Hoe het NIET moet
Bij de wedstrijd De VolewijckersD.O.S. schijnen verschillende onregelmatig
heden gebeurd te zijn. In het veld is het allesbehalve prettig toegegaan en na
afloop hebben de supporters van beide verenigingen zich ergerlijk gedragen. De
politie moest er zelfs aan te pas komen om de orde te herstellen.
We laten de schuldvraag van deze onaangename kwestie in het midden, doch
opnieuw blijkt weer eens, dat niet alleen spelers, maar ook het publiek weinig
zelfbeheersing tonen.
In het dagelijks leven maakt men zovelen mee, die maar weinig nodig hebben
om op te vliegen, die in het minste, wat hun aangedaan wordt, aanleiding vinden
„vulkaan-allures" aan te nemen. En men treft het zeer tot onze spijt ook Zondag
aan Zondag aan op en om de sportvelden. Mensen, die verschillen van mening,
maar die ook verschillen in karakter en natuur. De een is vlugger aangebrand en
driftiger aangelegd dan de ander. Hoeveel woorden, in drift ondoordacht uitge
sproken, worden niet betreurd, omdat men zich er voor schaamt en ook omdat
men ze zei tegen iemand, waarvoor men, buiten dat ene ogenblik, respect bezat en
feitelijk nog bezit. Men moet te allen tijde meester over zich zelf kunnen zijn,
meester over zijn woorden en meester over zijn daden.
In het sportleven is zelfbeheersing een voorname factor. Wij zullen maar op ons
eigen gebied blijven, het voetballen. Ieder, die aan voetballen doet of er naar
kijkt, weet zich gevallen te herinneren, die zich in het veld afspeelden en waarbij
een speler zich vergat. Is het in het gewone leven vaak moeilijk zich in te houden,
veel moeilijker kan dat dikwijls zijn in het veld, tijdens het spel.
Immers, het voetbalspel is, evenals elk ander spel, een opwindende handeling,
maakt zijn beoefenaars geestdriftig. Men ziet spelers, die met geen mogelijkheid
van hun stuk gebracht kunnen worden, maar men ziet er ook, die blaken van
strijdlust en van opgewondenheid.
Talloze oorzaken zijn er om de speler zich zelf even te doen vergeten. Een
trap, die hem pijn doet. Een zekere kans om te scoren, die hem op oneerlijke
wijze wordt ontnomen. Enfin, er zijn nog vele dingen, die hem hels kunnen ma
ken. Wat hierbij ook een grote rol speelt, is het publiek. Belust op sensatie, de
goeden natuurlijk niet te na gesproken, ziet het gaarne een speler, die met woord
en daad protesteert en het zal niet nalaten om hem door fluiten en joelen te steu
nen. Gelukkig noem ik de speler, die op zo'n moment zijn hoofd helder houdt,
inziende, dat het toch geen nut heeft te trachten het gebeurde door protesteren te
veranderen. Die de arbiter, wie als mens een dwaling toch ook niet vreemd kan
zijn, niets kwalijk neemt.
Men is .zo gauw geneigd aan opzet te denken. Men moet tiet veld niet betreden
met de gedachte, dat de tegenpartij een „vijand" is. Maar dat het vrienden zijn,
liefhebbers van het spel, zoals U en ik. Een feit is, dat in het voetbalspel dat,
behalve op velerlei kundigheden, toch ook op kracht is gebaseerd, een botsing
of een mistrap gemakkelijk kunnen voorkomen. Het gaat dan niet aan in een
dergelijk geval onverwijld aan opzet te denken en een vijandelijke houding aan
te nemen met de gedachten aan revanche. We moeten vertrouwen hebben in de
sportiviteit van anderen en verwachten, dat zij in het veld even fair zullen zijn
als wij zelf.
Maar óók, geachte lezers, beheersing als toeschouwer! Zelfbeheersing is onder
alle omstandigheden een eigenschap, die de bezitter er van ver verheft boven de
categorie als hierboven geschetst. Wat tijdens en na afloop van De Volewijckers—
D.O.S. heeft plaats gevonden, is niet bepaald een reclame voor de voetbalsport.
Laat U niet verleiden tot schelden of vloeken of vechten. Dit is minderwaardig.
De sport is voor de beoefenaars een middel om zich uit te leven en een gezonde
body te krijgen. De sport voor het publiek moet zijn en blijven louter ontspan
ning met even veel eerbied voor de winnende als de verliezende partij en met
waardering voor de scheidsrechter.
M. KOPPELAAR.
CHASSÉSTRAAT 3<MI
TELEFOON
•5404-86302
AMSTERDAM W