Ajax—Feyenoord: het voetbal zelf
Begrijp me goed: we hebben alle
respect voor de prestaties van
PSV dit seizoen, maartoch zullen
de Eindhovenaren nog heel wat
landskampioenschappen (en
liefst nog wat meer) moeten
veroveren om zich naast
Feyenoord en Ajax te weten
wanneer het aankomt op de
traditie en de emotionele
beladenheid van de onderlinge
duels. Ook buiten Amsterdam en
Rotterdam koesteren veel
aanhangers van de andere
Nederlandse clubs daarnaast een
warm plekje voor een van de twee
clubs. Zoals Nederland verdeeld
is in protestanten katholiek, is de
voetbalwereld al sinds
mensenheugenis verdeeld in
lieden met sympathie voor
Feyenoord en die voor Ajax. Wie
op een verjaardagsfeestje de
woorden 'Ajax-Feyenoord' laat
vallen, kan er, mits het juiste
gezelschap aanwezig is, dan ook
verzekerd van zijn een groot deel
van de avond verder gevuld zal
zijn met anecdotes over de vele
wedstrijden waarin de twee
monumentale clubs de degen
gekruist hebben. Al naargelang
de voorkeur zullen de krakers de
revue passeren. Ome Jaap zal
gniffelend herinneren aan die
voorjaarsavond in 1971, toen
Ajax enkele dagen voor de eerste
Europa Cupwinst in het
Olympisch Stadion in de
gietende regen onderuitging,
vooral dankzij de bemoeienissen
van Ove Kindvall en Dick
'Knakkie' Schneider. De repartie
komt dan onmiddellijk van ome
Henk, die de rode baan niet
rechts op het hart maar in het
midden draagt en likkebaardend
herinnert aan de glorieuze
zaterdagavond een jaar later,
toen Ajax in De Kuip de
aartsrivaal met vijf-nul
afdroogde. Ome Jaap stribbelt
nog even tegen dat het 'maar'
5-1 was, maartegengoals
worden na verloop van jaren in
dit soort verhalen
verontachtzaamd. Zo prachtig
speelde Ajax die dag dat zelfs het
Feyenoordpubliek na afloop de
Amsterdammers met een
staande ovatie beloonde. Zo
ontstaat dan een tenniswedstrijd
waarbij de redelijk gelijk over de
ploegen verdeelde hoogtepunten
over en weer vliegen. Beide
omes weten zich nog zeer goed
de Hemelvaartsdag van 1960 te
herinneren, toen Ajax in de
slotfase van de kompetitie een
voorsprong zag wegsmelten en
Feyenoord in de slotwedstrijd in
eigen huis de Meerclub in een
onderling duel met 3-0 klopte.
Daarmee stonden beide ploegen
gelijk en was een
beslissingswedstrijd nodig,
waarin Feyenoord dooreen
strafschop van Beertje
Kreyermaat bij rust met 1-0
leidde, maar Sjaak Swart en
invaller Wim Bleyenberg daarna
de geest kregen en
Rotterdam-Zuid met 5-1 in
plotselinge rouw dompelde. Ook
de 9-4 voor Feyenoord in 1964 in
De Kuip zal nog even aangestipt
worden, en onmiddellijk
genivelleerd worden door de
wedstrijd op 13 november 1966,
toen Feyenoord weigerde in het
Olympisch Stadion te spelen en
Ajax met 5-0 op het veld wraak
nam. Het jaar dat
Ajax-Feyenoord maar 29
minuten duurde waarna de mist
ingreep, en Ruud Suurendonk
Ajax later praktisch kampioen
maakte door als invaller de enige
goal van de wedstrijd te scoren.
De dag dat Henk Wery in 1968
zichzelf tot matchwinner en
doelman Gert Bals tot schlemiel
van de week kroonde toen
laatstgenoemde zijn kopbal door
de vingers liet glippen en 0-1 de
eindstand bleef. Weer een jaar
later, toen ex-Ajacied Theo van
Duivenbode zijn eerste optreden
met Feyenoord tegen zijn oude
club afrondde met de
beslissende goal twee minuten
voor tijd, en de return, toen
Feyenoord vlak voor het winnen
van de Europa Cup over Ajax
heen leek te lopen, met 1-3
leidde, maar op 3-3 finishte
omdat Johan Cruijff boven op
doelman Eddie Treijlel ging
leunen waardoor het
afstandsschot van Willem
Suurbier in de Feyenoordgoal
zeilde.
Manolito van vijftien (jongetjes
van vijftien heten tegenwoordig
immers geen Japie of Henkie
meer) heeft met rode oortjes
geluisterd naar de
geromantiseerde verhalen en is
blij dat hij tenminste vier jaar
geleden erbij was toen Cruijff
voor het eerst tegen Ajax aantrad,
uitgerekend in de kleuren van
Feyenoord, en met lede ogen
moest toezien hoe zijn nieuwe
elftal in een kranzinnige tweede
helft naar een 8-2 nederlaag
werd gespeeld. Zoals
gebruikelijk had Johan natuurlijk
later dat seizoen zijn antwoord
klaar, toen Feyenoord voor het
eerst in tien jaar met hem weer
landskampioen werd. Misschien
het mooiste van de onderlinge
rivaliteit is altijd geweest dat de
sfeer tussen beide
supportersgroepen tot voor
enkele jaren er een was van
wederzijdse waardering. Ik
vermeldde al de
publiekswaardering uit 1972,
omgekeerd had Feyenoord
daags na het winnen van de
Europa Cup tegen Celtic van het
Ajax-publiek een minutenlange
ovatie gekregen als blijk van
waardering. Het is jammer dat
bepaalde groepen supporters de
derby de laatste jaren aangrijpen
als een gepaste gelegenheid om
Indiaantje te spelen, waardoor de
sfeer van een belegerde veste
wordt opgeroepen waaraan
niemand behoefte heeft. Maar
voor de ware liefhebber blijft
Ajax-Feyenoord het Nederlands
equivalent van Milan-Inter of
Celtic-Rangers: een wedstrijd
waarvan de waarde die van het
voetbal zelf ontstijgt.
Evert Vermeer
29