m m OUDE DOOS EEN PET, EEN GELE TRUI EN EEN GROTE STAAT VAN DIENST: Eerder dit jaar deden wij in het Ajax- programma een greep uit de doos met internationals. Daar zat Gert Bals niet bij, eenvoudig omdat de Oranjetrui de Ajax-aanvoerder en -keeper nimmer vergund was. In zekere zin merkwaardig, omdat Bals zich in de jaren dat Ajax via de Europacup inter nationaal aan de weg timmerde, ont wikkelde tot een van 's lands meest ervaren keepers. Eddy Pieters Graaf land, en later de atletische figuur van Jan Beveren lieten zich echter niet uit het keurkorps wegdrukken. Maar omdat Gerrit bij drie belangrijkste hoofdrolspelers van vandaag, Ajax, Vitesse en PSV, speelde gunnen we hem deze pagina met graagte. Opvolger Bekkering Gerrit Bals werd op 18 oktober 1936 geboren in Utrecht, waar hij zijn car rière begon bij RUC. In 1949 stapte hij over naar Zeist, en haalde daar de UEFA-jeugd. In 1955 werd hij aange trokken door Zeist, dat dat jaar haar intrede deed in het betaalde voetbal. Na inmiddels eenmaal in het thans niet meer bestaande Nederlands elftal 18- 20-jarigen te hebben gespeeld, stapte Gerrit in 1957 over naar 't Gooi, werd daarmee kampioen van de tweede divisie A in 1959 en haalde Jong Oranje (tegen Schotland, 2—1 winst). In 1961 debuteerde hij in de Eredivisie bij PSV, waar hij Pim Bekkering opvolgde. Op 20 augustus haalde hij zijn eerste Eredivisiebal uit het net tegen VW (Gijs Nass was de maker), maar won wel met 3—1Bals speelde vier jaar bij PSV, werd in 1963 lands kampioen (de beslissende wedstrijd werd met 5-2 gewonnen van Ajax) en speelde welgeteld 150 wedstrijden (hij miste er maar vier), waarin hij 159 maal werd gepasseerd. In 1965 maakte Bals de overstap naar het drastisch reorganiserende Ajax, dat f 75.000 voor hem betaalde. Hij nam de stek van Bertus Hoogerman over, haalde al zijn eerste seizoen een landskampioenschap en speelde aldus Europa Cup. Voor de meeste Ajacie- den iets nieuws, maar niet voor Bals, die met PSV al eens de kwartfinale had gehaald. Herkenbaar Gert Bals was een keeper met het model dat Ajax jarenlang onder de lat heeft gehad: betrouwbaar, maar met een merkwaardige stijl. Zijn verschij ning was om te beginnen herkenbaar: een grote pet op het hoofd en onver anderlijk gekleed in een felgele trui. Dat was een psychologisch zetje van de goalie, gebaseerd op wetenschap pelijke ondervindingen dat mensen geneigd zijn naar een felle kleur toe te schieten in plaats van erlangs. Evenals Hoogerman voor hem en Heinz Stuy na hem verstond Bals als Zomer 1965 Gert Bals, derde van rechts tussen Co Prins en Tonnie Pronk, meldt zich op de eerste trai ning van Ajax. Van 1961 tot 1965 had Bals het doel van PSV verdedigd en hij zou tot en met de (verlo ren) Europa Cup-finale van 1969 bij Ajax onder de lat staan. weinig anderen de kunst de meest onmogelijke ballen uit zijn doel te hou den om zich vervolgens te vergissen in een knullig stuiterballetje. Wat dat betreft was het seizoen 1968-69 het meest spraakmakende jaar. Bij het ambitieuze FC Twente gooide hij ver keerd uit en denderde Twente naar een 5-1 overwinning. Een paar weken later, tegen Feyenoord, scoorde Henk Wery het enige doelpunt met een kop bal via de grond, die Bals onder de arm door liet glippen. Maar daar stond tegenover dat Bals misschien wel de meest meevoetballende keeper was die Nederland (en wellicht Europa) op dat moment rijk was; een mooi bezit voor het aanvallend ingestelde Ajax. Zijn verre uitlopen deed af en toe het bloed in de aderen bevriezen, maar brak menige tegenaanval in de kiem en zette bovendien de Ajax-vuurlinie weer bliksemsnel aan het werk. Mis schien wel zijn beste wedstrijd speelde Bals in april 1969 bij Spartak Trnava, waar Ajax in de halve finale een 3-0 voorsprong verdedigde. De Tsjechische openingstreffer kwam vol ledig op het conto van Bals, die de bal bij een uitgooi voor de voeten van Ladislav Kuna wierp, die onmiddellijk profiteerde. De zichzelf vervloekende Bals speelde daarna een fenomenale wedstrijd, waarin hij 2—0 niet kon ver hinderen, maar verder de meest onmo gelijke inzetten uit zijn doel hield. Het hoogtepunt kwam vlak voor tijd, toen Majernik van dichtbij hard inschoot, maar Bals vanuit een liggende hou ding met een bliksemreflex de bal nog buiten de palen werkte en zo de eer ste finaleplaats van Ajax veilig stelde. Een finale, in Madrid, waarin hij als aanvoerder Cianni Rivera van Milan de hand mocht schudden en vervolgens viermaal de bal uit het doel moest halen. Naar Vitesse In 1970, bij de bijna jaarlijkse verjon gingsronde, bood Ajax Bals te koop aan (de club kon destijds spelers op de transferlijst en daarmee in de eta lage zetten). Vitesse, waar Ajax- assistenttrainer Cor Brom inmiddels de scepter zwaaide, investeerde in zijn routine en promoveerde dat jaar naar de Eredivisie. In zijn laatste jaar in de hoogste klasse voegde Bals aldus nog 25 wedstrijden aan zijn totaal toe, waarin hij 54 maal werd gepasseerd. Aan het eind van het seizoen zette de 36-jarige Bals een punt achter zijn carrière; enkele jaren later keerde hij terug op de sportpagina's als trainer in het amateurvoetbal), momenteel traint hij niet zonder succes het Veenen- daalse DOVO. Evert Vermeer 9

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 1991 | | pagina 9