Spaarbank voor de Stad Amsterdam
WAAROM AJAX ZO LAAT STARTTE
De laatste jaren is het meer dan eens voorgekomen dat 32 of zelfs nog meer
clubs aan dit toernooi meededen. Dat laatste kan namelijk het geval zijn als alle
kampioenen (32 stuks) inschrijven en bovendien de laatste winnaar geen lands
kampioen is geworden en eveneens mag meedoen. Verleden jaar maakten we dat
nog mee, toen Ajax de Cup had gewonnen en Feyenoord kampioen van Nederland
was geworden. Beide Nederlandse clubs bereikten toen de kwartfinale, waarin
Feyenoord werd uitgeschakeld door Benfica dat op zijn beurt in de halve finale de
meerderheid van Ajax moest erkennen.
Ditmaal was Ajax zowel Cupwinnaar als kampioen en het won bovendien de
Nederlandse beker, alsmede de Wereldcup op de koop toe! Er zouden er dus
precies 32 kunnen overblijven, maar de kampioen van Albanië schreef niet in en die
van Noord-lerland trok zich terug in verband met de voortdurende onlusten daar
te lande.
Er bleven er dus 30 over en twee hunner behoefden in de eerste ronde niet aan
te treden. Overeenkomstig de in dit geval ook vroeger al gevolgde gewoonte werd
de Cupwinnaar vrijgesteld en verder lootte Spartak Trnava uit Tsjechoslowakije vrij.
Nu wilde het geval dat na de loting voor de tweede ronde bleek dat de tegen
stander van Ajax nog niet bekend was. Het was in feite een vervelende toestand,
ook voor Ajax en eveneens voor het Nederlands elftal, omdat nu moeilijkheden met
de vaststelling van geschikte data opdoemden.
Als tegenstander werd aangewezen CSKA óf Panathinaikos (PAO). De Bulgaren
hadden thuis met 21 van de Grieken de finale-tegenstanders van Ajax in 1971
gewonnen. In Athene zegevierde de thuisclub met 21 en daardoor werd een
verlenging nodig. De stand bleef onveranderd en dus moesten strafschoppen worden
genomen. De kiem voor ,,het drama" was gelegd. CSKA benutte drie strafschop-
En deeluitmakende Spaarbanken
Hoofdkantoor: Singel 548, Amsterdam, tel.: 020 - 22 98 22
3