3nn ^ar-ÏEestaurmit y transportbedrijf koerier en besteldienst Dagelijkse lijndiensten docr heel Nederland Ajax—PEC Zwolle in het verleden Voor gouden en zilveren sportbedels en andere sieraden Off. Pulsar Dealer Juwelier R. Dijkema alleen: Pretoriusstraat 58 1092 GJ Amsterdam Telefoon 65 06 87 Bij inlevering van deze advertentie geven wij 10% korting Steak-house a la carte keuken open tot 24.00 uur vrij- en zaterdag tot 01.00 uur Nw. Zijds Voorburgwal 61 Amsterdam tel. 020-241022 Chemische Wasserij v.o.f. TEMPO Weteringschans 35-Amsterdam Telefoon 020-235370 B Schiermonnikoogstraat4 S Amsterdam tel. 020-320207 Gespecialiseerd in spoedopdrachten op één dag gehaald en gebracht 24 uur service Het mooie van voetbal is dat één actie van een paar seconden een voetballer voor de rest van zijn leven een visitekaartje kan verschaffen. Dat kan in negatieve zin zijn (bij Ajax kunnen mensen als Frits Soetekouw of Heinz Stuy daarvan meepraten) maar ook in positieve zin. In Zwolle geldt de naam van Klaas Drost niet als een onbekende. Op 29 februari 1976 zette hij voor even de stad op stelten toen hij, met de toenmalige eerste divi sieclub in de kwartfinale van de KNVB-beker tegen het bezoekende Ajax spelend, zes minuten na rust met een schitterende schijnbeweging Johnny Dusbaba voor schut te zetten en vervolgens zeer fraai uit te halen, aldus PEC op 2-0 zettend. Later liep de Amsterdamse afgang zelfs nog op tot 3-0, en dat PEC vervolgens tegen RodaJC in de slotminuut sneuvelde, kon eigenlijk niemand meer deren. De cijfers waren uniek, daarmee was iedereen het eens. Vier seizoenen eerder was PEC in Amsterdam nog dapper strijdend met 8-3 afge droogd, en over nivellering had in Zwolle dus niemand te klagen. Wat men toen nog niet wist was dat verliezen bij PEC voor Ajax geen uitzondering zou zijn. Toen de Zwolse club in 1978 naar de Eredivisie promoveerde, kreeg Ajax nog weinig tegenstand van de goed debuterende ploeg: met 4-2 thuis en 3-0 uit bleven de Amsterdammers probleemloos in de meerderheid. Een jaar later echter kregen de roodwitten onderuit de zak in Zwolle in een dramatische fase van de competitie. Zonder obstakels leek Ajax dat jaar de landstitel te zullen grijpen, maar nadat twee weken eerder al bij Roda JC was verloren, begon op 29 maart 1980 in Zwolle een lijdensweg: op nieuw werd het 3-0 voor PEC, ditmaal was er niet eens sprake van een sensatie: de Zwolse veldmeerderheid was duidelijk genoeg geweest. Uit de laatste negen wedstrijden van de competitie haalde Ajax slechts acht punten, maar het gelijke spel dat in de Kuip tegen Excel sior werd behaald was net genoeg om toch nog, zij het hijgend en strompelend, als eerste over de eindstreep te gaan, vóór een evenzeer falend AZ '67. In eigen huis is PEC sindsdien een 'Angstgegner' voor Ajax geweest. Een seizoen later was het alweer mis, ditmaal met de cijfers 2-0. Daarna volgden weliswaar overwinningen, met 3-1 en een geflatteerde 2-1, maar op 11 maart 1984 kwam Ajax opnieuw niet verder dan 1-1 aan de Ceintuurbaan, en weer een seizoen verder gebeurde datzelfde. Na een onderbreking van een jaar dat PEC in de eerste divisie moest doorbrengen, keerde ook Ajax dit seizoen in Zwolle terug, en opnieuw was het zwaar. Alleen Van Basten wist, kort voor tijd, het net te vinden en Ajax van nieuwe schade af te houden. Modaal We praten dan alleen nog over de uitwedstrijden die Ajax tegen de stichting uit de Overijselse hoofdstad speeld. In De Meer zien we een heel ander beeld, zoals tegen de meeste modale Eredivisieclubs: zonder uit zondering ging PEC met een nederlaag naar huis. Wat er toch de reden van is dat een club die in eigen huis de koplopers overbluft (PEC immers versloeg als enige behalve Ajax ook koploper PSV in het lopende seizoen) maar in de uitwedstrijd tegen dezelfde tegenstander onveranderlijk het loodje moet leggen, is een kwestie waarop we ooit nog wel eens een veelbelovend psycho loog zien promoveren, als dat al niet gebeurd is. In Amsterdam heeft PEC de rol van Angstgegner althans nooit helemaal waar kunnen maken. Nog niet ten minste. Evert Vermeer 34

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 1987 | | pagina 34