de scheidsrechter belandde. In de 31e
minuut raakte Ajax Suurbier kwijt, die
aan de enkel geraakt werd. Omdat in
vallers destijds nog niet waren toege
staan in Europacup-wedstrijden, ging
Ajax met tien man verder. Na enkele
minuten keerde Suurbier terug als hin
kende rechtsbuiten, terwijl Swart de
rechtsbackplaats overnam. Het was
opnieuw Swart die aan de basis stond
van de derde treffer. Zijn vrije trap be
landde na een scrimmage voor de
voeten van Nuninga, die met een doffe
dreun inschoot: 3-0. Inmiddels had het
publiek aan de kant van het scorebord
het opgegeven en werd nog slechts
gereageerd op het gejuich aan de
overkant, waarna verdere informatie
zich razendsnel voortplantte langs de
tribunes. Drie minuten voor rust was
Swart opnieuw Stevenson te snel af.
Via Cruijff kwam de bal opnieuw bij
Nuninga, die voor de tweede keer
raakschoot. En zo moest een murwge-
slagen Liverpool bij rust tegen een 4-0
achterstand aankijken.
Een wellicht wat geflatteerde stand,
maar hij stond er dan toch maar.
In de tweede helft liet Liverpool zich
niet verder onder de voet lopen. Het
verschafte zich meedere kansen. De
Ajax-verdedigers, met Pronk, Soete-
kouw en Bals als uitblinkers, moest al
le zeilen bijzetten, maar bleef overeind.
Graham en Hunt verprutsten goede
kansen, driemaal werd de bal van de
doellijn gehaald en zelfs scoorde Li
verpool tot driemaal toe in buitenspel
positie, maar de nul bleeft staan. Een
kwartier voor tijd dreunde Henk Groot
zelfs nog een vrije trap, onzichtbaar
voor bijna iedereen, direkt achter Law
rence en bracht daarmee de stand
voor een euforisch Ajax op 5-0 "Liver
pool, ha-ha-ha", zong het publiek, en
de Zilvervloot, een overblijfsel van de
mislukte community singing tegen Be-
siktas, zeilde het stadion binnen. Ver
dediger Chris Lawler, die even tevoren
alleen voor Bals had gefaald, dempte
tenslotte in de laatste minuut de feest
stemming een klein beetje, maar verre
van helemaal.
De Ajax-spelers en trainer Michels
hielden zich op de vlakte, wel wetend
dat de klus pas half geklaard was. Ze
beperkten zich tot nagenieten, relative
ren en en beetje mopperen op de ste
vig uitgedeelde maar nimmer onspor
tieve Britse verdedigers. Suurbier leek
de return wel te kunnen vergeten,
Henk Groots gescheurde wenkbrauw
was op het veld gehecht, en ook Nu
ninga had een flinke peut te pakken
gehad, maar was die al bijna weer
vergeten.
In de Liverpool kleedkamer was de
sfeer, uiteraard, geheel anders. Al heel
snel waren alle spelers in een razende
stilte naar de bus geglipt, alleen
Shankly bleef nog achter voor com
mentaar. Hij hield zich groot, meldde
dat Ajax een leuk elftal had, maar lang
niet zo sterk als bijvoorbeeld Ander-
lecht. Met name van doelman Gert
Bals had hij geen hoge dunk op, en
die zou het op Anfield Road druk krij
gen. Zonder met de ogen te knipperen
voorspelde hij voor de return een uit
slag van 7-1
Ian St John moest daar een beetje om
lachen. "We winnen wel", zie hij "maar
met 3-2 of zo". En ook Ajax was niet
echt bang voor zo'n uitslag. Maar hele
maal gerust was toch niemand. In
Liverpool, aan Anfield Road, kon het
flink spoken. Dat was bekend. En
Engeland was niet voor niets wereld
kampioen. Zoals één der Ajacieden het
bescheiden uitdrukte: "Wat wij kunnen
kunnen die Engelsen ook".
Evert Vermeer
Het beroemde doelpunt van Cees de Wolf tegen Liverpool is in de maak. De plotselinge plaatsvervanger van Plet Keizer kopt de afgemeten voorzet van
Sjaak Swart tegen de touwen: 1-0 voor Ajax.
22