aw"® OUDE DOOS KLAAS NUNINGA Wie een foto wil vinden waarop hij slidings maakt, in fel duel gaat met een tegenstander of soortgelijk 'grondwerk' verricht, moet zich voorbereiden op flink zoeken. Der gelijk fysiek werk was niet bepaald de specialiteit van Klaas Nuniga, Ajax' 'gentleman-voetballer' in de jaren zestig. Dat betekent overi gens niet dat we hier spreken van een luxe-voetballer; van hard werken was hij zeker niet vies, maar Nuninga was één van die voetballers die het 'buffelen' vaak kon omzeilen met een extra dosis spelinzicht en de intuïtie die bege nadigde spitsen nu eenmaal eigen is; het vermogen om vooraf alvast daar te lopen waar de bal even la ter terecht zou komen. Om dan niet zelden een doelgericht schot los te laten of een ander in kansrijke po sitie te brengen. Een voetballer dus van het type dat bij Ajax doorgaans wel in de smaak viel. En toch is hij van de Ajax-aanvallers uit die tijd degene die het laatst genoemd wordt in gesprekken aan de borreltafel. Klaas Nuninga; hij was het eerste ta lent uit de school van Engel Wubs, de befaamde jeugdtrainer van het Win- schotense WW, dat nationaal door brak; spoedig zou hij worden gevolgd door zijn clubgenoten Jan Mulder en Arie Haan. Zijn loopbaan bouwde Nu ninga netjes stapsgewijs op. Als jeug dige belofte maakte hij zijn entree in het betaalde voetbal bij de Groningse tweede-divisionist Be Quick, onderwijl spijkerend aan een burgercarrière als onderwijzer ener lagere school. Met Be Quick promoveerde hij in 1960 naar de eerste divisie, om een jaar la ter de overstap naar de Eredivisie te maken via een transfer naar stadsge noot GVAV, het huidige FC Groningen. Op 20 augustus 1961 speelde hij voor het eerst op het hoogste plan in een wedstrijd tegen het Blauw Wit van Martin Koeman, Barry Hughes en Ferry Petterson. De nieuwe aankoop haalde zijn eerste punt binnen (2-2) te midden van de volgende medespelers: Otto Roffel (thans directeur van het Olympisch Stadion), Abel Alting, Klaas Buist, Gerrit Borghuis, Bram van der Hoeven, Tardy, Rikkert la Crois, Bé Kuiper, Piet Fransen (nog enkele jaren bij Feyenoord) en Henk Meuken. De jonge midvoor moest zes wedstrijden wachten op zijn eerste doelpunt, dat tenslotte viel in een met 7-4 verloren wedstrijd bij Feyenoord. De rest van het seizoen pikte Klaas steeds regelmatiger zijn goaltje mee, maar ook niet-scorend liet hij zich da nig gelden in het combinatie-voetbal. De keuzeheren van de bond nodigden Nuninga uit voor het elftal van Jong Oranje, dat op 29 november 1961 te gen Engeland zou spelen. Opgesteld als rechtsbinnen tussen Pummy Berg- holtz, Jacques Visschers, Leen van der Lugt en Piet van Miert moest Nuninga het afleggen tegen de superieure te genstander (2-5), maar de wedstrijd vormde het prille begin van een aan zienlijke internationale carrière. Via het Nederlands B-elftal belandde Nuninga tenslotte op 11 september in het 'ech te' Oranje, dat tegen Luxemburg een teleurstellende 1 -1 moest incasseren. Nuninga smaakte echter het genoegen van het scoren van de vaderlandse treffer. Ajax, dat met wat tegenvallende resul taten te kampen had, stak in de zomer van 1964 zijn licht op bij GVAV om trent een overgang van de inmiddels vijfvoudige international. En zo, na drie seizoenen en 87 wedstrijden, werd Klaas Nuninga GVAV-er-af en als Aja- cied op het Centraal Station van de trein gehaald door bestuurslid Knijn en trainer Buckingham. Maar de met zoveel spanning tege moet geziene samenwerking resulteer de aanvankelijk in een teleurstelling, zowel voor Ajax als voor de inmiddels als full-prof door het leven gaande Nuninga. Ofschoon hij dat seizoen de meest productieve Ajacied was, be kroop de Ajax-aanhang gaande het seizoen toch het gevoel dat de club geen gelukkige koop had gedaan. De Ajax-aanval kwam niet los, Ajax ver speelde de punten bij bosjes en de gevreesde rode streep kwam zelfs angstig dichtbij voor de trotse club. Nuninga, als 'dure' aankoop (maar liefst fl. 250.000), kreeg een fors deel van de kritiek over zich heen, maar kon er ook weinig aan doen dat Ajax eenvoudigweg geen aanval van niveau had. De namen van Toon den Boer, de gebroeders Tijm en Karei Vesters zul len nu, een kwart eeuw later, weinig harten sneller doen kloppen. Maar in de loop van het seizoen gloorde weer licht aan het eind van de tunnel. Niet alleen wist Ajax zich te redden met een marge van drie punten (evenveel als, ironisch genoeg, GVAV), ook was Piet Keizer hersteld van een ernstige hoofdblessure en rammelde de 17- jarige Johan Cruijff luidruchtig aan de poort van het eerste elftal. Met de van Feyenoord teruggekochte Henk Groot als vierde man in de aan val zou Ajax het nieuwe seizoen vanaf de eerste speeldag bovenaan de rang lijst van de Eredivisie staan, om vervol gens niet meer van die plaats te wij- Aan het begin van het seizoen 1967-1968 poseerde Klaas Nuninga met de volgende Ajax-selectle: staand van links naar rechts: Tonnie Pronk, Henk Groot, Wim Suurbler, Theo van Duivenbode, Gert Bals, trainer-coach Rinus Michels, verzorger Salo Muller en Piet Keizer. Gehurkt zien we Velibor Vasovic, Sjakie Swart, Johan Cruijff, Klaas Nuninga en Bennie Muller. 22

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 1991 | | pagina 23