HET PARGDL
RADIO met FM
wint altijd!
Vraagt demonstratie bij onderstaande dealers:
J. H. TEN ROUWELAAR
Ceintuurbaan 426-428, Telefoon 98503
VAN DEN BOUT
le Const. Huygensstraat 62, Telefoon 85545
C. A. ARING
Herenstraat 2, (hk. Herengr. 80), Tel. 43034
SCHIMPF MEIJERINK,
Kinkerstraat 56, Telefoon 85161
RADIO VAN ESSEN
Haarlemmerdijk 132, Telefoon 47295
J. J. STOK
Linnaeusstr.71 hk.Wyttenbaehstr.Tel. 50881
D.O.S.-VOORZITTER PLEIT VOOR EEN HOOFDKLASSE.
Uit ,D.O.S.-klanken", het clubblad van D.O.S., nemen wij het volgende artikel van de
voorzitter over:
„Er wordt nogal wat aandacht besteed aan de z.g. Hoofdklasse. Deze gedachte begint hoe
langer hoe meer terrein te winnen. Wanneer men dit probleem aandachtig bestudeert,
vraagt men zichzelf toch af, wat of er op tegen kan zijn om een „Hoofdklasse" in te stellen.
Men zoekt allerwege naar een oplossing ter verbetering van ons spelpeil, doch men is in
het algemeen te angstig, ter wille van eigen belang, iets positiefs te doen. Men gaat zelfs zo
ver om degenen die voor een „Hoofdklasse" zijn, dit kwalijk te nemen. (Zie de reactie tegen
de heer Hekman, voorzitter van de F.E.K.).
Vanzelfsprekend loop ik ook het gevaar, dat men het mij kwalijk neemt, wanneer ik
ronduit schrijf dat ik, persoonlijk, voorstander van een „Hoofdklasse" ben. Maar het is toch
niet onorganisatorisch wanneer een voorzitter er een. persoonlijke mening op na houdt.
Wat anders is het wanneer er een mening verkondigd zou worden, die niet eerlijk of on
sportief is, maar dat is toch het geval niet.
Ik kan het niet anders dan reëel vinden, wanneer een voorzitter met een eigen ziens- of
denkwijze zijn houding en mening kenbaar, maakt. Onze bondsvoorzitter, Ir. Hopster, is
toch ook voorstander van een „Hoofdklasse"!
Wanneer er inderdaad een „Hoofdklasse" zou komen, wat voor nadelen kunnen daar
sportief genomen nu in zitten? Men moet niet beginnen met allerlei muggenzifterij en. Wij
moeten onze persoonlijke belangen trachten terug te stellen, maar ja, dat is nu eenmaal erg
moeilijk! Wij hebben allemaal de mond vol van spelverbetering, maar wat doen wij er voor?
Dat vind ik het allerbelangrijkste. Is er bij de clubs dan niet het gezonde streven wanneer
men tot een „Hoofdklasse" zou komen om met alle ernst te proberen het praedicaat Hoofd
klasser te bemachtigen?
Het is toch voor een gezonde sportman een eer, om het in de sport, die men beoefent, zo
hoog en ver mogelijk te brengen! Om zo ver te komen zal men moeten strijden en men zal
zijn techniek en lichaamsconditie moeten opvoeren. Pas dan komt er verbetering in ons spel.
Laten wij ons zelf vooral niet in slaap wiegen met allerlei bezwaren die er niet zijn. Nog
maals, alleen door eendrachtig samenwerken kan er verbetering komen, maar dan geen
„klassestrijd" meer in ons voetbalwereldje.
Mijn persoonlijke mening is, dat de Hoofdklasse er komt. Strijden tegen de geest van de
tijd is gelijk aan de klok stil te zetten."
P. MACKAAY, voorzitter D.O.S.
