Sparta: bijna onderdeel van
het meubilair
Sparta is, met alle respect voor alle
andere clubs die al sedert jaar en dag
De Meer op hun jaarlijkse
kompetitieronde aandoen, een club
met een eerbiedwaardigheid waar
weinig clubs aan kunnen tippen. De
bewoners van het op zich al
historisch Kasteel zijn van alle
betaalde clubs degenen die de
oudste traditie hebben wanneer het
aankomt op wedstrijden tegen Ajax.
Al op zevenjarige leeftijd mocht Ajax
een Spartaselektie ontvangen in
kompetitieverband. Dat was
weliswaar slechts het tweede elftal
van de gestreepte club, dat toen met
Ajax in de tweede klasse opereerde,
het was de eerste wedstrijd op de
nieuwe thuishaven van Ajax, dat
verhuisd was van het terrein aan de
Laanweg in Amsterdam-Noord (even
voorbij het Tolhuis; de straatnaam is
jarenlang verdwenen geweest, maar
sinds vorig jaar weer bij de oude plek
terug te vinden) naast de Middenweg
nabij de Kruislaan. Een goede
opening, want door onder meer twee
doelpunten van Schaap won Ajax
met 3-5. Toen Ajax zich in 1911 van
het eersteklasseschap verzekerd
had, kwam ook het 'echte' Sparta op
bezoek. Op 28 januari 1912gebeurde
dat voor het eerst, maar gescoord
werd er niet. Een knappe prestatie,
dat doelpuntloze gelijkspel, wanneer
men bedenkt dat Sparta op
doelgemiddelde kampioen zou
worden en Ajax zich met hangen en
wurgen in de eerste klasse kon
handhaven. Hoewel Sparta zeker tot
de sterkere clubs van ons land
behoorde, hebben ze merkwaardig
genoeg slechts zelden in De Meer
gewonnen. Pasop 12december 1926
gebeurde dat voor het eerst, dankzij
twee treffers van Okkie Fermenoy en
een van Kramer, waartegenover Ajax
slechts twee doelpunten kon stellen,
van Wim Volkers en Henk Boelijk. De
2-3 uitslag werd twee jaar later
dunnetjes overgedaan.
De hoogste uitslag ligt heel wat
verser in het geheugen. Twee
seizoenen geleden werd
Sparta-doelman Bas van Noortwijk
tot wanhoop gebracht door met
name Marco van Basten, die liefst
zesmaal raak schoot in een
nachtmerrie die pas bij 10-0
eindigde. Een score waaraan Sparta
nooit is toegekomen. Op het eigen
Kasteel haalde Sparta wel ooit vijf
treffers bijeen in een bizarre 5-3
score op Dierendag 1981, en in
Amsterdam staat het maximum
vooralsnog op vier. Die gingen in de
boeken op 24 september 1933, toen
Oostlander driemaal scoorde en
Formenoy eenmaal en Sparta met
4-3 zege het burgerpak weer
aantrok.
De laatste Spangense zege op
hoofdstedelijke bodem is inmiddels
alweer wat jaren geleden. Op 11
september 1978 scoorde Ajax het
eerst, door Roud Geels, maar
vervolgens prikten Bert Jansen, Ray
Clarke en Frank Weerdenburg voor
de Rotterdammers de bal achter Piet
Schrijvers en sliep menig Ajacied
minder vast die avond.
Hoewel Sparta een redelijk seizoen
doormaakt, zou een nieuwe zege in
de Watergraafsmeer een
grote verrassing zijn. Maar van dat
soort verrassingen hangt het voetbal
nu eenmaal aan elkaar.
Evert Vermeer.
Het sluitstuk van de Sparta-verdediging, die zich hier moedig voor de voeten van Feyenoord-spits David Mitchell werpt, is Ed de Goey. De lange en talentvolle
keeper speelt ook in Jong Oranje. De overige Spartanen op de foto zijn van links naar rechts Piet de Kant, Andro Knel en Jan Olde Riekerink.
30