COLUMNISTEN OVER SJAKIE SJAKIE IS EEN LEGENDE Goed, ik geef toe dat ze in Gelsenkirchen bij Schalke 04 ook wel spelers, supporters en oud-spelers hebben, die de ziel van de club levend houden. Waarschijnlijk is er in Milaan ook een lokaal waar ze over Inter uit 1960 praten en uren kunnen bomen over een vrije trap van Suarez tegen Bologna, in het seizoen 1961- 1962. Het is niet moeilijk, je te verplaatsen in een Londense pub, waar je verhalen hoort over de legendarische derby's tussen de Spurs en Arsenal. Zelfs van Zwitsers geloof ik dat ze hier en daar over voetbal praten. Maar het mooist gebeurt dat toch in Amsterdam, bij Ajax. Met Sjakie over vroeger en de wedstrijd van vorige week en die van aanstaande zondag en ook nog even alles wat er tussenin gebeurde. Het aangename van Sjaak Swart is zijn stijl. Er vallen heerlijke woorden als 'kegeltje' en 'schimmel', je kunt genieten van een teder 'die kleine' en persoonlijk heb ik eens kippevel gekregen toen Sjakie het over 'Pietje' had. Dichter dan Sjaak Swart bij het voetbal staat, kun je niet komen. Een stap verder, en je vliegt in brand. De allergrootste passie is Sjakie Swart, de maat aller dingen. Hij is het symbool van Ajax, omdat hij Feyenoord verafschuwde: dat wil zeggen, hij hield er niet van om van Feyenoord te verliezen. Daarmee betuigde hij zijn grote liefde voor Ajax én Feyenoord, dat hij aan de borst drukte als zijn grootste vijand. Zonder Feyenoord was er geen Sjakie Swart. Clubliefde zonder andere clubs bestaat niet. Sjaak houdt van alle voetballers en alle voetballers van hem. Hij is iemand die zijn beste pak aantrekt om naar de voetbalmatch te gaan. Sjaak Swart: de zondag als een feest, een leven met een rake kopbal in de laatste seconde, voor Ajax, Ajax. Helemaal kritiekloos kunnen we niet eindigen. Sjaak wordt vijftig jaar. Stanley Matthews speelde op die leeftijd nog in de eerste Engelse league. Volgens velen zou Swart ook nog best als libero in menige eredivisieclub meekunnen. Ik zou graag op de linkerflank van dat elftal draven. De diepte in, achter de diagonale pass over vijftig meter aan, die Sjaak van zijn rechtervoet heeft laten vertrekken. Zo'n balletje dat stil in de lucht ligt, en gedwee landt op je voet. Vijftig. Sjaak Swart staat niet in het wassenbeeldenmuseum, ook niet in de Engelse league, maar op de plek waar hij hoort: in het hart van de Nederlandse voetbalromantiek. Jan Mulder Dat lijkt op het opentrappen van een toch al open deur, maarzo vanzelfsprekend is die legende in feite niet. Dat hij legendarisch is blijkt om te beginnen uit zijn naam. Niemand denkt, als je tegen hem zegt dat je gisteren Sjakie nog op het Leidseplein zag lopen, dat je Jacques Hogewoning bedoelt, of Sjaak Storm, of Sjaak Roggeveen. Er is maar één Sjakie! Zoals er maar één Coentje, één Faas, één Marco is (of was). Maar die hebben allemaal hun eigen naam mogen houden, terwijl Sjakie een typisch veramsterdamsing is van zijn eigenlijke naam. Hij heet, volgens de officiële KNVB-handboeken, J. Swart. De J van Sjakie dus. Sjakie is zo legendarisch, dat de meeste mensen denken dat hij in alle drie Europa Cupfinales die Ajax, in 1971, 1972 en 1973, zijn drie Europa Cups I opleverden, vanzelfsprekend rechtsbuiten stond. Maar dat is helemaal niet het geval. In de derde wedstrijd, tegen Juventus in Belgrado, speelde hij al helemaal niet meer mee. Hij had al afscheid genomen. Johnny Rep stond rechtsbuiten en scoorde na 4 minuten met het hoofd de enige goal. En in de eerste wedstrijd, in 1971 tegen Panathinaikos, werd hij in de rust door Rinus Michels gewisseld voor Arie Haan, die de bevrijdende tweede goal zou scoren. Van die drie succesvolle Europa Cupfinales heeft hij dus maar de helft meegespeeld,- ik zou het niet geloofd hebben als ik het niet zwart op wit in de boeken had aangetroffen. Zo werkt legendevorming. Bovendien was Sjakie niet de uitsluitende rechtsbuiten die nog stéeds op ons netvlies staat, de bal rechts langs de vijandelijke back tikkend en er zelf links langs hollend om even verderop de bal weer op te pikken en bij de uitlijn voor te zetten. Tegen Panathinaikos bijvoorbeeld begon hij als middenvelder en stond Dick van Dijk rechtsbuiten. In de tijd dat Ajax door Stefan Kovacs getraind werd, speelde Sjaak Swart inplaats van de geblesseerde Wim Suurbier een tijdlang succesvol rechtback. Dat zijn de dingen die je vergeet. Want de speler is tijdens zijn voetballoopbaan veelvoudig, maar zijn latere legende wordt als vanzelf enkelvoudig gelijk een standbeeld! NICO SCHEEPMAKER Sjakie Swart levert één van zijn befaamde voorzetten at tegen Feyenoord. 6

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 1988 | | pagina 6