AJAX brandblusapparaten
DE BOER N.V.
Amsterdam - Cruquiusweg 118, Postbus 4105, Tel. 020 - 54001
in de finale. In 1969 verloor Ajax die in Madrid tegen AC Milan met 41, maar in
1970 versloeg Feijenoord te Milaan Celtic met 21 (na verlenging) en in 1971
legde Ajax door zijn 20 overwinning op Panathinaikos te Londen beslag op de
begeerde trofee.
Beide clubs hebben alle kans hun positie nog te verbeteren, waarbij in dit geval
Feijenoord het met de loting beter getroffen heeft dan Ajax. De Feijenoorders, die
tweemaal en nog wel beide malen thuis tegen een club uit Cyprus spelen,
zijn er al volkomen zeker van, dat daarna nog tenminste twee wedstrijden volgen.
Dat Ajax het moeilijker heeft, hebben wij al betoogd.
Heel toevallig was de eerste tegenstander van Ajax in dit toernooi in 1957 een
club uit Oost-Duitsland, namelijk Wismut. De Amsterdamse club had voor de eerste
ronde vrij geloot (er waren toen nog geen 32 deelnemers). Door beide wedstrijden
tegen Wismut te winnen, uit met 31 en thuis met 10, kwam Ajax in de kwart
finale. Daarin bleek Vasas Boedapest een onoverkomelijke hindernis, want de
Hongaren wonnen thuis, na in Amsterdam tot 22 te zijn gekomen, op eigen veld
met 40.
In 1960 kwam Ajax tot uitslagen, die tot de meest teleurstellende van alle moeten
worden gerekend. Het matige Noorse clubje Fredrikstad versloeg thuis de Am
sterdammers met 43 en Ajax bracht het te Amsterdam niet verder dan een uit
zichtloze 00. En dat betekende uitschakeling in de eerste ronde.
Enkele jaren lang kregen Feijenoord, PSV en DWS voorrang, maar in 1966 begon
Michels zijn zegetocht. Ajax bereikte de halve finale door het Turkse Besiktas met
20 en 21 te verslaan en vervolgens Liverpool een geducht pak slaag toe te
dienen: 51 te Amsterdam en 22 te Liverpool. Weet men nog dat Liverpool's
trainer Bill Shankley had „voorspeld", dat Ajax in Liverpool met zo'n 70 zou
verliezen? Met grootspraak wordt gelukkig geen Europa-Cup gewonnen! Jammer
genoeg struikelde Ajax daarop tegen Dukla Praag: thuis 11 en in Praag een
21 nederlaag.
Toen kwam het eerste werkelijk grote jaar: het seizoen 1968-'69. Eerst ging FC
Nürnberg eraan: 11 in Duitsland en liefst 40 in Amsterdam. Fenerbahce uit
Istanboel verloor beide malen met 20, op eigen veld naar men zich zal her
inneren op een volslagen onbespeelbare grond. Hoe het tegen Benfica ging, is
al gememoreerd: 13, 31 en 30. De halve finale was moeilijker dan was ver
wacht. Het Tsjechoslowaakse Spartak Trnava verloor in Amsterdam met 30,
maar was thuis dicht bij een algehele revanche, zodat Ajax zich met de nederlaag
van 20 gelukkig mocht achten. Achteraf bleek de beslissingswedstrijd tegen
Benfica te Parijs met 30.000 supporters het absolute hoogtepunt van het seizoen.
In de finale tegen AC Milan te Madrid kon Ajax het ook niet meer maken, want
het ging kansloos met 41 ten onder.
In het ,,pauze"-jaar veroverde Feijenoord dan de Europa-Cup wel, maar Ajax
deed het in het toernooi om de Jaarbeursbeker die tegenwoordig UEFA-Cup
heet ook uitstekend door de halve finale te bereiken. De Amsterdammers scha
kelden achtereenvolgens Hannover '96, Ruch Chorsow (thuis 70), Napoli (thuis
40 in de verlenging dank zij drie treffers van Suurendonk!) en Carl Zeiss Jena
uit, alvorens over Arsenal te struikelen, want de 10 overwinning te Amsterdam
was niet voldoende na de 30 nederlaag in Londen.
Het treffen tegen Carl Zeiss betekende dus ook een ontmoeting met Oostduitsers.
De ploeg uit Jena won thuis met 31, maar in Amsterdam zegevierde Ajax volgens
Filialen te: Rotterdam - Groningen - Eindhoven Enschede - Sneek
5