J
03
SONNY SILOOY
BAALT, MAAR HEEFT GEDULD
1
fOETBALLIJN
-910910451
Sonny Silooy baalt. Want wanneer 'ie
dan eindelijk weer eens in de basis
van Ajax staat en hij zijn kans wil grij
pen, laat het elftal, zonder opzet na
tuurlijk' hem in de steek. En komt Son
ny op de voor hem vreemde positie
van rechtermiddenvelder absoluut niet
uit de verf. Na de 1 -1 tegen FC Gro
ningen zit de Zaandammer dan ook als
een dood vogeltje in het spelershome.
Maar van opgeven of vertrekken, zoals
zijn 'lotgenoten' Mark Verkuijl en Peter
Larsson wel deden, wil Silooy niets
weten.
"Ik heb veel geduld. Dat kan ik ook
hebben, omdat mijn contract nog vijf
jaar doorloopt. Ik ben dus nog lang
niet uitgepoept bij Ajax".
Dat Sonny Silooy in twee jaar tijd nog
steeds geen basisplaats heeft veroverd
wijt de 22-voudig international voor
een groot gedeelte aan het ongeluk
dat hem sinds het voorjaar van 1988
continu 'toelacht', „Nu heb ik weer de
pech dat ik in een elftal terecht kom
dat eventjes slecht draait. Want in een
ploeg die wel lekker draait, speel je di-
rekt een stuk prettiger en pas je sneller
in het elftal. Daarbij komt ook nog eens
dat ik voor het eerst van mijn leven als
rechtermiddenvelder wordt gebruikt.
Op het middenveld spelen is enorm
moeilijk. Om je er echt thuis te voelen
moet je er een wedstrijd of zes achter
elkaar spelen. Wanneer ik na zoveel
wedstijden nog niet goed funtioneer
ben ik gewoonweg niet geschikt voor
die positie. Wat ik overigens betwijfel.
Conditioneel is het geen probleem voor
mij.
Fysiek voel ik me namelijk sterker dan
ooit. Maar als oorspronkelijk back
moet je er aan wennen dat het spel
zich nu zowel voor je als achter je kan
afspelen. Om de middenvelders draait
ook eigenlijk het hele elftal. Die vier
jongens, want Jan Wouters is bij Ajax
ook gewoon een middenvelder, bepa
len de wedstrijd. Van mij, een speler
die altijd mandekker is geweest en
daarbij ook nog uit een moeilijke situa
tie terugkomt, mag niet worden
verwacht dat hij dan een, twee, drie
weer goed speelt. De mensen gaan nu
ook inzien dat Aron Winter heel be
langrijk is voor Ajax"
BROEKZAK
Indien Leo Beenhakker het niet ziet zit
ten in Sonny Silooy als middenvelder
heeft de 27-jarige voetballer er geen
enkel bezwaar tegen om weer rechts
back, voorstopper of linksback te wor
den gebruikt. "Om een gewone ordi
naire mandekker te zijn vind ik geen
enkel probleem, stelt Sonny. "Wanneer
je voelt dat je je direkte tegenstander
steeds meer in je broekzak hebt zitten
ga je groeien. Je wint als het ware een
tweekamp en durft steeds meer aan
vallende acties te maken. Dat geeft mij
enorm veel plezier. Het plezier dat ik
ondanks een paar rot seizoenen nog
steeds heb."
Om dat de bekrachtigen stelt Sonny
dat hij daarom ook niet echt geintres-
seerd is in een club die hem zou willen
lenen.
"Niet dat ik andere clubs minderwaar
dig vind, maar ik heb het hier uitste
kend naar mijn zin. Er hangt bij Ajax
een heerlijke voetbalsfeer. Je speelt ie
dere dag een wedstrijd, omdat de trai-
nigen altijd enorm scherp zijn. In
Frankrijk, bij Matra Racing de Paris,
was dat wel anders. Slidings mocht je
daar op de training niet maken. Tijdens
een training blesseerde ik een keertje
een speler. Ik werd meteen op het
matje geroepen en verteld dat ik dat
nooit meer mocht doen."
Met zo'n opmerking bevestigt Silooy
het beeld dat veel mensen hebben van
het Franse voetbal; lichtjes trainen, een
prikkelend zonnetje, lekker eten, af en
toe voetballen en evengoed bakken
met geld verdienen'. "Maar dat beeld is
onjuist", meent Silooy, die in 1986 Ajax
voor vier seizoen (het werden er uitein
delijk maar twee) en "puur voor het
geld" verruilde voor Matra Racing de
Paris. "Op dit moment spelen er nog
twee Franse clubs in de verschillende
Europacups. En is Olympique Marseil
le zelfs een Europese topclub. Verder
is het zo dat Michel Platini zeer goed
werk doet bij de Franse voetbalbond.
Kijk maar naar het nationale elftal dat
na een paar mindere jaren weer voor
treffelijk presteert", waarmee Sonny
aangeeft dat hij het Franse voetbal nog
steeds met veel interesse volgt. "Om
dat ik er absoluut geen spijt van heb
dat ik er twee jaar heb gezeten. Net als
Michel Valke kan ik ook wel een boek
vullen met mijn belevenissen in Frank
rijk. Alleen met dit verschil dat je om
mijn verhalen waarschijnlijk hartelijk
moet lachen. Ik heb weinig negatieve
ervaringen opgedaan in Frankrijk.
Ook omdat ik in twee seizoenen toch
zo'n zestig wedstrijden heb gespeeld.
Matra werd door de Franse bevolking
overigens wel heel erg negatief bena
derd. Overal waar we kwamen werden
we uitgejouwd, omdat we speelden
voor en gefinancieerd werden door een
fabriek die onder andere onderdelen
voor kernwapens en andere militaire
apparatuur produceerde. Wat ik tijdens
de contractbesprekingen niet wist.
Zelfs scheidsrechters keerden zich
hierom overduidelijk tegen ons.
Maar over het algemeen niets anders
dan positief."
Olmeta
"Ik heb er veel mensen leren kennen.
Zo heb ik bijvoorbeeld met Casoni,
Germain en Olmeta die nu bij Olympi
que Marseille spelen gevoetbald. Die
Olmeta is een maffe Corsicaan; hij
loopt voorover van het goud, keept de
ene week fantastisch en de andere
week erbarmelijk, en valt je op de trai
ning om het minste of geringste aan.
Maar hij speelt nu wel mooi bij Olym
pique. Net zoals Germain. Bij Matra
vertrok hij met problemen en kwam bij
Toulon terecht. Na een seizoen ging hij
daar ook met veel problemen weg. Net
zoals het voetbal is dat een jongen als
Jerry de Jong, bezig aan een schitte
rend seizoen en zelfs international, op
eens bij PSV op de reservebank zit".
Die opmerking 'dat is voetbal' gebruikt
Sonny Silooy veelvuldig; wanneer hij
praat over het geluk en ongeluk van
andere voetballers. Maar ook wanneer
hij praat over het missen van het Euro
pees Kampioenschap in 1988 door
een jukbeenbreuk.
Voor Sonny Silooy het absolute diepte
punt in zijn carrière. "Ik had alle kwali
ficatieduels gespeeld, net als Ronald
Spelbos overigens, maar kon toch niet
mee. Verschrikkelijk vond ik dat. Wat
zat ik toen in de put. Met dat linkeroog
is trouwens alles weer okay. Alleen
wanneer ik heel erg moe ben is het
wat groter dan m'n rechteroog. Van
die zware knieblessure in 1988 baalde
ik eveneens enorm, omdat ik weer op
m'n niveau terug wilde komen en weer
voor Oranje wilde spelen. Dat is ook
mijn grote fout geweest tijdens de re
validatie. Ik wilde te graag en forceer
de de boel. en je weet het, overal waar
té voor staat is verkeerd. Ook in het
voetbal. Aan het begin van dit seizoen
was ik ook te gretig, draaide daardoor
niet goed en verloor de
concurrentieslag. En dan houdt alles
op. Moet je wachten op de kansen die
je krijgt en hopen dat het geluk je een
keer toelacht. En dat gebeurt. Heus".
Ruud Pompert
25