De 22 landstitels van Ajax:
Het kampioenschap dat Ajax op
26 mei 1968 op de erelijst kon
bijschrijven, betekende voor de
Amsterdammers de voltooiing van
de hattrick, en dat is in Nederland
een hoogst uitzonderlijke situatie.
1968
Immers, we moeten terug tot de
jaren dat de twintigste eeuw nog pril
was om voor het laatst een club te
vinden die drie maal op rij nationaal
kampioen werd: Sparta presteerde
dat tussen 1910 en 1913 en, baas
boven baas, het Haags (of moeten
we zeggen Haagsche) HVV haalde
tussen 1899 en 1903 viermaal
achtereen de landstitel binnen.
Cijfers die internationaal overigens
weinig voorstellen: het Europese
record wordt gedeeld tussen het
Bulgaarse CDNA (tegenwoordig
Sredets) en het Hongaarse MTK, die
beide negen maal achtereen
nationaal kampioen werden, maar
dat terzijde.
Wie de eindstand van de kompetitie
1967-1968 beziet, ziet slechts de drie
punten voorsprong die Ajax van de
belangrijkste concurrent, als altijd
Feyenoord, scheidden. Het vertelt
echter niets over de meest
kenmerkende eigenschap van het
seizoen. Het merkwaardige was
namelijk dat het er lange tijd
allerminst naar uitzag dat Ajax een
serieuze gooi naar de landstitel zou
kunnen doen. Daarvoor waren er de
Europa Cup-zorgen die voor een
topteam-in-opbouw traditiegetrouw
puntverlies in de kompetitie
tengevolge heeft, en bleek
Feyenoord aanzienlijk slagvaardiger.
In het nieuwe jaar, toen Ajax
inmiddels in Europa was
uitgeschakeld en Feyenoord met een
inzinking te kampen kreeg, begon
een enerverende achtervolgingsrace
die tenslotte in Amsterdams voordeel
werd beslist.
Aan het begin van het seizoen hing de
kompetitie er eigenlijk maar een
beetje bij: iedereen in Amsterdam
was, indachtig de fraaie prestaties in
de Europa van een seizoen eerder, al
met de gedachten bij de komende
tweestrijd tussen de plaatselijke
favoriet en Real Madrid, de
superploeg van enkele jaren tevoren,
met name als Pirri, Amancio en
Gento. Enigszins plichtsgetrouw
wonnen zowel Ajax als Feyenoord de
eerste drie wedstrijden met ruim
verschil, waarna al meteen de
titanenstrijd tussen de twee clubs
onderling op het programma stond.
Geels
Zoals zo vaak in die tijd zou één
moment de beslissing brengen. Vijf
minuten na de rust was het een
19-jarige talent dat de enige trefffer
van de wedstrijd maakte. Zij naam
was Ruud Geels en hij was een
seizoen eerder door Feyenoord voor
een appel en een ei bij Telstar
weggekocht. Geels scoorde zich drie
jaar lang te pletter, maar verloor de
strijd om de vaste spitspositie bij de
Rotterdammers tenslotte van Ove
Kindvall, speelde nadien bij Go
Ahead en Brugge en scoorde ook
daar aan de lopende band. Dat deed
hij des te meer bij Ajax, dat hem in
1974 kocht en hem vier jaar
achtereen nationaal topscorer zag
worden.
De thuiswedstrijd tegen Real werd
een lichte teleurstelling. Een
openingsgoal van Cruijff was een
kwartiertje later beantwoord door
Pirri, en daar bleef het bij. In de return
zette Gento Real op winst, maar
kopte Henk Groot de stand opnieuw
gelijk, daarmee het sein gevend tot
een bloedstollend verlenging, waarin
Cruijff een droomkans voor open
doel miste en tenslotte Veloso met
een kanonschot van ver buiten de,
zestien meter de beslissende goal
achter Bals joeg. Uitschakeling dus,
maar een uiterst eervolle die Ajax
veel goodwill bezorgde in Europa.
Deuken
Aan het thuisfront waren inmiddels
weinig problemen voor de twee
koplopers, die onverdroten
doorgingen de ene tegenstander na
de andere met de grond gelijk te
maken. Na de tiende speeldag had
Feyenoord nog geen punt hoeven
inleveren en Ajax, met nog een
inhaalwedstrijd tegoed, alleen bij
Feyenoord averij opgelopen. De
eerste deuken kwamen op 22
oktober, toen GVAV Feyenoord in de
Kuip op 0-0 hield. Ajax, dat
Xerxes/DHC, de doodgeboren
fusieclub, met 5-0 klopte,
profiteerde, maar verzuimde dat een
week later opnieuw te doen toen
Feyenoord bij Volendam een punt liet
liggen (1-1), maar Ajax op spangen
door Nol Heijerman van twee punten
werd beroofd. Daarmee was het gat
plotseling weer op vier punten
gekomen. Ajax leefde zich tegen NEC
optimaal uit (9-1) en won ook de
lastige inhaalwedstrijd tegen FC
Twente, maar een afgelast duel van
Feyenoord vertekende de gelijke
stand in punten aan de top. Thuis
bleef Ajax ongenaakbaar, maar in de
uitwedstrijden was de ploeg
kwetsbaar. Bij GVAV liet Ajax een
punt achter. Bij NAC werd nipt
gewonnen, maar bij ADO, op het
Zuiderpark, was een treffer, van
Harrie Heijnen, Ajax fataal. De
achterstand van drie punten bleek
niettemin niet onoverkomenlijk, toen
Ajax het taaie Go Ahead kort voor
Kerst met 1 -0 pakte en Feyenoord in
eigen Kuip sensationeel tegen
Xerxes/DHC (met spelers als Van
Hanegem en doelman Eddie Treytel)
met lege handen achter bleef: 0-1,
en vervolgens op Spangen ook niet
schadevrij vertrok: 1-1. Omdat
Feyenoord op Tweede Kerstdag de
inhaalwedstrijd tegen DWS wel
winnend afsloot, begon Ajax het jaar
1968 toch met een achterstand van
twee punten. Al snel werd dat meer,
want al meteen werd bij DOS een
punt ingeleverd, zodat de strijd in het
Olympisch Stadion tegen Feyenoord
met drie punten in de min begon. Op
die 21e januari werd de kortste
Ajax-Feyenoord uit de geschiedenis
afgewerkt. In een dichte mist scoorde
eerst Paja Samardzic en vervolgens
Sjaak Swart, maar zelfs de
aanwezigen hadden dat alleen maar
van horen zeggen. Na 29 minuten de
ogen vergeefs gepijnigd te hebben,
vond scheidsrechter Dorpmans het
welletjes en werd het gebeuren uit de
boeken geschrapt.
Het keerpunt kwam op 10 maart 1968,
toen Ajax-Feyenoord werd
overgespeeld en in een gelijk
opgaande strijd Ajax de gelukkige
was door een rommelgoal van
invaller Ruud Suurendonk, die wel
eens vaker als pinchhitter succesvol
was. Het grijpen van de laatste kans
gaf Ajax vleugels en maakte
Feyenoord plotseling nerveus.
Een derde misser van Feyenoord
betekende een achterstand,
opgelopen door een 0-0 bij GVAV.
Dat ene punt zou tenslotte fataal
blijken. Feyenoord noch Ajax
maakten meereen misstap, zodat op
de slotdag Ajax tegen ADO de kans
had om opnieuw de Nederlandse titel
in de kast te bergen. Curieus detail
daarbij was dat een week later
opnieuw Ajax-ADO op het
programma stond, ditmaal als finale
van de KNVB-beker. Dat bracht met
8