Real Zaragoza,
een historisch overzicht
Real Zaragoza
15
De wortels van het huidige Real
Zaragoza liggen veel dieper dan de
datum van oprichting (1932) doen
vermoeden. In 1903, toen het
voetbal ook het Iberisch schier
eiland veroverde, richtte een zekere
Graaf vanSobradiel de 'Zaragoza
Foot-ball Club' op. Deze club
fuseerde 21 jaar later met een
andere Zaragosiaanse voetbal
vereniging, Fuenclara, en weer een
jaar later met een derde club,
Stadium.
Het Zaragoza van het eerste uur had
een enorme rivaliteit met een andere
grote club uit de Aragonese
hoofstad, Iberia. Dat duurde tot
18 maart (let op, dezelfde
oprichtingsdatum als die van Ajax, al
gebeurde dat in 1900!) 1932. Toen
besloten de bestuurders van beide
clubs de krachten te bundelen en als
Zaragoza C. F. (Club de Futbol)
verder te gaan. Vier jaar na deze fusie
kon het eerste grote succes van
Zaragoza in de historie worden
bijgeschreven: de promotie naar de
eerste divisie.
De Spaanse burgeroorlog zorgde
voor een voetballoos tijdperk en de
veertig jaren brachten weinig
vermeldingswaardigs voor Zaragoza.
Opgericht: 28 maart 1932
Voorzitter: Miguel Beltran
Trainer: Luis Costa
Stadion: LaRomareda
Kapaciteit: 45.000 (28.000 zit-,
16.000 staanplaatsen)
Kleuren: wit shirt, blauwe
broek, witte kousen
Aantal socio's: 25.778
Sportafdelingen: voetbal,
atletiek en dameshandbal
Palmares: 33 seizoenen in de
Spaanse eerste divisie
3x winnaar Spaanse beker
(Copa del Rey)
1x winnaar Jaarbeurssteden-
beker (1964)
Finalist 1966 Jaarbeurssteden-
beker
Topscorer vorig seizoen:
Serior, 15 goals
De blauw-witten degradeerden naar
de tweede divisie en het zou tot 1951
duren eer men weer op het hoogste
niveau terugkeerde. In datzelfde jaar
vond er een belangrijke bestuurs
vergadering plaats. Niet alleen
werden er verschillende statuten
ingrijpend veranderd maar ook de-
definitieve - benaming van de club.
Die werd Real Zaragoza Club
Deportivo. Veel sportief succes had
dat vooralsnog niet tot gevolg. Real
Zaragoza degradeerde weer tot het in
1956 opnieuw aanklampte bij de
Spaanse voetbaltop. Tussen 1956 en
pakweg 1970 beleefde Real Zaragoza
zelfs een ongekende bloeiperiode.
Senor
Een vergeten topclub
Wie het door de jaren heen niet zo
heeft bijgehouden, zal het
merkwaardig in de oren klinken te
horen dat Real Zaragoza behoort tot
het toch min of meer selecte groepje
clubs dat ooit het bezit van een
Europese beker koesterde, en
daarnaast nog eens in een Europese
bekerfinale aan het kortste eind trok.
Toegegeven, ook ten tijde van die
successen, halverwege de jaren
zestig, werd Zaragoza niet echt als
een wereldschokkende ploeg
beschouwd, maar het feit ligt er. In
die tijd behoorden de Spaanse clubs
tot de succesvolste in het Jaarbeurs
steden bekertoernooi, alias de Coupe
Internationale des Villes de Foires,
dat sinds 1971 als de UEFA-Cup te
boek staat. Barcelona en Valencia
waren eerder al bijgeschreven op de
lijst van winnaars van deze beker,
waarvoor men zich destijds nog niet
hoefde te kwalificeren zoals
tegenwoordig. De enige eis is dat de
club haar domicilie had in een stad
met een jaarbeurs, en met die eist
had de industriestad Zaragoza
weinig moeite. Zo debuteerde Real in
het najaar van 1962 in het Jaarbeurs-
toernooi, waarin het eerst het
onbetekenende Glentoran uit Belfast
wipte alvorens zelf dat lot te
ondergaan tegen AS Roma.
Een jaar later echter liet Real zich
door niets en niemand tegenhouden.
Iraklis Saloniki en Lausannne Sports
werden zonder omhaal uit het
toernooi verwijderd, waarna in de
kwartfinales een tegenstander van
meer formaat volgde: Juventus, dat
in Spanje met 3-2 werd geklopt en in
Turijn op 0-0 gehouden, waarna in
de halve finales het verrassend tot die
fase doorgedrongen Club Luik
Zaragoza opwachtte. De tegenstand
bleek stugger dan verwacht:
temidden van de Belgische mijnen
won de thuisclub met 1 -0, in het
Spaanse land won opnieuw de
thuisclub, met 2-1. Omdat de
dubbel stelregel destijds nog niet
bestond, was een derde wedstrijd
noodzakelijk. Deze vond eveneens
plaats in Zaragoza, waar de
Koninklijke opnieuw won: 2-0. De
finale tenslotte werd een Spaanse
aangelegenheid: naast Zaragoza was
ook Valencia tot de eindstrijd door
gedrongen, die werd gespeeld in het
Nou Camp-stadion van Barcelona.
Na een 1 -1 ruststand door treffers
van Villa voor Zaragoza en Urtiaga
voor Valencia was het tenslotte
Marcelino die de beker voor
Zaragoza veilig stelde. De volledige
ploeg bestond uit: Yarza, Cortizo,
Reija, Isasi, Santamaria, Pepin,
Canario, Duca, Marcelino, Villa en
Lapetra.
Beker
Het was niet het enige succes van
1964. In datzelfde jaar veroverde de
club de Spaanse beker, met als
gevolg het debuut in een 'echt'
Europees toernooi. Niet zonder
succes bovendien, want Real reikte
tot de halve finales, waarbij de
Engelse taal zeer van pas kwam
achtereenvolgens werden FCValetta,
Dundee en Cardiff City uitge
schakeld, waarna tenslotte West
Ham United de Spanjaarden met het
kleinste verschil uitschakelde: 2-1
en 1-1.
De terugkeer temidden van de
Jaarbeursclubs leverde onmiddellijk
weer successen op: na een vrijloting
in de eerste ronde waren het,
merkwaardig genoeg, opnieuw
uitsluitend tegenstanders van de