léés die krant!
D.W.V.'s voorzitter HARTZUIKER:
„Er is bij ons niets veranderd, we gaan
op de oude voet door".
Er is een belangrijke wijziging gekomen in de Amsterdamse voetbal-constel
latie: het aantal eerste klassers is even groot gebleven, doch het „zwaartepunt"
ligt niet meer in Oost. Het miskende en vaak stiefmoederlijk bedeelde stads
gedeelte aan de zelfkant van het IJ, gaat dit seizoen voor de eerste maal aan de
spits van alle buurten. Het heeft twee eerste klassers, tegen alle overige stads
delen „slechts" één. Na De Volewijckers, slaagde ook D.W.V. er in, helaas ten
koste van het sympathieke Zeeburgia, voor zich een plaats te veroveren tussen
de „groten". In het afgelopen seizoen zetten de geel-zwarten, in een beslissende
wedstrijd met een moeilijk te vergeten score-verloop, eindelijk de kroon op een
werk van jaren. Noord kan zich een tikje op de borst slaan over dit succes.
Het doet het echter niet. Er is nog niets bekend van pogingen om voor Noord
nu meer zetels in de gemeenteraad te krijgen. Het boemeltje, dat eens langs het
veld van D.W.V. naar Purmerend hobbelde, wiegelt even rustig in deze con
treien, zij het dan nu uitsluitend naar de „gecostumeerden" en degenen, die in
deze buurt wonen. En voorzitter M. Hartzuiker mag dan nu met zijn secondanten
(in stede van tussen de tweede klassers) op de jaarvergadering van de afdeling
Amsterdam aan één tafel zitten met Erbé, Koolhaas, Van Asselt, Corstens, Drost
en Van Heeswijk, hij slaat zich persé niet op de borst. Hij wandelt nog even
rustig heen en terug van de Fokker-fabrieken naar zijn woning.
„Er is niets veranderd bij ons. Het feit, dat we eerste klasser zijn geworden,
brengt voor ons geen enkele wijziging mee. De groei zit er al enige jaren in, de
organisatie was al goed. We gaan op de oude voet verder!" vertelt hij ons in
het achterkamertje van ere-voorzitter Van Braam's sigarenwinkel.
Alles is daar bij de geel-zwarten dus hetzelfde gebleven. Ook de training.
Groep A. (eerste en tweede elftal) komt even trouw twee maal per week zich
onderwerpen aan de wijze lessen van oefenmeester Henk Smit, de ex-Vole-
wijcker. De spelers van de andere elftallen verschijnen één avond per week.
Hulptrainer J. Porte (die als speler van het eerste elftal zelf gedurende lange
tijd meehielp om tot het nu bereikte succes te komen) heeft de jeugd onder zijn
hoede. Hoeveel leden D.W.V. heeft? Houdt U vast aan de omrastering: zes
honderd! En die komen uit in. vijf en dertig elftallen. In de Officiële Mede
delingen van de A.V.B. komt voor het eerst de aanduiding D.W.V. 13 voor. Nog
meer indrukwekkende cijfers: vier junioren-eltallen, veertien adspiranten-
ploegen, twee Zaterdagmiddag-teams en meer dan honderd welpen. Bovendien
vier handbalploegen en drie honkbal-negentallen.
„Dat is eigenlijk te veel," aldus de heer Hartzuiker, van zijn 18e jaar af
D.W.V.-er en enige jaren doelverdediger van het eerste elftal. „Op de jaar
vergadering is er ook over gesproken om met het aannemen van leden te stop
pen. Ons bestuur denkt er echter niet aan. Ik ben een tegenstander van selectie.
Iedereen moet gelegenheid hebben om te voethallen, of hij daartoe nu al of geen
aanleg bezit. De enige voorwaarde, die wij stéllen, is: een behoorlijk karakter.
Van selectie zal bij ons geen sprake zijn, zo lang wij over voldoende velden
(nu 5) en kleedkamers (nu 32) beschikken."
Een vraag: „Hebben jullie iets gedaan aan de accommodatie?'
„Nee, dat was niet nodig!" aldus Hartzuiker. „De omrastering is vernieuwd en
er is één rij zitplaatsen bijgekomen. Meer niet. We hebben een eerste klas accom
modatie en ik denk er niet over me in de schuld te steken. Het is zeer gemak
kelijk om in onze kring tegen een lage rente 30 a 40.000 gulden te lenen, maar
er is geen haar op mijn hoofd, die daar aan denkt. Wij hebben nu een capaciteit
van 9 a 10.000 plaatsen en ik moet nu maar zien, dat we elke keer uitverkocht
zijn. Het debiet in Noord blijft te allen tijde beperkt."
„Wat denk je van het nieuwe seizoen?"
„Heel kalm. De laatste oefenwedstrijd tegen De Volewijckers (gewonnen met
65) heeft me optimistisch gestemd. Maar we blijven op onze qui-vive en kijken
voorlopig alléén naar de onderste plaats. We gaan er van uit twee tegenstanders
onder ons te moeten houden. Wat na jarenlange strijd is verkregen, zullen we
maar niet zo prijs geven. Hoofdzaak is, dat we voor ons genoegen blijven spelen
en ik hoop vooral op een sportief verloop!"
Conclusie: de leiding van D.W.V. Is met beide benen op de grond blijven
staan. En dat is altijd bijzonder prettig in onze voetbalmaatschappij. Moge het
de geel-zwarten er naar vergaan! BERT PASTERKAMP.