VITESSE, EEN ZWEEM VAN GLORIE Ofschoon het al een mensenleeftijd geleden is dat Vitesse onder de top clubs gerangschikt kon worden, heeft de Arnhemse club nog altijd een zweem van glorie om zich heen han gen. Een glorie die vooral werd be haald in de jaren vóór de Eerste Wereldoorlog. De Arnhemsche Voetbal- en Athletiek- vereeniging Vitesse (normaliter wordt de naam uitgesproken in drie lettergre pen, maar Vitès ware juister en Vitas fraaier, Het 'Hup Vitas, druk een punt' is bijna spreekwoordelijk geworden) werd opgericht op 14 mei 1892 en vond een terrein op het toen nog lan delijke Klarenbeek. In 1894 werd voor het eerst aan de competities van de NVB deelgenomen, twee jaar later was Vitesse een van de clubs in de zojuist gevormde Oostelijke eerste klasse. In 1898 werden de Arnhemmers Ooste lijk kampioen, maar werd de wedstrijd om het landskampioenschap van het inmiddels reeds lang ter ziele gegane RAP verloren met 4-2. Na een fusie met plaatsgenoot Voorwaarts in 1902 won Vitesse aan kracht, maar opnieuw kon de afdelingstitel niet in een lands kampioenschap worden omgezet; dit maal was HW de sterkere. In die be ginjaren haalden Rogué en Goed- vriend het (voorlopig nog onofficiële) Nederlands elftal, enkele jaren later gevolgd door Hesselink. Laatste wapenfeit Het missen van landstitels staat in de clubgeschiedenis met zwarte letters geschreven. In 1913 werd tweemaal verloren van Sparta, na een nieuwe fu sie (met tweedeklasser ODO) stuitte Arnhem een jaar later op HW, dat evenveel punten haalde maar een doelgemiddelde had dat een kwart punt beter was. In het mobilisatiejaar 1915 eindigde de ploeg, met in het doel inmiddels de legendarische Just Gobel, gelijk met Sparta, maar was het doelsaldo over de twee wedstrijden opnieuw in Gelders nadeel. Het was voorlopig het laatste wapen feit van Vitesse, dat op het die zomer betrokken terrein op Monnikenhuizen in 1922 zelf degradatie te slikken kreeg. Al na een jaar was de schade hersteld, maar een nieuwe degradatie, in 1935, was minder snel ongedaan gemaakt. Na een korte terugkeer in 1946 en 1948 keerde Vitesse in 1950 terug naar de eerste klasse, waar het huidige terrein op Nieuw- Monnikenhuizen aldus in stijl kon wor den ingeluid. In 1953 werd, na 38 jaar, weer een afdelingstitel behaald, maar opnieuw gaven de kampioenswedstrij den geen reden tot juichen. Het betaalde voetbal bezorgde Vitesse aanvankelijk slechts hoofdbrekens. Het nieuw opgerichte De Graafschap, dat in de profbond speelde, zoog bijna het gehele Vitesse-elftal leeg, maar met de reserves wist Vitesse zich dat eerste jaar voor de Hoofdklasse te plaatsen. Weer een jaar later was de Eredivisie echter te hoog gegrepen. In 1962 wer den de eerste divisie van twee afdelin gen naar één teruggebracht en werd Vitesse naar de tweede divisie verwe zen. In 1966 werd de eerste divisie weer bereikt nadat Vitesse (o ironie) De Graafschap was voorgebleven. In 1971 was Vitesse plotseling Eredivie- club, toen Holland Sport in FC Den Haag opging en aldus een plaatsje openliet. Naast FC Den Bosch en GVAV promoveerde nummer drie, Vi tesse, mee. Ondanks de aanwezigheid van ex- Ajax-doelman Gert Bals kon Vitesse dat eerste eredivisiejaar weinig potten breken, en al na één jaar volgde weer degradatie. In 1977 ging het iets beter en kon Vitesse zich drie jaar handha ven; die prestatie is inmiddels in ieder In de serie 'voetbalelftallen uit de oude doos' diepten we het elftal van Vitesse op dat in het seizoen 1958-1959 uit kwam in de eerste divisie B. In dat betreffen de seizoen kwam Vitesse niet verder dan een tiende plaats en vooral in uitwedstrijden lieten de Arnhemmers het toen danig afweten. Uit de geschiedenisboe ken haalden we de volgende uitslagen: HVC-Vitesse 5-0, KFC-Vitesse 8-3, Rigtersbleek-Vitesse 6-1 en Stormvogels-Vitesse 6-2. De Vittesse-spelers die op deze foto van ESSO poseren zijn, staand v.l.n.r.: Feyen, Huiberts, Van der Kruk, Van der Horst, Van Lent, De Kleermaker en Loos. Zittend: Arentsen, L'Ami, Beekman en Teunissen (inderdaad, Bert Teunissen, de aanvaller die later onder meer in Zwitserland speelde). 30

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 1991 | | pagina 30