K OUDE DOOS In onze serie terugblikken op be faamde Europacup-wedstrijden in de Ajax-geschiedenis gaat vandaag de kalender terug naar 8 maart 1967, de dag van de Dukla Praag-Ajax. En zoals inmiddels ge bruikelijk zullen kort voor de wed strijd van vanmiddag enkele hoog tepunten op de stadioninstallatie te horen zijn uit het radioverslag dat Dick van Rijn en Wim Hoogendoorn destijds vanuit Praag gaven van de voor de microfoon van de toenmali ge NRU. Majoor Masopust Eigenlijk wist Nederland niet precies wat het moest denken van Ajax' vol gende obstakel op de weg naar Euro pese glorie. Na de klinkende naam van Liverpool klonk Dukla Praag wat dof. De Tsjechoslowaakse kampioen had niet direct naam gemaakt met flit send aanvalsspel; wat dat betreft kon Ajax zich dus minstens gelijkwaardig achten aan de Praagse legerploeg. Maar daarentegen had Dukla zich wel een reputatie verworven met oostblok- voetbal op zijn best: sober, degelijk, maar gedisciplineerd en technisch goedverzorgd spel, waarbij de tegen stander werd opgesloten en via de counter kon worden 'afgemaakt'. En bovendien had Dukla een absolute wereldnaam in de ploeg: Josef Maso pust, de uitblinker van het Tsjechoslo waakse elftal dat op het WK van 1962 in Chili zo verrassend tot de finale was doorgedrongen. De inmiddels 36- jarige majoor beschikte over een zeer gave techniek, een feilloze lange pass en een ijzeren conditie en zou allang door een Zuideuropese club zijn inge lijfd wanneer er geen transferverbod voor Tsjechische spelers naar het bui tenland zou hebben bestaan. Welis waar was voor Masopust op grond van diens grote verdiensten inmiddels een uitzondering gemaakt, maar in middels was hij te oud geworden voor grote Italiaanse of Spaanse investerin gen in zijn persoon. Trouwens, wat transferbepalingen betreft was Dukla toch een merkwaardige ploeg. Omdat de na de socialistische omwenteling van 1948 opgerichte club onder lei ding stond van het staatsleger, werd iedere talentvolle speler die in militaire dienst moest, onmiddellijk voor de duur van zijn diensttijd door Dukla in gelijfd, zodat het elftal niet minder dan vijf dienstplichtige militairen telde. De rest van de selectie bestond in feite uit profs, voor wie een nep-functie in het leger was gecreeerd. Optimisme Ondanks de stugge reputatie van Duk la was 'het legioen' flink optimistisch. Wie Liverpool onder de voet kon lo pen, moest ook deze minder aanspre kende ploeg kunnen hebben, zelfs wanneer in aanmerking werd geno men dat de Ajax-aanval niet meer zo makkelijk scoorde als aan het begin van het seizoen. Op zondag 27 februari verloor een weinig sprankelend Ajax ongelukkig en verrassend de competitiewedstrijd tegen PSV; daags daarna trok de ploeg zich terug in Zeist, op de vlucht voor kaartjesjagers. Daar werd de tijd gedood met kaarten, lichte trainingen, een cabaretprogramma en een biljart demonstratie van kampioenen Hans Vultink en Tini Wijnen. Dukla, dat bij monde van trainer Bohumil Musil de tegenstander bekwaam slijmde door te melden dat Ajax duidelijk de betere ploeg had, telde een tweetal blessures: de veel scorende spits Nedorost (aan de dij) en waterdrager Vacenkofski (een problematische enkel); beiden zouden in Amsterdam echter meespelen. Zo stelde Nederland zich vol vertrou wen in Ajax op aan de radio, de TV of langs het veld, al dan niet voorzien van een nieuwigheidje op het gebied van stad ionsfeerverl ichtingrood - witte batterij-zaklampjes met het Ajax- embleem. Ajax liep storm op de Dukla-veste, maar liep zich te pletter op de goed georganiseerde verdediging. Swart raakte eenmaal de paal, een treffer van Nuninga werd wegens aanvallen van doelman Viktor afgekeurd door de Rus Bakhramov, die zijn grootste bekend heid dankt aan zijn optreden als grensrechter bij de WK-finale van 1966, in welke kwaliteit hij zijn keur merk meegaf aan de nog altijd omstre den beslissende treffer van Geoff Hurst. In de counter faalde Ivan Mraz (later nog een tijdje speler bij MW) al leen voor Bals. Pas twintig minuten na rust scoorde Ajax via Sjaak Swart, die een onoplettend moment van Taborsky afstrafte. Ajax greep daarna naar het beproefde, maar onsuccesvolle middel van de hoge voorzet. De avond werd voor Ajax definitief bedorven toen een combinatie van Masopust, Nedorost en Mraz de laatste in staat stelde ge lijk te maken. Vlak voor tijd miste Strunc nog een uitgelezen kans op de 'Voreintscheidung'. Een kopduel tussen Johan Cruijff en een verdediger van Dukla Praag. Bijgeloof Zo diende de beslissende slag zeven dagen later uitgedeeld te worden in Praag, en vierduizend Ajax-aanhang- ers wilden daar hoogstpersoonlijk ge tuige van zijn, en bedekte Praag onder een immens laken van rood-witte vlag gen, jassen en hoedjes. De Ajax-ploeg, begeleid door dokter Rolink, psycho loog Slikboer, masseur Salo Muller en kok Rikus Walter, spoedde zich na aankomst van hun chartervlucht naar het Hubertus Hotel, twintig kilometer van het Juliska-stadion, het kleine sta dion van Dukla, dat echter om redenen van bijgeloof niet wilde uitwijken naar het terrein van Sparta of Slavia. Omdat het stadionnetje geen lichtinstallatie bezat, werd de wedstrijd 's middags afgewerkt. De openingszetten waren voor Dukla, dat probeerde een snelle goal te force ren om vervolgens op de beproefde wijze de westrijd op slot te gooien. Die opzet mislukte alvast doordat de Tsje chen Ajax-doelman Gert Bals in vorm aantroffen en Nedorost en Strunc het juichen beletten. Bij Ajax moest het vooral komen van de actieve Keizer; Cruijff zat in de tang bij de gevreesde mandekker Jan Geleta en diens colle ga Jiri Cadek. Ook Swart en Nuninga kwamen niet echt los van hun bewa kers, en omdat Muller de verdediging moest assisteren, was alleen Groot be schikbaar voor de aanvoer vanaf het middenveld. Toch wist Ajax halverwe- 6

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 1991 | | pagina 6