DE BEKERS VAN AMX: 1986 6 De verwachting dat bij Ajax na het ver trek van Cruijff, Schrijvers, Kieft en Ler- by een terugval zou volgen, bleek niet ongegrond. Niettemin zou de schade meevallen: een seizoen later zou Ajax eervol derde worden en beëindigde het de kompetitie als meest trefzekere ploeg, met precies honderd goals. Kampioen en Bekerwinnaar werd Feyenoord, dat voor een jaar de hand legde op Johan Cruijff, die tegenover Ajax nog iets recht te zetten had. In het Bekertoernooi was het juist datzelfde Feyenoord dat Ajax al in de achtste fi nales de voet dwars zette. Een seizoen later kwam Ajax tot diezelfde fase in het toernooi, en ditmaal was het PSV dat een voortijdig einde aan de Am sterdamse Bekerillusies bewerkstellig de, en evenals Feyenoord deed het dat middels een replay. Waar Cruijff in 1984 aan de zijde van de tegenpartij had gestreden toen de beker uit De Meer werd weggehaald, was het bevredigend te zien dat hij weer als vanouds aan de kant van Ajax stond toen de nationale bokaal terug keerde op zijn plekje in de bestuurska mer. De oude meester was in 1985 aangesteld als technisch directeur en sloeg energiek de hand aan de ploeg. Hij trof in De Meer een ploeg aan die het kampioenschap van 1985 met ere had veroverd, en naaste belagers PSV en Feyenoord op een afstand van zes punten had gehouden. Inmiddels had het elftal de nodige routine opge bouwd: Silooy, Ophof, Boeve, Rijkaard, Vanenburg en Van Basten hadden hun sporen verdiend, Koeman en Bosman golden als geaccepteerde talenten, Van 't Schip vocht zich terug na een hard nekkige hernia, en in Rob de Wit had Ajax een nieuw veelbelovend talent op de vleugel aangetrokken. Voor de routi ne op het middenveld had Cruijff via- via de persoon van Arnold Mühren be naderd. Ooit waren zij ploeggenoten bij Ajax, en Mühren had zich in Enge land bij Ipswich Town en Manchester United opgewerkt tot een internationaal gerespecteerd spelverdeler. De wens om terug te keren naar zijn vaderland en de wens om met Cruijff iets bij Ajax op te bouwen brachten de Volendam- mer tot een tweede jeugd op de Ne derlandse velden. Reuzendoder Het KNVB-bekertoernooi 1985-1986 leverde een relatief zware loting op voor de eerste.ronde: op 9 oktober moest Ajax aantreden tegen een ande re Eredivisieclub, en een met één repu tatie van reuzendoder: Sparta. Toch werd het die dag in de Watergraafs meer een regelmatige overwinning voor de Amsterdammers, die tot na de rust wachtten met scoren, maar toen via Vanenburg, Van Basten (van elf me ter) en Rijkaard keihard toesloegen. Ook in de tweede ronde, waarin nog een keur aan eerste divisieclubs en een handvol amateurs beschikbaar wa ren, trof Ajax het niet met een uitwed strijd tegen FC Utrecht. Maar ook in de Galgenwaard bleek Ajax niet te stoppen. Al na twee minu ten had Rijkaard de nul weggeschoten, en na een goed kwartier besliste John ny Bosman feitelijk de strijd. In de tweede helft scoorde ook Van Basten nog alvorens Rob de Wit het genoegen mocht smaken de finishing touch aan de score te geven. Met 0-4 had Ajax een opvallend hoge score behaald in een traditioneel moeilijke wedstrijd. RCH De derde ronde bracht Ajax in het veld tegen een tegenstander die om meer dan een reden tot nostaligie aanleiding gaf: RCH, de Racing Club Heemstede, was een amateurclub die tot 1971 in de rijen der semi-profs haar sport beoefend had, zij het altijd met beperkt succes. Een der grootste wapenfeiten was in november 1964 een Beker triomf geweest, tegen... Ajax, dat met 2—0 kansloos werd gelaten in een eer ste ronde die RCH-ers Van Dijk en Maslo een plaatsje in de geschiedenis boeken van de club bezorgde. RCH schakelde dat jaar ook Heerenveen nog uit alvorens te sneven tegen Hil versum. Ook ditmaal zou RCH niet ver der komen dan de derde ronde, want Ajax gaf de geschiedenis geen kans zich te herhalen. RCH, dat enkele we ken tevoren zijn 75e verjaardag had gevierd, mocht een half uur hopen op een hernieuwde stunt vóór doelpunten van Koeman en kort daarop Rijkaard de droom vergruizelden. Een kwartier na de rust maakte rechterspits Hoek nog een doelpunt dat de hoop deed opgloeien, maar in de slotfase besliste Mühren de strijd definitief in het nadeel van de dappere Haarlemmers. Het hek waar in de kwartfinale over heen gesprongen diende te worden heette FC Groningen; ook al zelden een makkelijke tegenstander. Ajax, dat het geluk van een thuiswedstrijd had getroffen, had dan ook als zo vaak de handen vol aan de noorderlingen, die pas een kwartier voor tijd tot opgave werden gedwongen door toedoen van Johnny Bosman. In de voorlaatste ronde wachtte de te genstander die drie jaar eerder de laat ste finaletegenstander van Ajax ge weest was, NEC. De ploeg uit Nijme gen was verwikkeld in een hevige de gradatiestrijd, een strijd die het tenslot te verliezend zou beëindigen. Dat gold In de finale tegen RBC, gespeeld op het 'neutrale' terrein van De Meer, was er een hoofdrol weggelegd voor Sonny Silooy. Eén van de drie Ajax-treffers in de eindstrijd kwam van zijn voet.

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 1989 | | pagina 6