Een teleurstellende oefenwedstrijd De oefenpartij van „een voorlopig Nederlands elftal" tegen de Parijse profclub Stade Frangais is wel zeer tegen gevallen. De Fransen speelden een zeer matig spel, zeker niet beter dan de doorsnee eerste klassers in Nederland. De Neder landse combinatie won met 62, waarmee al aanstonds is aangetoond, dat de Parijzenaars, Rijvers incluis, hun geld niet waard geweest zijn. Het is juist, ook Britse profs hebben wel eens teleur gesteld. Maar dan toch nooit zó. Dit was een matig „wriemelig" spelletje, zonder een degelijke spelopbouw met een vaak ver bijsterend slechte dekking. Nu zal men wel weer zeggen: de heren spanden zich niet in, het zijn profs die zich „sparen" voor de Zondag, die zo'n uitstapje als een plezierreisje beschouwen, enfin, de bekende tirades. Maar zo iets is als het waar is! schandelijk. Accepteer zo'n wedstrijd dan niet, blameer het voetbal in eigen land niet en dupeer niet degenen die je engageren. Maar als deze Parijse ploeg werkelijk maar zo'n beetje speelde, de partij niet serieus nam dus, dan ver waarloost men toch niet de dekking. Dan beperkt men zich in het „sjouwen", dan is men niet steeds in volle actie doch.men gaat zich toch niet uit laksheid slecht opstellen, een bal onvoldoende raken, zwak plaatsen. En ook technisch en tactisch was dit Franse ploegje niet van klasse. Eén ding staat vast: men kan de K.N.V.B. geen enkel verwijt maken. Men is over principiële bezwaren heen gestapt en heeft een Franse ploeg geëngageerd, waarvan hoog opgegeven was. Men leze de berichten in de Nederlandse pers uit Frankrijk er maar eens op na. Elke Franse profclub is te sterk voor een Neder lands elftal. Men zal voortaan dergelijke berichten met de nodige korreltjes zout hebben te lezen. De vraag is zelfs by velen opgekomen of de hele berichtgeving over het Franse voetbal en over de Nederlandse profs in Frankrijk, niet min of meer opgeschroefd is uit „politieke" overwegingen! We krijgen wellicht spoedig méér gegevens hier over, want nu is er niets meer tegen om te spelen tegen Franse ploegen èn.tegen Nederlandse profs! Wat de Nederlandse spelers betreft, is ook deze proefneming onvoldoende maatstaf. Een Noorweegs elftal zou dit elftal waarschijnlijk even gemakkelijk overwonnen hebben en of men met deze voorhoede méér succes tegen België zal hebben dan met de verschillende aanvalslinies van de laatste jaren, staat te bezien. Het gaat om de voorhoede. De verdediging kan men nu niet meer ver anderen. Hier blijft het Steiger, Odenthal en Tebak Klaassens, Van der Hoek (of is Terlouw hersteld?) en Biesbrouck. Niet dat dit de ideale defensie is, doch deze spelers zijn nu zo langzamerhand op elkaar ingespeeld en voor het ogenblik zou het te veel risico zijn hier wijzigingen aan te brengen. Maar wat de aanval betreft is het zo langzamerhand: God zegene de greep! Vandaag Jantje, morgen Pietje. En draaien in de rondte, draaien in een kringetje. De een na de ander faalt. En na enige tijd, als plaatsvervangers óók niet voldoen, dan komt men weer op degenen terug die enige tijd geleden faalden. Zo zien we Van Melis en Bennaars weer ten tonele verschijnen en hoewel ze nooit van inter nationaal formaat waren en het ook nooit zullen worden,, zijn ze stellig niet zwak ker dan hun voorgangers ofdiverse anderen die de commissie even goed had kunnen opstellen. In plaats van deze Zuidelijke voorhoede zou een Westelijke aanval het even goed (of even slecht) kunnen doen. Niet dat we in het Westen betere spelers weten aan te wijzen, doch met een Van der Gijp, een Michels (mits „fit"), een Bak, enfin een linie van de in deze contreien min of meer dominerende spelers, komt men even ver (of evenmin ver!) als met het gekozen quintet. Eigenlijk voelen we nog het meest voor een trio Van MelisVan RoesselBen- naars, dat op internationale ervaring kan bogen. Het is een heel moeilijk geval om hier „een goede greep" te doen. En toch moet de keuze-commissie tot een meer stabiele opstelling komen. Men zal er naar moeten streven tot een vijftal te komen, dat men opleidt, dat ingespeeld raakt, vijf gezonde wilskrachtige spelers, die onderling en met de verdedigers achter zich harmoniëren. En dan van die kerels maken wat er van te maken valt. Doch de werkwijze zoals nu, waarbij men maar iedere keer een greep in het wilde doet, leidt toch stellig niet tot het beste dat kan worden bereikt. Dat men gemaakte fouten tracht te corrigeren, prijzen we in de commissie. Het door dik en dun hand haven van spelers, die niet voldoen,, deugt óók niet. Maar er moet toch wel een lijn zijn, een streven om te geraken tot „een ploeg", een voorhoede die als droog zand aan elkaar hangt, kan alleen desondanks tot goede prestaties komen bij sterke individualiteiten, zoals bij het F.I.F.A.-elftal het geval was. Bij al die mid delmatigheden moet gestreefd worden naar binding, naar een goede combinatie waardoor het geheel toch nog tot een aannemelijke hoogte stijgt. Moge de com missie de gelukkige greep doen die ons een ploeg brengt, die de Belgen goed partij geeft!

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 1953 | | pagina 4