De 22 landstitels van Ajax: Spelersselektie 1959-1960 De eindstand 9 De landstitel van 1957 bleef drie jaar langzonderopvolger. In 1958 verloor Ajax in de slotfase van de kompetitie de race met Enschede en DOS, waarvan laatstgenoemde na een beslissingswedstrijd de titel greep. 1960 Een jaar later was slechts een plaatsje in de middenmoot weggelegd voor de roodwitte ploeg. Het seizoen 1959-1960 begon met een eltal dat drie nieuwe gezichten kende. Willy Schmidt en Jan Snoeks waren vertrokken en Co Prins, van buurman OVVO, en de gebroeders Henk en Cees Groot van Stormvogels kwamen de aanval versterken. Vooral Henk deed dat met verve, want in de eerste drie wedstrijden scoorde hij zeven maal, en gaandeweg het seizoen kwam ook Cees steeds beter op dreef. Gezamenlijk tekenden de Zaanse broers voor 66 van de in totaal 109 treffers van dat seizoen, pakweg tweederde van de productie dus. Dat totaal geeft al aan dat in tegenstelling tot de vorige kampioensploeg die Ajax op de been bracht, nu zeer aanvallend gespeeld werd. In dat opzicht was 1959-1960 een voorproefje van wat jarenlang het beeld in de Nederlandse kompetitie zou blijven: een veelvuldig scorend Ajax, dat de strijd vooral van Feyenoord kon verwachten, met PSV op lichte achterstand in de subtop. En de strijd zou zich in het voorjaar van 1960 meer en meer toespitsen op een directe konfrontatie tussen het Rotterdams-Amsterdamse duo. Feyenoord was het seizoen begonnen met wat puntverlies en liep daarmee een achterstand op Ajax op die het het hele seizoen zou houden. Drie of vier punten scheidden de grootmachten doorlopend, en halverwege de kompetitie leidde Ajax met 26-21, vijf punten verschil dus, en omdat Ajax nog een inhaalwedstrijd tegoed had in feite zeven. De nederlagen voor Ajax waren tot dan toe het werk van DWS/ A (een fusie van DWS en de profclub Amsterdam, later weer herdoopt in DWS) dat door een doelpunt van Theo van Doorneveld in eigen huis zegevierde en Blauw Wit, waar Dries Mul de hele productie opeiste. In beide gevallen dus, curieus genoeg, nederlagen tegen stadgenoten. Feyenoord was het seizoen met een thuisnederlaag tegen Sparta begonnen en wist van de eerste negen wedstrijden slechts tweemaal te winnen. Het had er dus alle schijn van dat Ajax betrekkelijk onbedreigd op de landstitel zou afgaan. Direct na de Kerst liep Ajax overwacht tegen een derde nederlaag aan, toen Van Dongen en Luyten NAC een 2-1 overwinning bezorgden. Twee weken latergingde ploeg zelfs in de eigen De Meer meedogenloos onderuit tegen het matige MVV, dat door een goal van W D Wim Anderiesen 34 2 Wim Bleyenberg 4 2 Jan van Drecht 27 Donald Feldmann 27 9 Cor Geelhuizen 8 Cees Groot 34 29 Henk Groot 33 37 Bob Haarms 1 Guus van Ham 28 Bertus Hoogerman 7 GervanMourik 34 Ben Muller 32 3 Piet Ouderland 2 Co Prins 34 8 Werner Schaaphok 7 Jan Seelen 5 1 Kees Smit 23 SjaakSwart 29 18 Ad Visser 2 Bob Westra 4 2 Nico van der Weijde 1 Naast bovengenoemde spelers waren in de nakompetitie ook nog aktief Jan Fransz, Karei Vestersen Frans Vlietman. Chris Coenen de volle buit opstreek. Omdat Feyenoord maar mondjesmaat van die misstappen profiteerde bleef Ajax een komfortabele voorsprong houden en zes wedstrijden voor het verstrijken van de kompetitie was er zelfs weer een gat van zes punten op de ranglijst. In het zicht van de haven echter dreigde het vlaggeschip Ajax te stranden. Het begon met een ogenschijnlijk onbetekenende misstap tegen het altijd moeilijk, maar dat seizoen waarlijk niet imponerende Rapid JC, dat zelfs op 2-0 voorsprong kwam maar door toedoen van Henk Groot en Sjaak Swart zijn winst tot een punt zag beperkt. Omdat Feyenoord moeiteloos bij Volendam won (4-0) was de voorsprong geslonken tot een altijd nog aanzienlijke vijf punten. Op Paasmaandag maakten beide ploegen geen fout: Ajax rolde Volendam genadeloos op (9-0), en Feyenoord moest in de tweede helft een achterstand tegen Elinkwijk goedmaken (2-1). Nog vier punten scheidden Ajax van de landstitel. Maar in mei ging het mis. In Den Haag, waar doelpunten van Theo Timmermans en Carol Schuurman slechts door een strafschop van Henk Groot werden beantwoord, terwijl Feyenoord bij Sittardia met 5-1 de achterstand tot drie punten terugbracht. Weer een week later bleek dat Feyenoord er opeens weer volop in geloofde, en de ploeg, met de voorhoede Bennaars, Rijvers, Van der Gijp, Schouten en Moulijn, haalde tegen het sterk op zijn retour zijnde Fortuna '54 met liefst 7-1 uit, Ajax 34 22 6 6 50 109—44 Feyenoord 34 20 10 4 50 94-32 PSV 34 18 9 7 45 72—48 DOS 34 18 4 12 40 75-57 NAC 34 15 9 10 39 56-53 VVV 34 12 12 10 36 57-60 Sparta 34 14 6 14 34 53-52 Willem II 34 11 11 12 33 65-69 Enschede 34 14 d 16 32 81-76 DWS/A 34 13 6 15 32 51-59 Rapid JC 34 10 12 12 32 46-55 ADO 34 13 5 16 31 62-68 MVV 34 13 5 16 31 60-69 Fortuna '54 34 11 8 15 30 67-81 Elinkwijk 34 9 11 14 29 37—48 Blauw Wit 34 12 5 17 29 53-82 Volendam 34 10 3 21 23 54-88 Sittardia 34 5 6 23 16 40-91 terwijl Ajax thuis tegen degradatiekandidaten Elinkwijk niet verder kwam dan 1 -1Ajax werd zenuwachtig, maar leek in de voorlaatste wedstrijd zich te hebben teruggevonden, toen opnieuw Fortuna een willoos slachtoffer was. In Geleen werd het 2-7. Feyenoord had bij Enschede evenmin veel moeite en finishte op 4-0. Alles kwam dus op de laatste wedstrijden aan en daar hadden de goden beschikt dat Feyenoord-Ajax de kraker zou zijn. Het gelijke spel waarop de Ajacieden

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 1987 | | pagina 9