KAMPIOEN DER KAMPIOENEN
14
Het is onmogelijk om op één pagina
de geschiedenis van Ajax te belichten.
Zelfs de erelijst zou meer dan één
bladzijde in beslag nemen. We lichten
er daarom hier en daar wat hoogte
punten en opmerkelijkheden uit die
slechts een fractie vormen van negen
tig jaar Ajax.
In het voorjaar van 1893 voetbalde
een groepje HBS-scholieren op hun
vrije middagen vol overgave in het Am
sterdamse Willemspark. Er werd altijd
partijtje gespeeld waarbij de jassen als
doelpalen dienst deden. Het probleem
hoe beide teams van elkaar te onder
scheiden omzeilden ze op deze ma
nier: de ene partij droeg de pet met de
klep naar voren, de andere met de
klep naar achteren...
Een van de deelnemers aan dat Am
sterdamse voetbalplezier was Chris
Groothoff; hij leidde jaren later de
Olympische voetbalfinale van 1912
tussen Engeland en Zweden en groei
de nog later bij het destijds toonaan
gevende blad 'Revue der Sporten' uit
tot één van Neerlands belangrijkste
sportjournalisten.
Bajesklanten als oprichters
Een andere enthousiasteling tijdens
die wedstrijdjes achter het Vondelpark
was Han Dade. Deze Dade speelde
een belangrijke rol bij de aanzet van
de oprichting van Utrechts tegenstan
der van vanmiddag; Ajax. Dat pillen in
het Willemspark maakte namelijk in de
jonge voetballers het ontembare ver
langen los om een club op te richten,
om hun voetbal 'echt' te maken. Ze
formeerden een bestuur dat een huis
houdelijk reglement moest opstellen.
De vraag was nu: Waar moest de op
richtingsvergadering plaatsvinden? Ge
schikte vergaderruimte was, net als
goede raad, erg duur voor deze scho
lieren. Maar ze vonden een oplossing,
inventief als pioniers nu eenmaal zijn.
De vader van één der bestuursleden
was 'iets hoogs' bij de gevangenis aan
de Amstelveensche Weg en hij had er
geen bezwaar tegen dat voor een paar
uurtjes een lege cel werd gebruikt
voor het oprichten van een voetbal
club. Zo werd in de bajes het funda
ment voor Ajax gelegd.
De eerste Ajacieden
Han Dade en zijn vrienden noemden
de club die ze hadden gesticht welis
waar Ajax, maar pas op: dat Ajax is
nog niet het begin van het Ajax dat wij
nu kennen. Dat zit zo: de oprichting
was een doorslaand succes zodat al
gauw het ledenaantal zo groot was dat
een scheiding der geesten onvermijde
lijk was en dat groeperingen zich af
scheidden om een eigen club te stich
ten. AFC en AW aanschouwden op
die manier het levenslicht. Na nog wat
schermutselingen ontstond op 18
maart 1900, vandaag dus precies ne
gentig jaar geleden, het 'echte' Ajax
door de eerste Ajacieden Han Dade,
Floris Stempel en Carel Reeser; dat
gebeurde ongetwijfeld zonder het be
sef dat het zou uitgroeien tot de suc
cesvolste club van Nederland, want zo
mogen we, in alle objectiviteit overi
gens, Ajax toch wel noemen. De prij-
zenkasten in De Meer zijn voller dan
waar ook en zullen de komende jaren
nog plaats gaan bieden aan talloze
trofeeën.
Al 73 jaar
Sinds 1917 zijn de Ajacieden onafge
broken present geweest op het hoog
ste niveau: tot het betaalde voetbal in
de afdeling West en vanaf 1956 conti
nu in de eredivisie. De basis voor die
ongekende continuïteit werd gelegd
door de Engelsman Jack Reynolds die
maar liefst 33 seizoenen Ajax' oefen-
meester was en wiens naam met gou-
voorsie nj van nnus naar recnts: Firn van Dord (fysiotherapeut), Danny Blind, Stefan Pettersson, Aron Winter, Michael van Praag (president), Jan Wou
ters, Sonny Silooy, Johnny van 't Schip en Sjaak Wolfs (materiaalverzorger).
Middelste rij: Pal Fischer, Frank de Boer, Mark Verkuijl, Danny Hesp, Bob Haarms (assistent-trainer), Leo Beenhakker (technisch-directeur), Anton
"Spitz" Kohn (assistent-trainer), Bryan Roy, Ron Willems, Ronald de Boer en Marciano Vink.
Achterste rij: Dennis Bergkamp, Richard Witschge, Peter Larsson, Stanley Menzo, Sjaak Storm, Arnold Scholten (inmiddels vertrokken), Wim Jonk en
Frank Verlaat (inmiddels vertrokken).