Cruijff is een uitvinder Eén van de mooiste stukjes proza ooit over Johan Cruijff geschreven, kwam in het najaar van '71 van de hand van Godfried Bomans, kort voor diens plotseling overlijden. Op een plaats als deze mogen op Z 'n minst de inleiding en het slot niet ontbreken van dat ELSEVIERS Magazine-interview: Nu kan men een volstrekt nieuwe creatie niet anticipe ren en het is aardig de totale verbijstering te zien waar mee de tegenstander zich zowel tot ooggetuige als slacht offer ziet teruggebracht. Ik vroeg hem of hij hierbij ook wel nadacht. Hij zei „Nee, want dan ben je te laat." Dat is natuurlijk niet helemaal waar. Vóór hij de beweging maakt, moet hij daarvan een conceptie hebben; maar tussen plan en uitvoering verloopt bij Cruijff zo weinig tijd dat zij simultaan schijnen te verlopen. Ik zei hem dit en hierop antwoordde hij: „Daar heb ik geen weet van." Waarna Godfried Bomans dan met zijn eigenlijk inter view over vele pagina's begint. Om dan concluderend te be sluiten. Wij praten veel over de toenemende eenzaamheid van de mens en hoe overdreven het ook klinken mag, figuren als Cruijffie heffen dit isolement wel niet op, maar sme den toch een paar uur lang een warme saamhorigheid die, dacht ik, sociaal gezien een belangrijke functie ver vult. Het willen wat de anderen ook willen, is een gevoel dat onze beschaving eeuwenlang gekend heeft; dit ge voel van verbondenheid is nu teruggebracht tot een we kelijks zondagmiddageilandje, een kleine oase van ge meenschappelijkheid in een woestijn waar ieder verder zijn eigen weg maar zoeken moet. Dit geeft een groot ge voel van geborgenheid en ik geloof dat wij hier aan de wortel zijn van het geheim waarom zulke mensen zo ma teloos geliefd zijn. Johan Cruijff doet in zoverre aan een engel denken dat ook een engel niet aan de zwaartekracht onderhevig is. Ik heb hem vaak zien spelen en mij dan telkens ver wonderd dat hij na afloop gewoon met de anderen mee het veld afliep en niet opsteeg en over de tribunes heen aan de einder verdween. Vermoedelijk houdt hij zich in. Er is een grens aan populariteit en die wil hij niet over schrijden. Ook in zijn gezicht zit iets engelachtigs. Het is voornamelijk uit verbazing samengesteld, maar dan het soort verbijstering van iemand die uit een wolk op aarde gevallen is en zich dan verder zo goed mogelijk behelpt tussen de logge wezens die hij daar aantreft. Het is eigenlijk vreemd dat zo iemand dan gaat voet ballen. want dat is een weinig sierlijke sport. Hoe graag ik er ook naar kijk, het blijft een tijdverdrijf voor polder werkers en wij hebben het daarin dan ook ver gebracht. De bekoring van Cruijff zit nu hierin dat men plotse ling in een elftal krombenige kluitenjongens een ballet danser ziet verschijnen, die tussen al die hollende en trappende lijven gewichtloos voortzweeft en iets met de bal doet dat niemand meer volgen kan en gewoonlijk in het doel eindigt. Wat mij daarbij opvalt, is zijn onbe grensd vermogen tot improvisatie. Elke andere voetbal ler beschikt over een aantal trucs dat, hoe bewonderens waardig ook, toch beperkt is en tot zijn „repertoire" ge rekend moet worden. Geheel anders verloopt het met Jo han Cruijff. Die hoeft maar één beweging te maken en kan zich ook de luxe veroorloven die te voltooien omdat die volstrekt nieuw is. Cruijff heeft dus geen repertoire. Hij is een uitvinder. Johan Cruijff soleert voorbij Jan Poortvliet van PS V

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 1978 | | pagina 15