HAARLEM, EEN VAN DE OUDSTEN
Haarlem is een van de oudste clubs in
Nederland die nog op hoog niveau ac
tief zijn. Hoewel strikt genomen de te
genstander van vandaag de FC Haar
lem is, de stichting betaald voetbal die
pas in 1980 werd opgericht, willen we
daar niet moeilijk over doen en be
schouwen we de Haarlemmers als op
gericht op 1 oktober 1889, dit jaar dus
honderd jaar geleden.
In 1892 verschijnt de HFC 'Haarlem'
(niet te verwarren met HFC uit Haar
lem, door fans aangeduid als 'de Ko
ninklijke') voor het eerste in de uitsla
gen van de NVB. Vijf jaar later promo
veert de club naar de eerste klasse,
waar het lang zou blijven. Het eerste
bezoek aan Ajax dateert van 14 no
vember .1911, toen de net gepromo
veerde Amsterdammers in hun fonkel
nieuwe houten stadionnetje kansloos
werden gelaten met 1 -3, waarbij inter
national Jur Haak de gehele
Haarlemse produktie voor zich opeiste.
In 1926 volgde een terugval naar de
tweede klasse, waar Haarlem drie jaar
bivakkeerde alvorens nogmaals te pro
moveren, te degraderen en weer te
promoveren. Vanaf 1932 bleef Haarlem
eersteklasser tot het betaalde voetbal
uitbrak. In die periode behaalden de
'roodbroeken' drie afdelingskampioen
schappen, in 1946, 1948 en 1953. Het
eerste van die kampioenschappen
werd gevolgd door een landskam
pioenschap, al was het juist Ajax dat
veel van die glans afsnoepte. Het was
in die naoorlogse jaren gebruikelijk dat
er in de kampioenskompetitie dubbel
programma's werden georganiseerd
waarbij een wedstrijd op zaterdag
werd gespeeld en de return op zon
dag. Ajax, begonnen met een overwin
ning en een nederlaag tegen het Hee
renveen van Abe Lenstra, ging op de
zaterdag pijnlijk onderuit tegen het
Haarlem van Kick Smit. in een-poging
zich voor de 2—0 nederlaag te revan
cheren walste Ajax de volgende dag
genadeloos over Haarlem heen. Via
onder meer een hattrick van Guus Dra
ger werd het maar liefst 8-0. Maar het
was niet genoeg. Aan het eind van de
rit kwam Ajax, dat nadien alleen bij
Limburgia nog verloor, precies een
punt tekort om Haarlem ook nog de
landstitel te onthouden. Het was en
bleef het enige landskampioenschap
voor Haarlem, dat na de introductie
van het betaalde voetbal terugviel. In
1959 volgde zelfs degradatie naar de
tweede divisie, waar het slechts een
jaar uit ontsnapte alvorens in 1967 de
weg naar boven definitief in te zetten.
In 1969 keerde Haarlem weer terug in
de Eredivisie en ontmoette het ook
Ajax weer. In 1971 en 1975 degra
deerde de aloude club nog tweemaal,
maar beide malen slechts voor één sei
zoen. Het duurde lang voor tegen Ajax
enig succes geboekt kon worden.
Slechts eenmaal, 6 april 1975, wist
Haarlem te scoren, een eer die toe
kwam aan Kees van den Berg. Veel
hielp het niet, het werd 1 -4 die dag en
het was de tiende achtereenvolgende
nederlaag in de Eredivisie voor Haar
lem. Na de hernieuwde promotie in
1976 volgde eindelijk de eerste zege,
die werd geboetseerd door Rob de Kip
en een strafschop van De Vries. In de
Watergraafsmeer werd slechts een
maal gewonnen, maar toen werd het
zout diep in de wond gewreven. Eer
der dat seizoen had Haarlem al een
waarschuwing losgelaten door in het
laatste kwartier een 0-3 achterstand
alsnog in een gelijkspel te veranderen
(3—3). Een half seizoen later, op 18
maart 1984, stonden de cijfers 0—3
ook op het bord, maar ditmaal stonden
die er bij het eindsignaal nog, en had
Haarlem de 84e verjaardag van Ajax
grondig bedorven.
Evert Vermeer
Piftf|lenüfEdward Me'9°d h„e* Haarlem-doel. De in Amsterdam geboren en nu negenentwintigjarige doelman speelde een keer in het Nederlands
I .®HP ,V0T _?82.ln Rotferdam' Daar was Frankrijk de met 2-1 winnende tegenstander. Afgelopen woensdag nam Edward voor het
eerst sinds lange tijd weer plaats op de Oranje-bank tijdens de vriendschappelijke interland tegen de Sovjet Unie.
25