De 22 landstitels van Ajax:
Ajax-selektie 1969-1970
Het was even slikken voor de
Ajacieden in het voorjaar, toen na
drie landskampioenschappen de
club ineens met lege handen stond
In het bekertoernooi was Ajax al in
1970
een vroeg stadium door Feyenoord
uit het toernooi verwijderd, en in de
kompetitie waren dezelfde
Rotterdammers ditmaal te sterk.
Niettemin kon op een prachtige
seizoen worden teruggezien, want
Ajax had zich immers als eerste
Nederlandse club in de Europa
Cup-finale laten zien, en al had AC
Milan de nationale kampioen dan
ook fluitend naar een 1 nederlaag
gespeeld, voorlopig moest de nieuwe
kampioen Feyenoord dat kunstje nog
maar eens na zien te doen.
Een jaar later waren de rollen
omgekeerd. Ajax had weliswaar weer
een nationale titel aan zijn totaal
toegevoegd, maar stond er wat sneu
bij toen de wijde Coolsingel
volgepakt stond om Feyenoord als de
nieuwe Europese kampioen te
huldigen. Wel werden op dat moment
de eerste snode plannen gesmeed
om in een baas-boven-baas-spelletje
de Rotterdammers andermaal de
baas te worden. Met succes, want
drie opeenvolgende Europa Cups
bleek voorlopig de beste prestatie op
internationaal gebied voor
Nederlandse clubs.
Het seizoen 1969-1970 bewoog zich
voor Ajax als gezegd voornamelijk in
de schaduw van de prestaties van
Feyenoord, maar dat neemt niet weg
dat ook het spelletje van de
hoofdstedelingen niet uit te vlakken
was. Ajax begon de apotheose van de
jaren zestig met een serie van
tien opeenvolgende overwinningen,
waarin dertig doelpunten werden
gemaakt. Dat was zeer fraai
natuurlijk, ware het niet dat
Feyenoord nauwelijks minder van
leer had getrokken. Evenveel
doelpunten en slechts een punt
minder, dat tegen stadgenoot Sparta
was ingeleverd. Die situatie hield in
dat, zoals vrijwel elk jaar, een
onderling duel de beslissing zou
moeten brengen. In de Kuip ditmaal.
Het werd een bijna karakteristiek
treffen tussen de Amsterdamse
lichtvoetigheid en Rotterdamse
onverzettelijkheid. Ajax kwam op die
tweede november niet lekker in de
wedstrijd, werd vanaf het middenveld
Jansen-Van Hanegem telkens
opgesloten, maar gaf ook niet al te
veel kansen weg, en voor het eerst in
de geschiedenis leek een duel tussen
Feyenoord en Ajax zonder
doelpunten te zullen eindigen.
Totdat, twee minuten voortijd,
Feyenoord datgene deed wat tot het
standaardpakket van iedere ploeg
hoort die sterker is maar niet tot
scoren komt: peren van afstand. De
man die tot dat schot kwam was Theo
van Duivenbode, die de bal steenhard
in de hoek joeg, onbereikbaar voor
doelman Gert Bals. Dat beroofde
Ajax van de koppositie en Ruud Krol
van zijn snor. De zwierige Ajacied, dat
seizoen debuterend in de
hoofdmacht, had die zomer zijn snor
laten staan en beloofd die pas te
zullen afscheren als zijn club zou
verliezen. Met een kale bovenlip
verscheen Ruud diezelfde avond op
TV, om daar te vernemen dat hij
geselecteerd was voor de
vriendschappelijke wedstrijd tegen
Engeland. Dat is pas karrière maken.
Overigens kon Van Duivenbode die
avond met een grijns op het gelaat
aan tafel aanschuiven. Hij voeldezich
na het echec van Madrid afgedankt
door trainer Michels en had de wijk
genomen naar Rotterdam, en zijn
sportieve revanche meer dan te
pakken.
Enkele weken later vereffende
Holland Sport, traditiegetrouw een
uitwijkplaats voor overtollige
Feyenoorders, het punt verschil
tussen beide koplopers door de
'moederploeg' op 0-0 te houden. En
na de zestiende speeldag stond Ajax
zelfs weer voor, doordat Feyenoord
eerst bij FC Twente een punt verloor
en een week later in een
inhaalwedstrijd bij AZ datzelfde
deed. Dat gaf Ajax met de Kerst dus
twee punten voorsprong, en
bovendien was de ploeg ook nog in
de race voor de beker en de
Jaarbeursbeker, na het wippen van
Hannover en Ruch Chorzow.
In het nieuwe jaar gaf Ajax de
voorsprong al snel weer uit handen
door eerst bij NEC en daarna bij MVV
gelijk te spelen, waarmee de race
weer geheel open was. Waar beide
clubs nog in de Europese toernooien
aktief waren, kwamen er
slordigheden. Ajax ontsnapte
ternauwernood aan de eerste
uitglijder toen in een inhaalwestrijd
tegen Sparta pas twintig minuten
voor tijd Vasovic de gelijkmaker wist
te maken en Gerrie Mühren met een
blind afstandschot na vier minuten
blessuretijd keeper Jan van Beveren
tot overgave dwong. Feyenoord was
degene die het eerst afhaakte, door
tegen ADO niet tot scoren te komen.
Ajax ging inmiddels onverdroten
door met winnen, terwijl bij
Feyenoord de strijd op twee fronten
zijn tol begon te eisen. In Maastricht
wisten de Kuipers pas twee minuten
voor tijd althans een punt binnen te
slepen, waarna een week later bij Go
Ahead opnieuw een punt zoekraakte,
terwijl Ajax PSV klopte met twee
W
D
Gert Bals
32
George van Bockel
1
Johan Cruijff
33
33
Dick van Dijk
32
23
Henk Groot
4
1
Arie Haan
1
1
Barry Hulshoff
32
1
Piet Keizer
32
18
Ruud Krol
34
2
Gerrie Mühren
32
7
Ben Muller
12
Ton Pronk
4
Nico Rijnders
33
2
Tom Söndergaard
6
Heinz Stuy
2
Wim Suurbier
34
2
Ruud Suurendonk
9
Sjaak Swart
31
13
Velibor Vasovic
32
7
omstreden strafschoppen van
Vasovic; mag je bij een aanloop heel
even inhouden of niet?
Scheidsrechter Leo van der Kroft
vond van wel, en die heeft niet voor
niets karrière gemaakt. Marco van
Basten vond het later ook en maakte
op die wijze menige goal. Toen
Feyenoord tegen Sparta en NEC
onieuw 0-0 speelde, was de
achterstand in verliespunten
opgelopen tot zeven punten en leek
het pleit wel beslecht.
Op 26 april 1970 zou de definitieve
beslissing kunnen vallen bij
Ajax-Feyenoord. Feyenoord,
inmiddels Europa Cup-finalist,
maakte tegen Ajax, door Arsenal uit
de Jaarbeursfinale gehouden, nog
eenmaal een vuist. Na elf minuten
sprintte Ove Kindvall Barry Hulshoff
eruit en scoorde 0-1. Ajax maakte
8