dan toe dapper in het kielzog van Ajax gebleven en eveneens onge slagen gebleven. Slechts door wat gelijke spelen was er afstand tus sen de twee clubs; Ajax had 26 punten uit 14 wedstrijden, PSV 24 uit 27 punten; een verschil van vier verliespunten dus. Ontgoocheling Ajax—PSV werd een ontgoocheling voor Amsterdam. Van het begin af aan dicteerde PSV het spel. Voor rust hadden Ernie Brandts en Rene van der Gijp gescoord, twintig mi nuten voor tijd zette Michel Valke de stand op 0-4 nadat eerder nog Van de rGijp gescoord had. Dat in de resterende tijd de score niet in eren debacle eindigde, was in feite een wonder. In de laatste minuut scoorde Bosman tegen en mocht Ajax met 1-4 alleszins de handen dichtknijpen. De conclusie was al snel getrokken: Ajax kon dan nog bovenaan de ranglijst staan, PSV had zich opgewerkt tot de sterkste club van Nederland. Een winterstop van zes weken had Ajax de tijd om daar eens rustig over na te denken. Na de hervatting had het er alle schijn van dat de nederlaag tegen PSV slechts een incident was; zon der al te veel problemen werd de een na de andere tegenstander in de zak gestoken, en slechts FC Twente en FC Den Bosch, de laatste tweemaal, wisten een punt in te pikken alvorens Ajax tegen een Nederlaag van het seizoen aanliep. Hossende Groningers verlieten op 21 april 1985 het Ajax-stadion na dat hun FC voor het eerst in twintig jaar op die bijna heilige grond had gewonnen. Toch leverde die tegen slag geen gevaar opvoor de koppo sitie van de Amsterdammers. Bij PSV was inmiddels ook de sleet er een beetje in gekomen. Slechts een nederlaag stond nog op de lijst (bij Fortuna, 2-1), maar de Brabanders waren vooral nog al morsig met ge lijke spelen: Utrecht, Feyenoord en Den Bosch hadden een punt weten over te houden aan de konfrontatie met PSV, en na een korte maar he vige opleving tegen Haarlem en AZ (7-1 en 7-2) zette deze malaise zich bij PSV voort. De nederlaag tegen Groningen was echter ook voor Ajax een voorbode van een stroeve periode. Met de landstitel in zicht brak de paniek uit Ajax na een hopeloze nederlaag bij Haarlem (1-0). Tot verbazing van de buitenwereld deed Ajax wat, he laas, gebruikelijk is wanneer de Gerald Vanenburg kennen we natuurlijk uitstekend in Amsterdam. Als zestienjarig jochie veroverde hij de harten van de Ajax-fans met zijn dribbels en technische hoogstandjes. We zijn inmiddels acht jaar verder en Gerald is gerijpt. Zijn doelpunten en assists maken hem, net als in zijn Ajax-tijd, van grote waarde voor de ploeg. Ook in Oranje is Gerald, nadat hij al in 1982 debuteerde, een vaste kracht. 6

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 1988 | | pagina 6