AJAX - AC MILAN
14
Na de ontsnapping in Trnava
was er in elk geval op één
punt winst geboekt: het ge
vaarvan overschatting van de
eigen mogelijkheden was al
vast een stuk minder. En dat
kon geen kwaad, want de te
genstander in de eerste Euro
pacup-finale die door een Ne
derlandse club zou worden
gespeeld, op 28 mei 1969 in
het Bernabeu-stadion in Ma
drid, was er één van formaat:
AC Milan, in 1963 al eens
winnaar van het toernooi, had
een verdediging waarop de
befaamde aanval van Man
chester United, met George
Best, Bobby Charlton en Brian Kidd,
zich in de halve finale te pletter had gelo
pen. Ook Milan had zich geschikt naar
het door velen zo verfoeide catenaccio
dat het Italiaanse clubvoetbal in de jaren
zestig zoveel succes had gebracht:
voetballen vanuit een gesloten verdedi
ging, met een ausputzer als extra slot op
de deur. Milan had Malatrasi op die po
sitie, met daarvóór mandekkers van for
maat. Voor de tegenaanval beschikte
Milan onder meer over de sluwe Zweed
se veteraan Kurt Hamrin en de topscorer
van de Serie-A, Pierino Prati. Maar bo
venal bezat het op het middenveld de
'wonder boy' van het Italiaanse voetbal,
Gianni Rivera. De 26-jarige middenvel
der had een fabelachtige techniek en
een loepzuivere pass waarmee de snelle
spitsen menige wedstrijd op de counter
konden beslissen.
Ajax kon zich met een zekere rust op de
belangrijkste wedstrijd uit haar geschie
denis concentreren: de landstitel was al
zo goed als onbereikbaar (en werd het
weekeinde voor de grote strijd door
Feyenoord in beslag genomen; Ajax had
vrij gekregen). Piet Keizer (kuitbeen),
Hulshoff (enkel), Van Duivenbode
(maagklachten), Danielsson en Nuninga
(verkoudheid) hadden zo gelegenheid
op tijd fit te worden.
De voorbeschouwingen in de pers we
zen vrijwel alle in de richting van het er
varener AC Milan, de Italiaanse pers
schreef zelfs wat badinerend over Ajax.
Milan-trainer Nero Rocco was wat re
alistischer in zijn uitlatingen, meende
ook wel de beste kansen te hebben,
maar was door zijn spionerende assis
tent Maldini gewaarschuwd voor het
duo Cruijff-Keizer. De Nederlandse pers
hoopte duidelijk op een wonder, maar
erkende in alle eerlijkheid dat Ajax een
zeer goede dag met veel geluk nodig
zou hebben.
En de supporters? Die zaten óf in Ma-
Ajax als eerste Nederlandse club in de
Europa Cup-finale. Aanvoerder Gert
Bals presenteert zich samen met
scheidsrechter Ortiz de Mendebil en Mi-
lan-aanvoerder Gianni Rivera aan het
publiek.
drid (met zijn twaalfduizenden) óf thuis
bij de buis, samen met 250 miljoen an
deren in 21 landen. Zij hoopten stiekem
die avond een voetbalfeest te kunnen
vieren als nooit tevoren.
Om kwart over tien waren de Ajacieden
alleen nog maar blij dat hun neus van
voren zat en niet opzij. Negentig minu
ten lang was Ajax van hot naar her ge
stuurd en geen moment in haar bekende
spelletje gekomen.
Om vier minuten over half negen werd
afgetrapt, om vijf minuten over half ne
gen werd de toon al gezet, toen Anqui-
letti Prati aanspeelde en Bals diens
schot geschrokken op de rechterpaal
zag stukslaan. Zes minuten later beland
de de bal bij de Argentijn Sormani. Deze
stuurde met een schijnbeweging Huls
hoff het bos in en sprintte de lange voor
stopper eruit. Zijn pass bereikte het
hoofd van Prati, die de bal met het hoofd
langs Bals kopte. Die snelle achterstand
was hoogst deprimerend voor Ajax, dat
weer in de wedstrijd trachtte te komen
op de haar eigen wijze: onverdroten
aanvallen. Daarmee speelde het recht in
de kaart van Milan, dat Ajax een optisch
overwicht op het middenveld gunde,
maar de touwtjes stevig in handen hield.
Nadat Ajax aldus een minuutje of twintig
op het Italiaanse doel had mogen storm
lopen was het opnieuw Prati die toe
sloeg. Hij werkte zich de Ajax-verdedi-
ging binnen, speelde Rivera aan, kreeg
hem via een hakballetje terug en schoot
raak: 2-0. Bij die treffer werd Milan overi
gens enigszins geholpen door de
Spaanse scheidsrechter, Ortiz de Men-
dibil, die vlak daarvoor niet had gefloten
toen Suurbier onderuit ge
haald werd.
Ajax bleef volharden maar
moest constateren dat Rosa-
ti Cruijff evenzeer in de zak
had als enkele weken tevoren
Dennis Law, en Keizer tegen
over Schnellinger volslagen
onzichtbaar was. Althans, op
één moment na: een kwartier
na de rust verwierf de grillige
linksbuiten zichzelf een
schietkans, die hem werd
ontnomen door een overtre
ding van Lodetti. Keizer
stortte theatraal ter aarde en
kreeg de gewenste straf
schop. Tijdens de aanloop
trachtte Cudicini, de fameuze Zwarte
Spin in het Milan-doel, Vasovic uit ba
lans te brengen door te vroeg een stapje
naar voren te doen. Koelbloedig stapte
de Joegoslaaf over de bal heen, en
dwong zo de Italiaan bij de tweede aan
loop netjes op de doellijn te blijven; on
berispelijk ging het schot in de hoek: 2-
1Milan, even geschrokken, zette
meteen orde op zaken. Rivera schoot
net voorlangs, Bals redde stompend bij
een schot van Hamrin, en ook Sormani
miste nog een kans. In de 22e minuut
kreeg Sormani de bal op het middenveld
aangespeeld, zag Van Duivenbode wei
felen met aanvallen en schoot van twin
tig meter hard en zuiver raak: 3-1Twee
minuten later maakte Van Duivenbode
zijn fout bijna goed, maar zijn schot
schampte de paal. De slotfase was een
show van de Milan-sterren, die het dap
per doorstrijdende Ajax volkomen weg
tikten. Nadat Lodetti alleen voor Bals
had gefaald en Trappatoni een voorzet
van Rivera net naast had gekopt, dook
Rivera vrij voor Bals op, die door goed
uitlopen de hoek verkleinde. Rivera trok
de bal vervolgens terug op de toelopen
de Prati, die Bals voor de vierde maal
passeerde.
Alle Ajacieden slikten manmoedig hun
teleurstelling weg toen Rivera en niet
Bals de Europa Cup uit handen van
UEFA-voorzitter Wiederkehr In ont
vangst mocht nemen. Weinigen hadden
aan het begin van het seizoen gemeend
dat Ajax het zo ver zou brengen. Zelfs
experts niet, en de 'immer optimisti
sche' Volkskrant-verslaggever Ben de
Graaf voorspelde in zijn nabeschouwing
dat het nog wel even zou duren voor er
weer een Nederlandse club in de finale
zou staan. Vier jaar achtereen zou hij zijn
ongelijk onder de neus gewreven krijgen
terwijl Nederland voetballend Europa
onder de voet walste.
Evert Vermeer