AJAX - N. E. C.
Het nieuwe seizoen begint 2 September.
4
Het is in dit voorwoord voor de belangrijke wedstrijd, die heden in het Stadion
van Ajax zal plaats vinden, niet nodig de gebeurtenissen van de laatste weken
uitvoerig te recapituleren. Het scheen, na de zege op Hengelo in de Stork-stad
en het gelijke spel in Hilversum tegen 't Gooi, dat Ajax op weg was de laatste
stappen te doen, die nodig waren om de gevaarlijke zóne definitief te verlaten.
Helaas zijn op die twee uitwedstrijden, die drie punten opleverden, twee neder
lagen gevolgd (13 tegen 't Gooi in de returnwedstrijd in de Meer, en 52 voor
de Enschedese Boys in de stad van de Van Heek's), die dus 4 nieuwe verlies-
punten en een afdaling van 2 plaatsen op de ranglijst brachten. Met als gevolg
mede door successen der staartploegen een aanzienlijk verzwakte positie
voor Ajax, een positie die onmiskenbaar dreigend te noemen is. In de glorierijke
kwart eeuw, die Ajax btf de herdenking van haar halve eeuwfeest besloot en die
begon met het eerste landskampioenschap in 1917/1918, heeft Ajax er nog nooit
zo slecht voor gestaan. Het leek er veel op, dat dit besef tot voor veertien dagen
geleden nog bijna niet doorgedrongen was. Wie dit echter thans nog niet inziet,
mist de realiteitszin, die onmisbaar is wanneer men zijn plan de campagne voor
de naaste toekomst opmaakt, hetgeen uiteraard voor de bestuurders en tech
nische leiders der club een gebiedende eis is.
Wie zich thans zand in de ogen strooit, bijvoorbeeld door er op te wijzen, dat
Ajax nog 3 punten vóór is op Vitesse en Heracles en 5 punten op Hengelo, strooit
zich zelf zand in de ogen. Die voorsprong betekent bitter weinig als overwinnin
gen uitblijven. Bovendien is het niet alleen zaak van de laatste plaats af te
blijven, ook de elfde, de voorlaatste plaats, in de eindstand betekent onherroepe
lijke (automatische) degradatie. Na de wedstrijd van heden moet Ajax nog
6 wedstrijden spelen:
THUIS tegen D.W.S., Heracles en Enschede.
UIT tegen D.W.S., Vitesse en D.O.S.
Een zwaar programma, maar toch wèl een programma met voldoende moge
lijkheden om „het vege lijf" nog juist bij tijds in zekerheid te brengen.
Bij het beschouwen van de laatste wedstrijd van Ajax (dus de nederlaag met
52 in Enschedé tegen de Boys, die in Amsterdam met 40 gewonnen hadden)
achten we het een schrale troost, dat Ajax dit keer zo waar ondanks de neder
laag „een goede pers" had. De door de afwezigheid van Potharst en Bouwens
opnieuw verzwakte verdediging kon het tenslotte niet bolwerken, doch Ajax
had tegenspoed gehad, de Boys waren bijzonder op dreef geweest, kortom Ajax
speelde een goede partij. Dat het tegen 't Gooi niet al te best was, doch dat ook
toen niet verloren zou zijn als de jeugdige doelman niet zeer onfortuinlijk was
geweest, ja, dat lazen we eigenlijk in geen enkel verslag. Maar al dat nakaarten
baat toch niets, beter kan men zich tot het simpele feit bepalen dat verloren
werd, waardoor de huidige precaire toestand geschapen werd.
Wat nu? Er moeten in 7 wedstrijden minstens 7 punten behaald worden om
veilig te staan. En tot de wedstrijden die gewonnen moeten worden, behoort de
strijd van vandaag tegen N.E.C.
Ook voor N.E.C. gaat het er vandaag om. doch geheel anders. N.E.C. moet
winnen om in de strijd om de ereplaats niet achterop te raken. Een overwinning
betekent voor N.E.C. misschien wel de leiding overnemen van D.W.S., dat van-
Vervolg van pagina 3
en andere specifiek zomerse evenementen en amusementen zo veel groter is dan
de liefhebberij voor voetbal-tournooien, dat het bezoek, zelfs bij een aantrek
kelijke bezetting dier tournooien, onbevredigend is. En een verstandig ver
enigingsbestuur voelt er weinig voor om het nieuwe seizoen met een financiële
strop te beginnen, temeer daar er altijd nog wel andere mogelijkheden zijn om
de ploegen tevoren toch een of twee keer in het veld te brengen.
Het is nog wel iets vroeg er nu reeds van te gewagen. Doch er staat in de
overgangstijd tussen de beide seizoenen, of juister nog, tussen voorjaar en herfst
zó veel te gebeuren, dat men het oog vooruit en op alles gericht moet houden,
dat van belang is voor de clubs, voor de spelers en de toeschouwers.
J. HOVEN.