PETRA DORRESTIJN
In deze rubriek laten bekende en minder bekende vrouwen
hun licht schijnen over het fenomeen voetbal. Vandaag is de
gastschrijfster Petra Dorrestijn.
Petra Dorrestijn is als free-lance journaliste
werkzaam bij Studio Sport.
Ik moest er meteen weer aan denken,
toen het Nederlands Elftal zich op 4 de
cember plaatste voor het EK in Zweden:
3 1/2 jaar geleden, juni 1988 in Duits
land.
En dan dacht ik nog niet eens aan de fi
nale of, beter nog, de halve finale.
Nee, mijn gedachten gingen uit naar die
wedstrijd daarvóór, in Gelsenkirchen.
Nederland - Ierland, de beslissende
wedstrijd in de poule, de wedstrijd waar
ik bij was.
Samen met twee vrienden was ik die
morgen in de auto gestapt. We wilden
het risico vermijden in een file terecht te
komen en waren er helemaal klaar voor.
Twee van ons waren nog redelijk be
scheiden uitgedost, met een oranje pet
je, maar bij de derde had de Oranje
koorts duidelijk toegeslagen. Niets bij
hem thuis wat maar enigszins oranje
was, was veilig. En zo kon het gebeuren
dat hij in een oranje-lap met twee gaten
aankwam. Die lap was in zijn glorietijd
een zonnescherm geweest. Bovendien
had onze vriend voor zijn kaalgeschoren
hoofd plaatsvervangend haar gevonden
in de vorm van een Gullit-pet.
En zo gingen wij op pad.
We waren al om tien uur in Gelsenkir
chen, waar we de Oranje-stroom volg
den naar de cafés, en daarna naar het
stadion, want daar kwamen we tenslotte
voor.
En daar zaten we dan, in een immens
groot stadion dat er voor negen-tiende
uitzag als een oranje zee. Vol bravoure
werd er gezongen dat we wel even naar
München zouden gaan want wij waren
immers de "champions". Daar was ie
dereen het over eens. Die boerenpum
mels onder leiding van Jackie "Giraffe"
Charlton zouden we even laten zien wat
voetballen was. Kwamen we daar even
bedrogen uit...
Onze jongens oefenden wel pressie uit
maar konden geen moment een gat
slaan in de stugge verdediging van de
leren. Sterker, de leren kregen nog kan
sen die er echter door 'het engeltje van
Van Breukelen' niet ingingen.
En dus werd het steeds stiller.
De oranje-koppies hingen omlaag en het
oerhollandse schelden begon. "Die Koe
man moeten ze wisselen, hij krijgt geen
bal goed van zijn slof", en "Hebben wij
hier nu bijna honderd piek voor be
taald?" Ik bedoel maar, hollandser kon
het gewoon niet.
Ook mijn vriend met het zonnescherm
en de Gullit-pet keek steeds bedenkelij
ker. Af en toe uitte hij nog een ruige
kreet, vergezeld van enorme vloeken en
scheldwoorden.
Om er dan toch maar het beste van te
maken, probeerde ik nog wat te doen
aan het Oranje-gevoel, want dat kleine
groepje leren dat al vanaf het begin niets
anders deed dan zingen, begon te over
heersen. Ik zag alleen maar Ierse vlag
gen zwaaien. De Oranje-zee was kalm.
In de 83e minuut zette er weer een piep
klein wave-je op. Mijn ogen waren ge
richt op die aankomende golf en zo zag
ik maar half dat Koeman aanlegde voor
een schot. Een totaal mislukt schot, dat
op wonderbaarlijke wijze op de blonde
kruin van Kieft belandde. Ik geloofde
echter niet in wonderen. De wave was
nu vlakbij. Uit mijn ooghoek zag ik Pat
Bonner struikelen en plotseling bolde
het net.
Alle scheldkanonnades waren vergeten.
Willem Kieft was de held en alles om mij
heen werd oranje.
Nu gingen wij natuurlijk weer naar Mün
chen, we waren weerde "champions".
We waren onoverwinnelijk en dus keek
ik triomfantelijk naar het Ierse vak. Tot
mijn stomme verbazing hield het gezang
daar niet op. Wat wij het grootste deel
van de wedstrijd niet hadden kunnen
opbrengen, deden zij wel: ze zongen -in
verloren positie- gewoon door. A|
Die ene man vergeet ik nooit meer. Wij
kwamen hem bij het verlaten van het
stadion tegen. Een Ier van middelbare
leeftijd die zijn groene petje wilde ruilen
tegen een oranje petje van ons. Hij was
de vriendelijkheid zelve en zijn woorden
onvergetelijk: "I hope you will win the
tournament". En hij hoopte het echt. Ik
moest denken aan wat wij gezegd zou
den hebben wanneer het 0-0 was geble
ven en Oranje zou zijn uitgeschakeld.
Ik heb sindsdien nooit meer iemand op
zulke sportieve woorden kunnen betrap
pen. Ook vandaag zal het waarschijnlijk
niet gebeuren. "I hope you will win the
tournament", ik hoop dat jullie de KNVB-
beker zullen winnen. Nee, ik zal het niet
horen, daar zijn wij teveel Hollander
voor.
Tecmessa is in het toneelstuk "AJAX" van de klassieke Griekse toneelschrijver Sophocles, de vrouw van de Griekse held, naar
wie de voetbalclub werd genoemd.
8