H, OLDENBROEK
HET PARGDL
B. J. DE WINTER
WA HAARDBRANDOLIE
Televisie vakkundig
ó^w™,M,KK.„K, KINKERSTRAAT 35,
betaling Telefoon 81602
SEMI-PROF-WENSEN IN AMATEURCLUBS.
De wens om over te gaan naar de sector van het betaalde-voetbal leeft bij
verschillende amateurclubs stérker, dan verschillende voormannen van het
amateurvoetbal vaak suggereren. Een treffend voorbeeld daarvan troffen wij aan
in het uitstekend geredigeerde cluborgaan van T.O.G., dat enkele passages over
nam uit een artikel in het clubblad van „Aalsmeer", eveneens een tweede klasser.
In dit artikel wordt de toekomst van „Aalsmeer" besproken. En letterlijk staat
er: „De mogelijkheid is zeker niet uitgesloten dat over enige jaren Aalsmeer voor
de keus staat: wel of niet over (gaan) naar de semi-profklasse". De schrijver
komt vervolgens tot de conclusie dat de vereniging alleen volhouders gebruiken
kan, want alleen dan kan het doel worden bereikt waar het om gaat, n.l. over
enkele jaren Aalsmeer in een der hoogste voetbalafdelingen van Nederland (i.e.
de semi-profklasse - v. d. Hn.).
Een stroming in „Aalsmeer" wil dus bewust de jeugd opleiden om te komen tot
de stap naar het betaalde-voetbal. En daarover nu klaagt de redacteur van
het T.O.G.-orgaan.
Hoe men ook over de toekomst van „Aalsmeer" denkt: de wéns is realiteit. En
met deze realiteit heeft men rekening te houden. Want niet alleen bij „Aalsmeer"
leeft deze gedachte, óók bij vele andere verenigingen, die nu eenmaal amateuris
tisch zijn omdatzij op het beslissende moment niet over de mogelijkheden
beschikten om een semi-profclub te worden. Verenigingen, waarin de grote meer
derheid der leden amateuristisch denkt, zijn er slechts weinig in ons land. Véél
minder dan in redevoeringen op bondsvergaderingen wordt gesuggereerd.
Vooral in het Zuiden zal men iedere kans aangrijpen om van status te veran
deren. Daarvan getuigt o.a. een vergadering van een bescheiden derde klasser,
die voor de keuze stond het praedicaat R.K. al dan niet aan de naam te verbinden.
Er werd langdurig over gesproken, in aanwezigheid van ir. Hopster, die in zijn
(toenmalige) functies van voorzitter van de K.N.V.B. en van de Nederlandse
Katholieke Sportbond de bijeenkomst bijwoonde. Tót er tenslotte een speler van
het eerste elftal opstond en met de pertinente vraag kwam „of ir. Hopster hem
kon garanderen dat hij óók zijn tientje vergoeding voor een wedstrijd zou krijgen,
als de vereniging R.K. zou worden Grote hilariteit, maar niemand durfde de
vergoedingen van een tientje per wedstrijd te ontkennen De spelers krégen het.
P.S.V. ondervond iets dergelijks, toen tijdens een bekerwedstrijd tegen een
amateurclub de zaken niet helemaal naar wens gingen. Vooral de doelman der
amateurs speelde een zeer goede wedstrijd en om hem te complimenteren zei een
der Eindhovense spelers tijdens de rust schertsend: „joh, doe het een beetje min
der aan, je pleegt broodroof". Waarop in volle ernst het antwoord kwam: „Ik
zal wel gek zijn; als we winnen krijg ik 25 guldenVan dergelijke gevallen
zijn er meer te noemen. Maar waarom zouden we? In de K.N.V.B. wéét men het.
Men verzuimt alleen de competitie-structuur zodanig te wijzigen, dat een „door
stroming" naar de top voor eerzuchtige amateurclubs mogelijk wordt.
En dat is irreël.
G. v. d. HEIJDEN.
2e JACOB VAN CAMPENSTRAAT 100, AMSTERDAM, TEL. 79 70 95