Het Linoleumhuiji Waar men van spreekt DE WEDSTRIJD TEGEN DE BELGEN. SEDERT 1907 D. W. DE KRUYFF Za Rokin 50, Amsterdam-C. Telefoon 37048 Vraagt ons deskundig advies Het leggen van linoleumvloeren eist vakkennis Hoe moet het elftal tegen Oostenrijk worden? De sensatie van hetgeen zich aan het slot van de wedstrijd Nederland—België afspeelde met de poging om Van der Kuil te laten uitvallen onder het motto dat hij geblesseerd was, heeft wel in sterke mate de aandacht afgeleid van de eigen lijke wedstrijd. Het officieel orgaan van de K.N.V.B. heeft door hoofdredacteur Kuiphof geadviseerd, die wedstrijd maar zo gauw mogelijk te vergeten, doch de twee samenzweerders van de Keuzecommissie hebben het vergeten niet goed mo gelijk gemaakt en wat het vertoonde spel betreft, is het ook wel verstandiger wanneer men poogt lering te trekken uit de geleverde prestaties. Voor het eerst na geruime tijd was Amsterdam weer eens rechtstreeks bij een wedstrijd van de nationale ploeg betrokken. En zo waar met twee spelers, Eddy Pieters Graafland en Piet van der Kuil. Beiden hebben Amsterdam en hun club Ajax zeer eervol vertegenwoordigd. Eddy Pieters Graafland was de grote uit blinker van het elftal, zijn doelverdedigen is van de allerhoogste klasse, de wijze waarop hij het gelijke spel redde, toen de comediant, die Coppens ook nu nog is (al is zijn spel minder grof geworden), alleen met de bal op hem af kwam, was in één woord fantastisch, hét grote moment van de wedstrijd. „Pietje" van der Kuil heeft een behoorlijke partij gespeeld en ettelijke reële scoringskansen geboden, die Bosselaar en Van der Gijp glad misten. Hij werd voortdurend haast ge dwongen te improviseren, omdat Bosselaar maar aan de wandel was, waardoor van een behoorlijke samenwerking van de rechtervleugel geen sprake kon zijn. Zijn grote deugd was zijn bewegelijkheid en zijn tempo. Het is geen ontaarden in pingelen, doch toch wel eens een te individueel spel. Van de overige spelers heeft Van Wissen gewis een puik debuut gemaakt. Dat was nu weer eens een speler die juist in het oranje boven zijn clubvorm uit stijgt en die in zijn rust en in de eenvoud van zijn persoon, naast zijn aanleg als speler (zeer goed was zijn stoppen van de bal en in eens doorspelen) elementen heeft voor de klassespeler. Hij deed ons sterk aan Henk Hordijk denken! Nóch Kuys, nóch Klaassens hebben die fijne speelwijze. Hij is echter het type van een middenspeler (zoals hij zelf ook meent) zodat we het als een niet ver antwoord experiment zouden beschouwen als men hem in de aanval opstellen zou. Natuurlijk moet ook Notermans deel uitmaken van de ploeg, want het spei van deze kleine speler in zijn laatste interlandwedstrijd was uitstekend. Oók Notermans komt als middenspeler beter tot zijn recht dan in de voorhoede, doch hij is waarschijnlijk eerder geschikt om, als men werkelijk geen andere oplossing weet, in het binnentrio opgenomen te worden dan Van Wissen. Nu Van der Gijp volledig faalde en ook Timmermans teleurstelde (na de rust zakte hij meer en meer af) is een grondige wijziging van de ploeg geboden, doch Carlier heeft zich uitstekend geweerd en dat in elke aanval Faas Wilkes zijn plaats nog volkomen waard is, lijkt ons aan geen twijfel onderhevig. Durft men het met hem niet aan, dan Bleyenberg. Het eventueel Rijvers kan Carlier een goede linker vleugel vormen. Ook een schutter als Dillen mag niet verwaarloosd worden. Een speler, die alleen vijf en dertig goals maakt, kan een matchwinnaar zijn! Als Dillen tegen België de kansen gehad had, die Van der Gijp kreeg, was België royaal geklopt. Het was tevoren te voorzien dat de keuze van déze voorhoede een slechte was. Mogen zij, die nu de keuze moeten doen, meer inzicht tonen! J. HOVEN.

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 1957 | | pagina 4