AJAX - MW TOT DUSVER SEIZOEN 2 I 2 I 1946-1947 3-1 2-3 1956-1957 2-0 1-1 1957-1958 4-0 3-0 1958-1959 0-2 1-4 1959-1960 0-1 3-6 1960-1961 4-0 1-5 1961-1962 0-2 2-4 1962-1963 3-1 2-2 1963-1964 3-1 2-2 1964-1965 9-3 2-2 1965-1966 1-1 0-1 1966-1967 8-3 2-4 1967-1968 4-0 0-4 1968-1969 2-1 2-2 1969-1970 2-0 1-1 1970-1971 2-0 1-0 1971-1972 8-0 0-3 1972-1973 4-0 1-0 1973-1974 4-1 0-4 1974-1975 4-2 0-0 1975-1976 2-0 1-1 1978-1979 6-0 1-0 1979-1980 3-6 0-2 1980-1981 6-1 1-1 1981-1982 2-0 0-2 1984-1985 5-1 1-3 1985-1986 2-1 1-4 1988-1989 4-0 1-1 1989-1990 5-0 1-0 1990-1991 1-4 15 Een moment uit de wedstrijd MW-Ajax in januari 1971In De Geusselt versloegen de Maastrichtenaren Ajax met 1-0 door een doelpunt van Johan Dijkstra. Frans Korver onderschept een aanval, gadegeslagen door van links naar rechts Francois Herben, Peter Pleumeekers, Johan Cruijff en Johan Dijkstra. maart 1959 door toedoen van Rutten en Rondagh. In de navolgende jaren volgde nog tweemaal een zuidelijke zege in De Meer, maar daarna volg den jarenlang louter nederlagen. Daar bij was één wedstrijd, die van 24 ja nuari 1965, die in de herinnering is blijven hangen. Deels door de forse score (9-3!), deels doordat Sjaak Swart voor de enige maal in zijn be taalde carrière vijfmaal in dezelfde wedstrijd raak schoot, en deels door de nieuwe trainer die voor Ajax debu teerde: Rinus Michels. Het was niet de enige maal dat Ajax stevig uithaalde. Twee seizoenen later werd het bijvoor beeld 8-3, met ditmaal Cruijff als top scorer (vier doelpunten), en in Ajax' meest glorierijke seizoen, 1971-72, kregen de Limburgers met 8-0 onder uit de zak. Maar rillend herinneren we ons ook zonder twijfel die enige keer dat MW laatste dertig jaar nog in Am sterdam won. Het was op 20 april 1980, Ajax stond bovenaan de Eredivi sie maar liet de punten met handenvol tegelijk liggen: bij PEC-Zwolle was verloren, bij PSV gelijkgespeeld, en ook Den Haag zou Ajax nog aan de rand van de wanhoop brengen. Tegen MW dan leek alles soepel te zullen lopen. Al binnen een minuut zet te Kareltje Bonsink Ajax op 1 —0, maar binnen een kwartier had MW door Arie van Staveren en Cees Schapen donk de leiding overgenomen. Bij rust waren, om die term maar weer eens uit het vet te halen, de bordjes op nieuw verhangen toen Kerstges in ei gen doel had geschoten en Martin van Geel voor 3—2 had gezorgd. Na rust stortte Ajax als een kaartenhuis ineen. Van Staveren maakte opnieuw gelijk, Bert van der Poppe maakte 3-4 en in de slotfase werd de Ajaxdefensie, be staande uit de met een vormcrisis kampende Krol, Piet Wijnberg, Guido Pen en Wim Meutstege, dolgedraaid door de Maastrichtse aanval, en wel dusdanig dat zelfs de F-side achter het betreffende doel nauwelijks meer het lachen kon houden. Nadat Meut stege de bal zelf achter Piet Schrijvers had gegleden noteerde Roosen de eindstand: 3—6. Een ware vernedering: sinds 1950 had Ajax geen zes doel punten meer tegengehad in een thuis wedstrijd. Dat was tegen Limburgia in het Olympisch Stadion; zes tegentref fers in het Ajax-stadion, daarvoor moest de geschiedsschrijver terug naar de dagen van het houten Ajax- stadion, van verkleden in café Brokel- man aan de overkant van de Midden weg, en van de Gooise Stoomtram. De dagen van topclubs HBS, met Harry Dénis en Oscar van Rappard, dat op 5 oktober 1919 met 2-6 had gezegevierd. MW heeft sindsdien geen punten meer in de Watergraafsmeer kunnen halen; het heeft zelfs in al die tijd maar driemaal gescoord. Maar één zo'n wedstrijd is voldoende om weer zo'n jaar of twintig, dertig, iedere volgende Ajax—MW iets opwindens te geven. Evert Vermeer

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 1991 | | pagina 16