mÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊM
Spelersselektie
1938-1939
9
Naarmate het vierde decennium van
deze eeuw ten einde liep, liep ook de
overheersende rol van Ajax in het
vaderlandse voetbal gaandeweg ten
einde. De gouden ploeg van de jaren
dertig zou nog eenmaal toeslaan
1939
alvorens een wat mindere periode
tegemoet te gaan. Aansluitend op de
landstitel van 1937, welke de trouwe
bezoekers van de thuiswedstrijden
van Ajax in het vorige programma
beschreven hebben gezien, moest
Ajax het in de afdeling West 1 laten
afweten in de race tegen stadgenoot
DWS, dat met namen in de ploeg als
Caldenhove, Drager en de gebroe
ders Van Stokken, één punt voorbleef
in de rangschikking, maar de lands
titel tenslotte aan Feyenoord moest
laten.
De Ajaxploeg die in september 1938
nog eenmaal aanzette voor een
succesvolle greep naar de hoogst
haalbare voetbaleer, steunde nog al
tijd grotendeels op de routiniers die
de jaren dertig tot de voor Ajax
meest succesvolle periode uit haar
bestaan hadden gemaakt. Doelman
Gerrit Keizer, spil Wim Anderiesen,
de enige Ajacied waarnaar later in
Amsterdam een straat (of beter
gezegd een hof) werd genoemd,
Blomvliet, Schubert en Van Reenen
waren allen nog paraat. Opkomende
namen waren die van Piet Leemhuis,
Gerrit Fischer en vooral Rinus Bijl,
die de met de jaren toch wat afgesle
ten scoringsdrift van Piet van Reenen
voorbleef en 22 keer doel trof. Jan
van Diepenbeek zou al in de tweede
wedstrijd, tegen DFC, met een bles
sure uitvallen en niet meer in Ajaz-1
terugkeren, en Gerrit Been was
enige tijd geschorst naar aanleiding
van een incident tegen 't Gooi, waar
hij voortijdig de kleedkamer moest
opzoeken en de rest van het seizoen
knarsetandend moest toezien hoe
Jan Schubert zijn plaats innam.
Het Ajax van 1938-1939 was zeker
een sterke ploeg, maar walste toch
niet meer zo gemakkelijk over de
diverse tegenstanders heen als
weleer. Slecht DHC kreeg een flinke
score over zich heen, maar de pun
ten kwamen toch in voldoende mate
bij Ajax terecht om de concurrentie
voor te blijven. Die concurrentie
bestond vooral uit Feyenoord, VUC
en in iets mindere mate DOS. In de
beginfase van de competitie liet Ajax
veel punten liggen. Bij Feyenoord
werd een nederlaag opgelopen door
toedoen van een treffer van Leen
Vente, bij DOS was Piet Dumortier
de grootste boosdoener door twee
maal te scoren in een door Ajax met
3-2 verloren wedstrijd, en Bertus de
Harder, ook niet de eerste de beste,
boetseerde hoogstpersoonlijk het
doelpunt waarmee ook zijn club VUC
Ajax voorbleef. Bij RFC en 't Gooi
werd eveneens een punt ingeleverd
en bij de winterstop stond Ajax vier
punten achter op Feyenoord. Toen in
januari de Rotterdammers in de Meer
op bezoek kwamen, was er dus dui
delijk sprake van een alles-of-niets
situatie, en een optimaal gemoti
veerd Ajax was dus geen verrassing.
W
D
Wim Anderiesen
25
2
Tjeerd Aukema
5
Dick Been
15
Gerrit Beumer
1
Henk Blomvliet
26
2
Rinus Bijl
24
22
Jan van Diepenbeek
2
Gerrit Fischer
25
7
Louis Fraenkel
7
Jan Gerritsen
2
Gerrit Gischler
8
2
Jaap Hordijk
1
Corter Horst
1
Karei ter Horst
7
1
Gerrit Keizer
26
Piet Leemhuis
11
Ko Loois
25
Jan Potharst
1
Piet van Reenen
23
13
Jan Schubert
26
Jan Stam
5
1
Joop Steunenberg
2
Erwin van Wijngaarden
24
16
Met Gerrit Fischer als de grote uit
blinker schoot Ajax flitsend uit de
startblokken, en na een snelle
openingstreffer van Bijl en een rake
actie van de andere vleugel via Van
Wijngaarden leidde Ajax bij rust met
2-0. Na de rust werden de mannen
van Puck van Heel met veel machts
vertoon onder de voet gelopen, en
met 5-0 redde Ajax de competitie.
Via overwinningen op DOS en, via
een doelpunt in de slotfase van
Gerrit Fischer, op VUC bleef Ajax in
de race, en op 5 maart 1939 werd
Feyenoord gepasseerd toen Ajax in
Velsen van VSV won en de Rotter
dammers tegen VUC ten onder
gingen. Een week later verloor
Feyenoord opnieuw en was de Ajax-
zege op RFC voldoende om opnieuw
de afdelingstitel op de erelijst bij te
schrijven.
In de kampioensserie kwam de
tegenstand van DWS, dat in de
andere westelijke klasse had getri
omfeerd, NEC, Eindhoven en outsi
der Achilles uit Assen. De openings
wedstrijd tegen de laatste leverde
niet al te veel problemen op, maar
DWS was een tegenstander van
formaat. Al binnen een minuut had
Bijl Ajax op voorsprong gezet, maar
tegen een gaandeweg sterker wor
dend DWS moest twaalf minuten
voor tijd toch een punt worden
gelaten toen Burg van Stokken de
gelijkmaker op zijn naam schreef.
Tegen NEC moest een achterstand
worden weggewerkt maar werd
niettemin gewonnen. Voor een schok
zorgden de Nijmegenaren twee we
ken later in de return. Nadat de net
weer in de ploeg teruggekeerde
Been de bal ongelukkig in eigen doel
had geplaatst, liep NEC bij rust tot
3-0 uit, om een tegentreffer van Van
Wijngaarden te beantwoorden met
nog eens drie doelpunten. Met 6-2
kwam hef einde, maar gelukkig was
het Amsterdamse zelfvertrouwen niet
dusdanig aangetast dat de landstitel
in gevaar zou komen. Van Wijn
gaarden scoorde tweemaal tegen
Eindhoven, en toen kwam Ajax
opnieuw DWS, de voornaamste
medepretendent, tegen. Ditmaal
waren het de Spaarndammerbuurters
die het best van start gingen en door
Bram Wiertz bij rust een voorsprong
koesterden, en ditmaal was het Ajax
dat in de tweede helft gelijkmaakte,
door nieuwkomer Jan Stam. Evenals
in het eerste treffen tussen beide
clubs bleef het daarbij, en dat zou
DWS tenslotte opbreken. Bij Achilles
maakte Ajax geen fout (5-2 met drie
doelpunten van Rinus Bijl), en de
beslissing zou vallen tegen Eindho
ven, dat niet voor al te veel moeilijk
heden kon zorgen. Van Wijngaarden
en Bijl hadden bij de thee al voor een
2-0 voorsprong gezorgd, en laatstge
noemde voerde de produktie in het
tweede bedrijf nog met een doelpunt
op. Zo kon Ajax op 25 juni 1939 zich
voor de zevende maal landskampioen
noemen. En voorlopig voor de laatste
maal.
De ouderen in de ploeg stopten of
gingen voor een der lagere elftallen
spelen, en er was niet direct ver
vanging voorradig voor de ervaring