Is D.W.S. onrecht aangedaan?
6 HET PARGDL
Na afloop van de wedstrijd tussen Xerxes en Neptunus, die door Neptunus
met 10 gewonnen werd, is er aanstonds door velen opgemerkt, dat het hier
wel zeer opvallend was, dat Xerxes niet op volle kracht speelde en zodoende als
het ware de overwinning van Neptunus zo al niet cadeau gaf, dan toch mogelijk
maakte. Het verwonderde ons echter, dat er in de dagbladpers niets van gezegd
werd, doch des avonds stond er wèl een verslag in de Sportkroniek van de Rot
terdamse medewerker van dat blad, de heer Aarnoudse, dat duidelijk aangaf,
dat de spelers van Xerxes, Neptunus opzettelijk lieten winnen. De heer Aarnoudse
schreef o.a.:
„Ik durf dit gerust schrijven en al wil geen enkele Xerxaan of Neptuniaan mij
na dit verslag ooit meer aankijken, gped, dan is dat voor mij geen schande, want ik
heb niemand gesproken, die niet dezelfde indruk had als ik. Hier is geen sportieve
strijd geleverd, hier is het er door de spelers van Xerxes zo dik opgelegd, dat zij
de tegenpartij wilden laten winnen, dat er geen twijfel bestond, wie uiteindelijk
winnaar zou worden. Het was een belachelijke vertoning. Zoals Mr. Piek, Jaap
Keur, Simon Moerkerk en Jan Dübel mij aankeken en mij vroegen, hoe moet je
daar nu een verslag van maken, kon ik rustig antwoorden: „Precies wat ik denk".
En wat moet ik er dan eigenlijk verder aan toevoegen? Toen ik in de pauze met
scheidsrechter Hom in zijn kleedhokje sprak, hoorden hij en ik een Neptuniaan
in de kleedkamer duidelijk zeggen: „Zien jullie dan niet, dat wij het cadeau
krijgen?"
Het is naar aanleiding van dit verslag (voor de moed zijner overtuiging en de
eerlijke opinie-uiting van de heer Aarnoudse onze hulde. Hoe zeldzaam zijn tegen
woordig zulke uitlatingen in de pers!) dat D.W.S.de club, die door deze gang
van zaken gedupeerd kon zijn, officieel bij de K.N.V.B. heeft geprotesteerd. En
wel werd op grond van artikel 4, sub 5 van het competitie-reglement van de
K.N.V.B., overspelen van deze wedstrijd aangevraagd. Dat luidt als volgt:
„Naar de feitelijke omstandigheden tot niet spelen, hetzij met opzet, hetzij door
schuld, hetzij door verschoonbaar verzuim, gerekend: het spelen van een wedstrijd
door een elftal van een vereniging, indien de klaarblijkelijke bedoeling is geweest
een zwak elftal te vormen, of wel indien dat elftal klaarblijkelijk opzettelijk be
neden zijn kunnen heeft gespeeld."
Dat moet nu wel het geval geweest zijn in Rotterdam, maaraldus rede
neert de bestuurscommissie van de K.N.V.B., hoe kunt ge dat bewijzen?
En daar dit niet te bewijzen is tenminste niet zo een-twee-drie! heeft
de bestuurscommissie van de K.N.V.B. het protest, respectievelijk het verzoek tot
overspelen van de betreffende wedstrijd door D.W.S.
afgewezen, afgaande op verklaringen van bonds-officials, waarbij is komen
vast te staan dat Xerxes de andere Rotterdamse vereniging zeker
niet heeft laten winnen en dat de wedstrijd, ook volgens een mededeling
van de scheidsrechter, een normaal beloop heeft gehad.
Kijk, deze uitleg van K.N.V.B.-zijde is bedenkelijk. Had de bestuurscommissie
bewijzen verlangd, dan kan men zeggen: dat is juist, zonder bewijsvoering is (ook
al staat in het reglementsartikel dat er reden tot overspelen is, als „klaarblijke
lijk opzettelijk beneden zijn kunnen is gespeeld") moeilijk een besluit te nemen.
Doch tegenover de verklaringen van die bondsofficials (ze achtten het niet be
wezen, doch geen hunner durfde verzekeren, dat Xerxes speelde om te winnen!)
staan de verklaringen van de heer Aarnoudse en legio anderen. De vraag is dan
Vertegenw. voor AmsterdamJ. G. de Vries, Weteringschans 59, telefoon 35041