste
voetbalveld van Amsterdam, wonnen de
mannen van 't-overkant-van-'t-IJ met
4-3; in de return in Utrecht stond een
paar dagen later tien minuten voor tijd
een stand van 4-1 op het scorebord. De
Volewijck-aanhangers die toen teleurge
steld de tribune verlieten, hebben dat
hun leven lang betreurd. Nadat de ge
vreesde Wout Schaft tweemaal had raak
geschoten, werd in de voorlaatste mi
nuut een inzet van Willy van 't Hek door
Humphrey Mijnals van richting veran
derd en was Elinkwijk het Eredivisie
schap kwijt. Tussen 1965 en 1967 keer
de het nog even terug op het hoogste
plan, maar in 1970 was Elinkwijk één
van de vele marginale eerste-divisie-
clubs geworden.
DOS ('Door Oefening Sterk') was een
laatbloeier. Het was al opgericht in
1901maar bereikte de eerste klasse
pas in 1938. Een afdelingskampioen
schap in 1954 vond geen vervolg in de
kampioenscompetitie, maar in 1958
greep DOS het landskampioenschap.
Dat geschiedde in passende stijl: met
één punt achterstand op het SC En
schede van Abe Lenstra ging DOS de
slotfase van de competitie in. Op de
voorlaatste speeldag won het met 6-1
van WV, en ging Enschede met 2-1 on
deruit bij MVV. Op de slotdag echter
miste DOS de landstitel door bij NOAD
in de eindfase een 3-2 voorsprong toch
nog in een gelijkspel te zien verbleken,
terwijl Enschede Rapid JC versloeg. Dat
betekende een beslissingswedstrijd, die
op 15 juni 1958 in de Nijmeegse Goffert
werd afgewikkeld. Negentig minuten
lang hielden de ploegen elkaar in even
wicht, waarna in de 17e minuut van de
verlenging de balans werd verbroken
door de keizer van Utrecht: Tonny van
der Linden. Het zou de enige titel blijven
voor DOS, dat nog een aantal jaren in de
subtop meedraaide maar na het vertrek
van Van der Linden definitief afzakte tot
een jaarlijkse degradatiekandidaat die
echter telkens weer als Houdini wist te
ontsnappen aan het schier onvermijdelij
ke.
De fusie
In 1970 werden de krachten van de drie
clubs-in-mineur gebundeld, en naar vol
le tevredenheid, zo kan ruim twintig jaar
later worden geconcludeerd. FC Utrecht
wist zich doorgaans net achter de top
pers op de ranglijst te nestelen, ontfut
selde Feyenoord regelmatig punten
maar kreeg op Ajax nimmer vat. Vijftien
jaar lang slaagde Utrecht er niet in de
Amsterdammers op de knieën te krijgen,
maar op 20 oktober 1985 was het dan
zover. Na 26 minuten werd de enige
treffer ter wereld gebracht door de
Utrechtse luchtheld, de Rode Baron,
John van Loen. En het curieuze is dat
waar Ajax tot dan toe nooit in de Gal
genwaard had verloren, het sindsdien
geen wedstrijd meer won. Vier nederla
gen en drie puntendelingen verder staat
FC Utrecht voor de taak de andere kant
van de statistische medaille geweld aan
te doen. Want in de Meer is er tot dusver
nauwelijks eer te behalen geweest voor
de FC: in 21 jaar werd er bij Ajax 20 maal
verloren. Pas vorig seizoen werd voor
het eerst een punt gepakt, maar de eer
ste zege laat nog altijd op zich wachten.
En dat kan ons in Amsterdam niet lang
genoeg duren.
Evert Vermeer
5