1 Ml Veertig gulden voor een gewonnen wed strijd, tel uit je winst." Sjaak Swart meent dat zijn club niet bui ten de Europacup-recettes kan, begrijpt niet waarom het publiek wegblijft bij competitiewedstrijden, vermoedt dat Amsterdam te veel andere afleiding biedt, ziet niet veel in vrijdagavondwed strijden omdat hij anders de zondag zo moeilijk doorkomt, zegt geen Rinus te gen Michels hoewel hij nog met hem in hetzelfde elftal voetbalde („trainer" is het vrijblijvend alternatief), vindt dat Michels zélf een uitstekende spits was, begrijpt dat Michels totaal ander voet bal kan propageren dan Michels zélf speelde vanwege zijn M.O.-achtergrond, meent dat Ajax de laatste weken steeds beter is gaan spelen en concludeert daaruit dat het wéér tussen Ajax en Feyenoord zal gaan dit seizoen, ook al omdat Sparta en ADO z.i. toch kwaliteit tekort komen. Hij zegt: „Ze redden het misschien twintig wedstrijden, maar dan krijgen ze onherroepelijk een terug slag." Vraag: Waarom schrijf jij niet in een krant? Antwoord: „Ze hebben me niet gevraagd." Is de indruk juist dat er in het Ajax-elftal toch aparte groepjes bestaan? Swart: „Nee, die indruk is verkeerd. Ik geloof eerder dat er bij Feyenoord ruzie ont staat als het wat minder gaat dan bij ons. Johan praat erg veel, feitelijk zou je hem... (maakt gebaar richting raam), maar je kunt hem toch niet missen. Mét hem verdien je geld, ergens moet je blij zijn dat hij erbij is. Ik geloof trou wens niet dat Johan bij ons weggaat. Hij wil er zo veel mogelijk uitslaan, dat is het." Over Gerard Cox: „Hij zegt dat Ajax dood moet gaan, maar ik vind dat hij dood moet gaan. Zulke platen maak je toch niet. Vind ik stijlloos. Daar zie ik de grap niet van in. Ik ken hem niet, 't is een Rotterdammer. Rotterdamse gein, nou voor mij hoeft het niet, déze gein." Theo van Duivenbode komt binnen. Hij zegt: „Jullie hadden het over Feyenoord? Niet doen. Die man is zo'n clubman. Niet objectief." Waarna diens perspec tieven na de voetballerij worden ont vouwd (nog anderhalf jaar Feyenoord- s

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 1973 | | pagina 46