A.M.C. léés die kiemt! Aalsmeersche Melk Centrale „De jongste" in nood!! IS kampioen in kwaliteit. Neen, we zijn heus niet partijdig, En aan kleur hebben we lak! Maar het gaat hier om de „jongste" Daar voor hebben wij een zwak. Onze jongste eerste klasser, Het geel-zwarte D.W.V. Kon slechts één puntje wijzer worden, Na de eerste klas entrée. Homan die zo puik kon scoren, Toen het om promotie ging, Teert in deze competitie, Nog op die herinnering! 'k Weet wel het getij kan keren, Competitie duurt nog lang Maar men prefereert nog altijd Clublied boven zwanenzang! D.W.V. Doe-Wat-Verwacht wordt, Dus-Weer-Voorwaarts en niet mis, Daar-Wij-Vast nog niet geloven, Dat-Wïlskracht-Verdwenen is! A. VISSER. AALSMEER TEL. 675 13 Zwitserland—Nederland, na die training op de grasmat gehouden. Géén strie mende woorden, géén zweepslagen deze „instrumenten" pasten niet in het -gemoedelijke praatje. Wel was daar de nuchtere vaststelling van duidelijke feiten, zoals deze zich voor de theoreticus hebben geopenbaard. De conclusie: „het beste van jullie is niet voldoende geweest" hield in, dat in derdaad elkeen alles heeft gegeven. „Aanvallend zijn we in Bazel geslaagd. Fou ten zijn er niettemin gemaakt. De wisselwerking tussen Kees Rijvers en Abe Lenstra bij het dekken van de spil is b.v. niet voldoende geweest. En het switchen, zoals de Zwitsers dat demonstreerden, was bij ons nog niet ver genoeg door gevoerd. Meer verrassing blijft mogelijk. Onze tactische opzet is niettemin beloond met vijf doelpunten en over dat resultaat kunnen we zeer tevreden zijn. In bijna elke andere interland-wedstrijd is dat ruim voldoende voor de over winning." De beoordeling van de achterhoede was uiteraard minder optimistisch. Zonder omwegen stelde Verlegh vast, dat onze verdediging (zeven goals tegen!) heeft gefaald. „Wat was de oorzaak daarvan? Een tekort aan kwaliteit! Jullie treft geen verwijten. Het Nederlandse clubvoetbal is heus niet zo sterk meer, het is versnipperd, verwaterd en vervlakt en wij kunnen niet verlangen, dat jullie je daarin kunt opwerken tot de eigenschappen, die het interland-voetbal vraagt." Deze Brabantse analyse is ongetwijfeld juist. Zij laat weinig ruimte voor tegenwerpingen. Ons voetbal heeft waar de oorzaken dan ook mogen liggen niet meer de' uitstekende kwaliteiten van enige jaren geleden. De indruk is echter gewettigd, dat de achteruitgang niet nationaal, maar internationaal is - kijk slechts naar Engeland. En dan nog één vraag ter overdenking: „Stonden de spelers, die destijds het Nederlands elftal vormden, niet ver aan de spits in hun club?" Als deze vraag bevestigend wordt beantwoord, rijst een geheel andere vraag: „Hoe komt het, dat wij thans bijna geen uitgesprokken klasse-spelers meer op de velden zien?" BestJ mogelijk, dat het club-voetbal daar iets mee te maken heeft. Maar zeker niet alles! BERT PASTERKAMP. Vraagt onze producten, ze zijn een bron van gezondheid en energie!

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 1950 | | pagina 13