Ajax, topteam met toekomst Bayern München, het Aj t van Duitsland Wat nog te zeggen van het Ajax anno nu, dat vanavond nog één keer de man in zijn midden heeft die ooit de weg wees naar de internationale top? De Amsterdamse topformatie, in de jaren '60 gekneed door Rinus Michels en vervolgens in de eerste jaren '70 wiekend naar de hoogste toppen van het succes, wist de schade van de lo gische terugval na drie Europa Cups op een rij, opmer kelijk beperkt te houden. Waar andere gerenommeerde Europese topteams (Benfica, Inter Milaan, Manchester United, Real Ma drid, Feyenoord, Bayern München) min of meer langdu rig moesten afhaken van het hoogste podium, daar over won Ajax de logica van de stap terug ogenschijnlijk met groot gemak. Nationaal hoefde zelfs nauwelijks terrein prijs te worden gegeven maar ook over de grens bleef de in namen van spelers zo sterk gewijzigde selectie veel ge vraagd. Een uitgekiend technisch en bestuurlijk beleid heeft daar zeker niet onbelangrijk toe bijgedragen. Binnen vijf jaar na de verovering van de derde Europese beker voor kampioensploegen (in Belgrado tegen Juventus) presen teert Ajax zich zelfs alweer als internationale topper. De door Rinus Michels destijds bij de Amsterdamse clublei ding aanbevolen Tomislav Ivic legde een nieuw funda ment waarop andermaal stuntwerk te bouwen bleek. Het is Cor Brom, de huidige oefenmeester, die de uitdaging bezield heeft aangegrepen om de hoge verwachtingen te laten uitkomen. Steunend op de routine van spelers als Schrijvers en Krol nestelde hij zich met een jonge, greti ge spelersgroep aan de top van het nationale klassement. Alhoewel op dit moment van schrijven nog niet bekend is of Lausanne Sports bedwongen is in de return van de tweede Europese Cupronde, mag het vertrouwen daarop beluisterend bij de Amsterdamse stergroep er van worden uitgegaan dat het Ajax van nu nog altijd meetelt in de bekerjacht. Resultaten die dan bereikt zijn met jonge, tot voor kort zeker internationaal nog onbekende spelers. Arne- sen en Lerby, de Deense „tweeling" van Ajax, zijn gou den vondsten gebleken, recentere nieuwkomers als Meutstege, Everse, Clarke en Zwamborn hebben zich moeiteloos aangepast in het nieuwe milieu. Voeg daarbij de totaal verschillende kwaliteiten van de grillige La Ling, de onvermoeibare zwoegers Schoenaker, Van Dord, Erkens, de momenten-voetballer Meijer en de aanstormende jeugd (Kaiser, Cramer, Van de Brink) en het Ajax van vandaag de dag is geschetst als een team met grote toekomst. Dat Ajax vanavond in actie te zien met Johan Cruijff, het grote voorbeeld van zovelen, kan oogstrelende acties opleveren in het duel met Bayern München, de waardige Erewedstrijd voor Johan de Eerste... Opvallend groot zijn de overeenkomsten tussen Bayern München en Ajax, dat vanavond Johan Cruijff voor de allerlaatste keer in z'n midden weet. Na de Amsterdamse heerschappij op Europees niveau, die vooral gestalte kreeg in de glinsterende hoofdprijzen van de jaren '71, '72 en '73, nam de Zuidduitse formatie van voorzitter Wilhelm Neudecker de toonaangevende rol van het on der Michels en Kovacs zo succesvolle Ajax over. Onder trainer Udo Lattek ('74) en diens opvolger Dettmar Cra mer ('75 en '76) reikte Bayern München eveneens drie maal op rij naar Europa's meest aansprekende voetbal beker. En net als bij Ajax (Michels) vertrok de man die bij het troetelkind van de Beieren alles „op poten" had gezet (Lattek) al na de eerste greep naar de Europese macht om zijn opvolger nog triomfantelijker te zien oog sten. Dieper nog dan de club uit De Meer zakte Bayern na die aansprekende trilogie weg, ook op nationaal niveau. Het vorig seizoen slaagde de ploeg uit München er zelfs niet in zich via een redelijke klassering in de eindrang schikking van de Bundesliga voor internationaal voetbal te plaatsen. Ondanks een trainerswisseling halverwege de competitie, toen Cramer plaats moest maken voor Bayerns huidige voorman Gyula Lorant. In iets mindere mate dan Ajax werd de vooral in eigen land bejubelde formatie (de EC-triomfen op Leeds Unit ed in '75 en Saint Etienne in '76 waren allesbehalve overtuigend) geconfronteerd met de „bijverschijnselen" van de successenreeks op niveau. Paul Breitner koos na het binnenhalen van de tweede Europa Cup voor het met miljoenen peseta's wuivende Real Madrid en „Kai ser" Franz Beckenbauer liet zich twee jaar later door de dollars van de New York Cosmos verleiden om zich aan de overkant van de Atlantische Oceaan te vestigen. De kleine krullebol keerde inmiddels met Eintracht Braunschweig als tussenstation weer in München te rug, waardoor Bayerns aantal huidige en ex-internatio nals nog eens werd opgevoerd. Alleen voor de gouden „Mannschaft" van München '74 leverde de Zuidduitse sterrenbrigade al zes spelers: Maier, Beckenbauer, Schwarzenbeck, Breitner, Hoeness en Müller. En ook nu nog doet de nieuwe bondscoach Derwall regelmatig een beroep op een aantal oudgedien den, maar ook op „nieuwelingen" als Kapellmann en Rummenigge. In Oblak, Jol, Rausch, Horsmann en Dürnberger heeft trainer Lorant daarnaast nog een aan tal meer dan middelmatige spelers, die gezamenlijk een gooi doen naar eindelijk weer eens een nationale ti tel. Waarvoor voorzitter Neudecker als lokkertje een ex tra-premie van 30.000 DM de man in het vooruitzicht heeft gesteld. Voor het eerst sinds maart '73 wordt Ajax weer gecon fronteerd met de Westduitse vedetten-verzameling, die toen in de kwartfinales van het Europa Cup-1 toernooi struikelde door een 4-0 nederlaag in Amsterdam en een 2-1 zege voor het eigen legioen. Dit keer staat er niets op het spel en juist daarom kan de nog altijd van sterren „bulkende" Beierse formatie moeiteloos meewerken aan het spektakelstuk dat de afscheidswedstrijd van Johan Cruijff wel móet worden. 7

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 1978 | | pagina 7