OUDE GLORIE
MET AMX STADION SS MAR:
Cf ire steen bewaart een herinnering
5S5S§SSS5SSGSSSS5SS8S8SSgSSS5SSSgSSSgSSSgeS8SSS8S8§SS8SesSS8SS5SSSgS
Ruim een week geleden viel er een
klein feestje te vieren. Het is niet ge
beurd maar eigenlijk had het best ge
mogen. Het zou ongetwijfeld een feest
met een sterk nostalgisch tintje zijn ge
worden waarbij vele herinneringen,
zoete en soms ook bittere, zouden zijn
opgehaald. Nogmaals, het feest is niet
gevierd want de verjaardag waar het
om gaat was misschien niet zo'n heel
bijzondere maar niettemin willen we er
toch eventjes bij stilstaan. Ook omdat
het goed mogelijk is dat het één van
de laatste gelegenheden is om dat te
doen.
Vijfenvijftig jaar geleden, op 9 decem
ber 1934 om precies te zijn aan
schouwde het Ajax-stadion het levens
licht. De burcht, het bastion, de veste,
het Ajax-kasteel, hoe u het ook wilt
noemen, werd op die heuglijke dag
voor officieel geopend verklaard.
Het Ajax-stadion stond er en hoe! Ar
chitect Daan Roodenburgh had een
kunstwerk gecreëerd waar iedere
rechtgeaarde Ajacied trots op mocht
zijn.
Hoe het begon
Het in 1900 opgerichte Ajax had zich
na het eerste landskampioenschap, in
1918, definitief geschaard tussen de
groten van het Nederlands voetbal en
Dit was één van de (niet gerealiseerde) ontwerptekeningen van architect Daan Roodenburgh voor de
opgang van het Ajax-stadion. De tekening dateert van rond 1930, vier jaar voordat het stadion De Meer
werkelijkheid vond.
De feestelijke opening van het Ajax-stadion in december 1934. Terwijl jeugdspelers op de achtergrond
de naam AJAX uitbeelden defileren de diverse Ajax-elftallen. Let ook op de nog onoverdekte tribune (te
genwoordig de Reynoldstribune) én de fraaie klok die onder de overkapping van de Eretribune moet
hebben gehangen.
al in de jaren twintig leefde bij de club
het idee om een nieuw stadion te be
trekken. Ajax voetbalde in wat de meer
op leeftijd zijnde Ajacieden zich nog
steeds beeldend voor de geest kunnen
halen als 'het oude stadion'. Dat (hou
ten) stadion met een grote promenade
waar op zondagen naar hartelust gefla
neerd werd, lag daar waar men nu het
Christiaan Huijgensplein in de Water
graafsmeer vindt. In dat stadion kon
den met wat pas en meetwerk 14.000
toeschouwers een plaatsje vinden
maar het goede voetbal van Ajax trok
zoveel belangstelling dat die capaciteit
in feite te gering was. Regelmatig
kwam het voor dat op de maandag
voorafgaande aan de wedstrijd het
bordje 'uitverkocht' moest worden
opgehangen!
Daarbij kwam dat de constructie van
het oude stadion steeds meer te wen
sen overliet. Door de (over)belasting
waren veelvuldige reparaties en verbe
teringen noodzakelijk en dat bracht na
tuurlijk de nodige kosten met zich mee.
In de jaren twintig bracht het Ajax-
bestuur dan ook al vele bezoeken aan
de gemeente Amsterdam met het ver
zoek elders een nieuwe accommodatie
te laten verrijzen. Op zich vond de ge
meente de Ajax-plannen wel aardig
maar de club kreeg, wanneer puntje bij
paaltje kwam, toch aldoor nul op re
kest: er was geen geschikt bouwterrein
voorhanden.
In arren moede richtte Ajax de blik op
mogelijkheden buiten de Amsterdamse
stadsgrenzen. In Diemen en langs de
Amstel maar ook daar vond Ajax geen
geschikte plek.
In het begin van de jaren 30 kwam de
kentering. Terwijl Ajax de pannen van
het dak speelde en met de kampioens-
ploeg de ene zege na de andere kreeg
ging de gemeente Amsterdam over
stag, ook vanuit eigen belang, dat dient
gezegd, want op het terrein waar het
oude Ajax-stadion zich bevond zag de