Ajax supporters-club „de Ajacied" Johan Cruijff verbannen naar de reser- veploeg, haalde zijn gram via de ope ningstreffer, onmiddellijk gevolgd door een tweede treffer van Ronald de Boer. Halverwege de tweede helft zorgde Reussing voor de 'Anschluss- tor', maar weer tien minuten later be sliste Ronald de Boer de zaak door de derde treffer achter Groningen- doelman Sjaak Storm te werken. Een dag later liet Ajax-1 het afweten bij FC Den Bosch; Ajax-2 versloeg ook Volendam, om tenslotte te worden uitgeschakeld bij RKC. Saillant detail daarbij is dat 'Ajax-2' in die laatste wedstrijd bestond uit de voltallige eer ste selectie. In het seizoen 1988-89 was het einde lijk de beurt aan Groningen. Ajax was dat seizoen door een diep dal gegaan na de trainerskwesties rond Cruijff en Linder en de slechte resultaten. Op 15 maart 1989 scoorde René Eijkelkamp al direct vanaf de aftrap, en vanaf dat moment liep Ajax achter de feiten aan. Na een kwartier scoorde ex-Ajacied Hennie Meijer en tenslotte bracht Eij kelkamp kort na rust de eindstand, op een weinig aan zeggingskracht te over latende,,3-0. Via Willem II bereikte Groningen vervolgens de bekerfinale, waar het door PSV met 4-1 opzij werd gezet. Op deze negatieve noot eindigt voor alsnog de gezamenlijke bekergeschie denis van FC Groningen en Ajax; van avond weten we hoe het volgende hoofdstuk eruit ziet. Evert Vermeer Als u dit programmablad onder ogen krijgt, zal u waarschijnlijk al meer be kend zijn omtrent de ontwikkelingen rond het nieuwe stadion van Ajax, met 55.000 zitplaatsen, zodat ook de men sen die nu moeten staan de gelegen heid hebben om vooraf rustig het pro grammablad door te lezen, zonder daarbij met de ellebogen iemand's rib benkast te ruïneren. Op weg naar de Europese top heeft Ajax een ander stadion hard nodig, zo wel vanwege de financiën als de vei ligheid. De Ajax-begroting zit met de huidige huisvesting aan haar top, waardoor een nieuw stadion de finan ciële middelen aanmerkelijk verruimt. Maar een kanttekening is op z'n plaats. Geldgebrek is sinds jaren een manco bij Ajax. Het bracht het Harmsen- bestuur tot een beleid, gericht op het zelf opleiden van spelers. Spelers die Ajax niet zelf kon opleiden moesten dan eventueel van buitenaf gehaald worden, maar Ajax had een bron waaruit geput kon worden voor het spelen van topvoetbal. Van Marco van Basten tot Bryan Roy leidde Ajax zo z'n eigen toppers op, en momenteel spelen er dan ook zeven spelers uit de eigen jeugd in Ajax-één. De grote kracht van de jeugdschool is echter altijd geweest dat spelers bij Ajax in de opleiding naar boven wer den gezogen, waar bij andere clubs spelers promoveren op basis van leef tijd. Door het geldgebrek was Ajax na melijk nooit in staat om spelers lang durig vast te houden, waardoor Ajax- één regelmatig een beroep moest doen op A-jeugdspelers. Daardoor moest de A-jeugd weer aangevuld worden met B-jeugdspelers, waardoor in de hele opleiding het merendeel van de spelers in een qua leeftijd te hoge klasse werden ingedeeld. De weer stand werd daardoor verhoogd, waar door de spelers gedwongen werden om het van de trainers geleerde in de wedstrijd zo goed mogelijk toe te passen. Het gevaar schuilt hierin dat Ajax met meer geld in kas sneller een beroep zal kunnen doen op een speler van buitenaf, waardoor de absolute nood zaak om zo goed mogelijk zelf op te leiden weg kan vallen. De conclusie mag dan ook zijn dat een nieuw sta dion en dus meer geld om goede spe lers langdurige contracten te kunnen aanbieden absoluut noodzakelijk is. Maar te hopen is dat Ajax de verlei ding van het prefereren van het aan trekken van spelers van buitenaf bo ven het inzetten van nog onervaren eigen-jeugdspelers kan blijven weerstaan. Want de kurk van de vereniging Ajax is de unieke jeugdopleiding. Dat was vroeger zo, dat is nu zo, maar moet vooral in de toekomst zo blijven. Met of zonder nieuw stadion. Tekst: Wytze van der Gaast Foto: Paul van den Berg AJAX IS ONZE GLORIE - AJAX IS ONZE CLUB 15

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 1991 | | pagina 16