Voetbal buiten de stadions.
5
De competities van de afdeling Amsterdam beginnen eerst heden een week
later dus dan de K.N.V.B. zodat wij nog niet in staat zijn wedstrijd-resultaten
te memoreren; hierdoor hebben wij gelegenheid iets te vertellen over een geheel
ander onderwerp, dat echter onder de titel van deze rubriek uitstekend past.
Wij willen het n.l. eens hebben over de Bondsvergadering van de K.N.y.B.
Ieder jaar, kort voor de aanvang van de competities, komt deze vergadering,
het „Bondsparlement", bijeen om haar mening te zeggen over het Bondswerk in
het afgelopen jaar en tevens richtlijnen uit te stippelen voor de toekomst. Het
kan er wel eens warmpjes toegaan in deze vergaderingen, want meermalen zijn
de afgevaardigden heus niet zuinig met hun critiek op de Bondsleiding, in casu
het K.N.V.B.-bestuur. Dit verschijnsel is op zichzelf in het geheel niet veront
rustend, integendeel, in ieder democratisch gevormd bestel is critiek een onmis
baar element, mits daarbij de bedoeling voorzit, de goede zaak te dienen, alsook
het streven naar perfectionering.
Zo'n Bondsvergadering is dan ook inderdaad een belangrijk gebeuren in onze
voetballerij en daarom was het toch wel droevig, dat de vergadering, welke op
Zaterdag 10 September in het Amsterdamse Minerva-Paviljoen werd gehouden,
zo teleurstellend was en zeker de slechtste, welke wij de laatste jaren hebben
bijgewoond.
Er stonden toch waarachtig voldoende belangrijke punten op de agenda, maar
de betoogtrant van de verschillende afgevaardigden was vaak verre beneden
peil. Dit kwam wellicht, doordat verschillende sprekers blijk gaven, de strekking
der behandelde punten niet voldoende, of in het geheel niet te kennen. Vaak k^eeg
men de indruk, dat men maar iets zei, nu ja, omdat men nu eenmaal ook wel
iets wilde zeggen.
Bondsvergadering of Cabaret.
Een Noordelijk afgevaardigde maakte het in dit opzicht wel erg bont. Kort
na de aanvang van de vergadering vermat hij zich, ongeveer een half uur allerlei
dingen te zeggen, die met een beetje goede wil als critiek op het Bondsbestuur
te onderscheiden waren. Voorzitter Lotsy had aan een antwoord, dat minder dan
een minuut in beslag nam, voldoende om deze afgevaardigde van zijn ongelijk te
overtuigen.
Later was het deze zelfde afgevaardigde, die de vergadering op een op rijm
gesteld betoog vergastte, dat zo onzinnig en zo langdradig was, dat de ver
gadering er merkbaar door geïrriteerd werd en dat een mede-afgevaardigde de
uitroep ontlokte: „Mijnheer de voorzitter, zijn we hier in een Bondsvergadering
of in een Cabaret."
Belangrijke besluiten.
Toch gebeurde er ook nog wel iets belangrijks en daartoe valt in de allereerste
plaats te rekenen het aanvaarden van het rapport van de Commissie voor Ama
teurisme. Volgens de daarin gedane voorstellen wordt een ieder, die, in welke
vorm dan ook, sport-journalistiek pleegt tegen een geldelijke vergoeding, tot
professional verklaard. Algehele bewondering oogstte dit besluit niet; klaarblij
kelijk ook niet bij de Bondsvoorzitter, die als laatste zijn stem uitbracht met een
krachtig: ^tcgcri!".
Ook het Rapport inzake Bedrijfs- en Zomeravondvoetbal vond in deze ver
gadering een gunstig onthaal en men kan daar vrede mee hebben, want het werd
inderdaad wel tijd, dat dit soort voetbal „wild voetbal" in goede banen
wordt geleid en behoorlijk wordt gereglementeerd.
Een interessant debat tussen de Ajax-praeses, de heer Koolhaas, en Ir. Hopster,
vice-voorzitter van de K.N.V.B., vormde wel één der hoogtepunten van deze ver
gadering. Uit het antwoord van de heer Hopster was het verblijdend feit te
beluisteren, dat men van R.K.-zijde nog altijd veel prijs stelt op het behoud van
de fusie en dit geluid gaf tenminste aan deze vergadering nog een prettig tintje.
De Bondsvergadering is dus weer achter de rug en inmiddels is ook de voetbal
weer gaan rollen. Hopen wij, dat dit seizoen in alle opzichten zal slagen en dat de
sportiviteit op de velden hoogtij zal gaan vieren, want daaraan heeft in de af
gelopen jaren helaas nog heel veel gemankeerd.
5 Ch. RION.